Direct naar artikelinhoud
AnalysePolitiek

Ook deze 3 splijtzwammen verdelen de Vivaldi-regering

De regering-De Croo bij haar eedaflegging bij de koning op 1 oktober 2020.Beeld Photo News

De federale regering slaagde er tot nu toe in om de rangen te sluiten in de strijd tegen het coronavirus. Maar onder druk van het sociaal overleg vertoont de coalitie de eerste barsten, rond de loonnorm. Ook deze drie belangrijke beproevingen liggen nog op haar pad.

1. De grote fiscale hervorming

Bij haar aantreden beloofde de Vivaldi-regering het belastingstelsel “te moderniseren, te vereenvoudigen, meer rechtvaardig en meer neutraal te maken”. Op dit moment bestaan er te veel fiscale koterijen: allerlei uitzonderingen en gunstregimes die ertoe leiden dat sommigen door de mazen van het net glippen, terwijl anderen hoge tarieven betalen. Die koterijen worden afgebroken.

Nog voor de regering goed en wel vertrokken was, slaagde minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) erin om een effectentaks goedgekeurd te krijgen. Die jaarlijkse bijdrage van 0,15 procent op effectenrekeningen vanaf 1 miljoen euro stelt qua opbrengst niet zoveel voor, maar is wel een zorgvuldig uitgebalanceerd compromis tussen de rijkentaks die de groenen en de socialisten eisten en het veto van de liberalen tegen een vermogensbelasting.

Toch moet het echte werk nog komen. Tegen 2024 moet Van Peteghem een plan klaar hebben voor de grote fiscale hervorming. Die omslag moet de lasten op arbeid doen dalen, de werkgelegenheidsgraad verhogen, ondernemerschap stimuleren en vooral ook de klimaatambities van de regering ondersteunen. Dat zijn de grote principes. Hoe die concreet moeten worden ingevuld, daarover heeft elke partij haar eigen visie.

Het idee van minister Zakia Khattabi (Ecolo) om een koolstoftaks in te voeren, werd meteen de grond in geboord.Beeld Wouter Van Vooren

‘De vervuiler betaalt’ is het motto van de groenen. Maar toen Ecolo-minister Zakia Khattabi durfde te pleiten voor een koolstoftaks op fossiele brandstoffen, floten de liberalen haar meteen terug. Ze vrezen het beeld van de ‘paars-groene belastingregering’ dat oppositiepartij N-VA schetst. Ze staan ook niet te springen voor het voorstel van Van Peteghem om het fiscale voordeel voor niet-elektrische bedrijfswagens af te bouwen.

En dan is er nog het principe. Volgens de socialisten moet het nieuwe belastingsysteem zo progressief mogelijk zijn: hoe hoger het budget, hoe hoger de belasting. De liberalen willen een vast tarief. CD&V zit daar ergens tussenin met de ‘dual income tax’. Daarmee worden de inkomsten uit arbeid progressief belast, terwijl de winsten uit vermogen aan een vast tarief worden onderworpen. Maar zelfs dat zien de liberalen, en zeker MR, niet zitten.

Er zullen zowel links als rechts nog veel taboes moeten sneuvelen voordat er ooit een hervorming komt.

2. De arbeidsmarkt en de pensioenen

Twee absolute prioriteiten voor Vivaldi, maar het regeerakkoord blijft hier bijzonder vaag over. Net zoals bij de discussie over de loonnorm rekent de regering erop dat de sociale partners de kastanjes uit het vuur halen. Een risicovolle aanpak. Als zij er niet uitgeraken, zoals deze week, dreigt alles stil te vallen.

Wat de pensioenen betreft, is het minimumpensioen van 1.500 euro een belangrijk symbool voor de socialisten. Het regeerakkoord bepaalt dat we richting 1.500 euro netto gaan voor een volledige loopbaan. Maar socialisten en liberalen interpreteren dat op hun eigen manier. Die eersten gaan resoluut voor 1.500 netto. De anderen willen ‘richting’ dat bedrag. Pensioenminister Karine Lalieux (PS) wachten nog moeilijke onderhandelingen.

Qua arbeidsmarkthervormingen legt de Europese Commissie een aantal structurele hervormingen op in ruil voor haar relancesteun. Ze wil dat mensen langer aan de slag blijven en dat onze arbeidsmarkt flexibeler wordt. Een discussie die de regering tot nu toe voor zich uitschuift. Maar als de Vivaldi-coalitie tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80 procent wil halen, zoals ze vooropstelt, zal ze moeten doorpakken.

3. De begroting op orde krijgen

Enkele jaren geleden beloofde de regering-Michel plechtig om de begroting tegen 2019 in evenwicht te krijgen. Door de kosten van haar taxshift, de val van de regering en de politieke impasse die daarop volgde, liep het tekort echter op. Gooi daarbij nog de grootste economische crisis sinds de Tweede Wereldoorlog en het resultaat is niet bepaald rooskleurig. Het federale begrotingstekort loopt dit jaar op tot 29 miljard euro.

De Vivaldi-regering belooft ieder jaar een inspanning te doen van 0,2 procent van het bruto binnenlands product, ongeveer 1 miljard euro. Vanaf volgend jaar komt daar een extra inspanning van ongeveer 0,2 procent bovenop. Dat is belangrijk, want van Europa moeten landen hun tekort onder de 3 procent houden en hun staatsschuld onder de 60 procent. Op dit moment zit onze staatsschuld op 116 procent. Hoog tijd om in te grijpen.

Staatssecreteris voor Begroting Eva De Bleeker (Open Vld) ziet de toekomst optimistisch in.Beeld Marc Baert

Langs de ene kant hebben de liberalen in het regeerakkoord laten opnemen dat er geen nieuwe belastingen komen, “behalve in het kader van de budgettaire discussie”. Een digitaks op grote bedrijven is dan een optie. Langs de andere kant willen de socialisten geen besparingen in de sociale zekerheid. Zo wordt het moeilijk om het gat dicht te rijden. Tenzij de groenen dan toch hun gegeerde koolstoftaks binnenhalen.

“Er staat een duidelijke verdeelsleutel in het regeerakkoord: we halen een derde uit besparingen, een derde uit inkomsten en een derde uit ‘diverse’, zoals extra werkgelegenheid”, klinkt het bij staatssecretaris van Begroting Eva De Bleeker (Open Vld). “In principe zou dat geen ideologisch verhaal mogen zijn: ieder gezin doet het.” In een bonte coalitie van zeven partijen verloopt het gesprek rond de keukentafel wel net iets moeilijker.