Minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) en premier Alexander De Croo (Open Vld) kregen in de Kamer een batterij vragen over het loonakkoord. ©  BELGA

Na de armworsteling om Debora: regering beslist zelf over loonopslag

Brussel -

Na de armworsteling waarin de socialisten kassierster Debora een dag lang uitspeelden tegen de liberalen, zijn donderdagavond de loononderhandelingen tussen de sociale partners weer opgestart. Maar over de lonen zal de regering beslissen.

Liliana Casagrande

Vakbonden en werkgevers zullen weer onderhandelen, maar weliswaar niet over de lonen. Dat is donderdagavond afgesproken met premier Alexander De Croo (Open Vld) en minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS). De regering neemt de onderhandelingen over de lonen zelf over. De sociale partners hadden tot 1 mei gekregen om hier onderling een akkoord over te vinden. Dat is niet gelukt. Vrijdag moeten de sociale partners aan de regering laten weten waar ze wel nog over willen onderhandelen, maar de lonen zijn daar dus niet mee bij.

De loononderhandelingen leggen in elk geval een tweespalt bloot binnen de regeringspartijen. Nadat Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert woensdagochtend had gezegd dat de verwachtingen van de vakbonden realistisch moesten zijn, schoten de socialisten in een kramp. Niet eens onverwacht, want ook PS-voorzitter Paul Magnette had al eerder duidelijk gemaakt dat hij de loonwet van 1996 onwerkbaar vindt. Maar in de Kamer bleken die tegenstellingen tussen liberalen en socialisten al een beetje afgezwakt. “We moeten ons niet laten vangen door tweedracht”, zei premier Alexander De Croo (Open Vld) die erop wees dat we zowel kassierster Debora nodig zullen hebben als Caroline, de uitbaatster van de schoenenwinkel die zwarte sneeuw heeft gezien. “Niemand wint bij een niet-akkoord. We gaan samen door of samen ten onder. Dat is ook mijn boodschap aan de sociale partners.” De woorden van De Croo waren nog niet koud of meteen sijpelde het nieuws al door dat er opnieuw gepraat werd. De Croo en Dermagne zaten ook aan tafel.

LEES OOK. Dit is ‘Debora van de kassa’, aan wie Conner Rousseau het niet meer uitgelegd krijgt

1 mei

Zaterdag is het 1 mei, de Dag van de Arbeid. Een feestdag voor de socialistische familie. Dus kwamen zowel Vooruit-voorzitter Conner Rousseau als federaal minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) woensdagavond ineens gelijktijdig naar buiten met artikel 14 van de loonwet uit 1996. Een artikel dat niet meteen een belletje deed rinkelen en dat ook nooit eerder is toegepast.

Conner Rousseau leest dit artikel als een manier om de uitkering van dividenden te blokkeren. Als kassierster Deborah niet kan mee profiteren van de winst van haar supermarkt, dan de eigenaars ook niet, vindt hij. “Die blokkering is puur propaganda naar aanleiding van 1 mei”, is de analyse van Stijn Baert, professor Arbeidseconomie aan de Universiteit Gent. “Want het artikel van de loonwet waar Rousseau zich op baseert, gaat niet over het blokkeren van dividenden, maar wel over het matigen van die uitkeringen. Je kan de winsten namelijk ook investeren in het bedrijf. Maar er staat zeker geen solidariteitsmechanisme in dat artikel. Je kan niet zeggen dat als de werknemer niets krijgt, er ook geen dividenden mogen uitgekeerd worden aan de aandeelhouders. Dat zou dramatisch zijn voor het investeringsklimaat.”

Stijn Baert. ©  Jimmy Kets

Ook het feit dat Conner Rousseau 0,4 procent nu een ondergrens voor de onderhandelingen noemt, verbaast Baert. “Het is volgens de loonwet veeleer een bovengrens.”

Minimumloon

De 0,4 procent is berekend door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, zoals geregeld in de loonwet. De Vivaldi-partijen hebben in het regeerakkoord afgesproken dat die overeind blijft. “De loonwet van 1996 zorgt ervoor dat de lonen niet verder stijgen dan in onze buurlanden”, zegt Stijn Baert. “In sommige jaren lukt dat goed, in andere minder. De wet kijkt trouwens niet alleen vooruit, maar maakt ook de afrekening van de vorige twee jaar. Als blijkt dat onze lonen sterker zijn gestegen dan in onze buurlanden dan volgt er een correctie.”

Al heeft Dermagne nog andere zaken op tafel gelegd in zijn startnota, zoals de minimumlonen, maatregelen voor de eindeloopbanen en premies voor bedrijven die winst maken. De socialisten ijveren er al langer voor om de minimumlonen - momenteel 9,87 euro per uur - op te trekken tot meer dan 10 euro. Dat binnenhalen voor 1 mei zou ook al een trofee zijn.

Telkens vakbonden of werkgevers boos van tafel lopen, klinkt de vraag of het sociaal overlegmodel niet voorbijgestreefd is. “Ik vind het persoonlijk wel goed dat je werkgevers en vakbonden met elkaar laat onderhandelen, maar dan moet je als regering ook een harde deadline vastleggen”, zegt Baert. “Deze regering heeft dat gedaan en dat is verfrissend. De regering Michel heeft dat vaker nagelaten, denk maar aan de zware beroepen.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer