Direct naar artikelinhoud
InterviewUroloog Piet Hoebeke

‘Veel zaad lozen is erg goed voor de prostaat’

Uroloog Piet Hoebeke poseert naast zijn verzameling penissen.Beeld Illias Teirlinck

Zelf had hij er nog geen last van, maar een kwart van de mannen wel: hun prostaat. In zijn nieuwe boek De staat van de prostaat legt uroloog Piet Hoebeke (59, UZ Gent) op vermakelijke wijze het orgaan bloot dat voor zovelen een raadsel is. 

Voor velen onder ons is de prostaat, en het nut ervan, een groot mysterie. Waar dient hij eigenlijk voor?

“De prostaat, een walnoot groot, speelt een rol bij de voortplanting. Dat zit zo: sperma is maar beter niet te vloeibaar, want na seks mag het er niet onmiddellijk uit lopen. Denk aan onze verre voorouders, die seks hadden in een vijandige omgeving. Die vrouwen konden niet rustig blijven liggen. Het zaad moet dus een bepaalde consistentie hebben. Ten eerste: omdat het moet blijven zitten. Ten tweede: om opgewassen te zijn tegen mogelijke concurrenten. Je hebt diersoorten bij wie het sperma om die reden haast versteent, opdat het zaad van een volgend mannetje er niet meer door zou kunnen.

“Alleen, dat sperma zo’n kleverige consistentie is, betekent ook wel dat de zaadcellen er niet zomaar uit geraken. Wil je tot bevruchting komen, dan moet dat sperma weker, vloeibaar worden. Precies dát is de rol van het prostaatvocht, goed voor een derde van het ejaculaat: het zorgt ervoor dat het kwakje na tien à vijftien minuten vloeibaar wordt. Zodat de zaadcellen hun tocht richting eicel kunnen aanvatten.”

Zelf bent u gespecialiseerd in kinderurologie en genderchirurgie. Toch heeft de prostaat u veel bijgebracht, schrijft u. Hoe dan?

“De prostaat is een soort wachter tussen het lichaam en de buitenwereld – ‘prostates’ is Grieks voor ‘beschermer’. Het is een klier op het kruispunt tussen de urine- en de voortplantingswegen. De prostaat is dus niet alleen een tankstation waar zaadcellen hun laatste pitstop houden, het is ook een belangrijk tussenstation op de urinewegen. In die zin is het een goede schakel om te bestuderen hoe die wegen normaal functioneren. Maar ook: om te leren begrijpen hoe problemen aan de prostaat een impact hebben op die hele urineweg.”

‘Hij heeft het aan zijn prostaat’, horen we dan in de volksmond. Maar waaraan kunnen mannen merken dat er iets niet in de haak is?

“Het ding is: als je je prostaat voelt, weet je dat er een probleem is. Alleen, bij een prostaatvergroting sluipen de symptomen er maar langzaam in. Gevolg: de meeste mannen passen zich daar geleidelijk aan aan, zonder te beseffen dat er iets mis is. Ze moeten in de loop der jaren wat vaker gaan plassen, moeten ’s nachts al één of twee keer opstaan, ze lozen kleinere hoeveelheden.

“Ook de kracht van hun straal vermindert – dat boogje reikt niet meer zo ver. Terwijl ze eerst nog plassen in een trage, zwakke straal die dicht bij hun voeten landt, staan ze op den duur maar wat te druppelen op de tippen van hun schoenen. Om, uiteindelijk, nog urine te voelen vloeien nadat ze hun broek alweer hebben dichtgeritst. Gele vlekken in de onderbroek, ook die kunnen wijzen op een probleem.”

Mogen we dat dan een ‘oudemannenkwaal’ noemen, die prostaatvergroting?

(knikt) “De prostaat groeit met de leeftijd, en dat kan de uitstroom van urine belemmeren. Oudere mannen die een kaartje leggen op café weten al snel wat er scheelt als een kameraad lang wegblijft in het toilet: ‘Oei, dat zal iets met zijn prostaat zijn.’ Blijven mannen te lang met die klachten rondlopen, dan kan die prostaat serieuze proporties aannemen. Ik heb er nog gezien van 200 gram, een sinaasappel groot.

“Huisartsen zouden dat bij veertigers en vijftigers meer moeten bevragen. ‘Hebt u last met plassen? Moet u vaak dringend?’ Net zoals ze polsen naar je spijsvertering en stoelgang.

“Het gekke is: tot je veertigste houdt de prostaat het goed uit, precies omdat hij voor die ‘vruchtbare’ periode dient. Prostaatproblemen ontstaan dus vooral wanneer het orgaan niet meer van doen is. Je zou kunnen zeggen: de man wordt te oud voor zijn prostaat.”

Toch kan het ook jongere mannen, onder de veertig, treffen. Stress is de boosdoener?

“Onze levensstijl – druk, druk – is niet goed voor de prostaat. Bij stress maakt je lichaam adrenaline aan, wat onze vecht-of-vluchtreactie in gang zet. Wie op de vlucht slaat voor een belager, wil natuurlijk geen urinespoor achterlaten, anders ben je snel gezien. En dus spant de blaashals zich aan.

“Chronische stress werkt dat hele mechanisme – om je plas op te houden – nog meer in de hand. Zo krijg je klachten die sterk lijken op de symptomen van oudere mannen met een vergrote prostaat, nog zonder dat er een lichamelijke oorzaak is. Ik ken dertigers die daardoor van job veranderd zijn, die ingezien hebben: ik moet het rustiger aandoen. Zij hadden het echt moeilijk om te plassen.”

Hoebeke: ‘Dat seks niet meer lukt bij mannen met prostaatproblemen, is een kwalijke mythe. Precies die misvatting maakt dat er nog veel schaamte over is.’Beeld Illias Teirlinck

Kunnen we dan zeggen: hoe verder een man plast, hoe beter?

(schudt zijn hoofd) “Nee, dat is een grote misvatting. Een krachtige straal sluit nog niet uit dat je met een verstopping zit. Vergelijk het met een tuinslang. Als je die met je duim indrukt, kun je veel verder sproeien. Het is dus niet omdat een man ver kan plassen dat er geen onderliggend probleem is. Het kan juist zijn dat je slecht plast, en daardoor verder reikt.

“Veel belangrijker dan hoe ver je plast, is de vraag: plas je wel snel genoeg?”

Hoe kunnen mannen dat inschatten, of ze snel genoeg plassen?

“Er is zoiets als de huis-tuin-keukenmethode om dat zelf te meten. (glundert) Heel simpel, je hebt er alleen een maatbeker en chronometer voor nodig. Weet dat je gemiddeld aan 10 milliliter per seconde moet zitten. Een blaas bevat 300 à 400 milliliter. Eigenlijk mag je dus nooit langer dan 30 à 40 seconden plassen. Doe je er langer dan een minuut over, met een onderbroken straal, dan zit het fout.”

Intrigerend: winden laten tijdens het plassen is ook een teken aan de wand. Hoezo?

“Mannen die voelen dat het niet snel genoeg gaat, hebben de neiging om een beetje druk te zetten vanuit hun buik. Ze duwen bij het plassen, maar zo hoort het niet. Die twee – plassen en winden laten – komen doorgaans niet samen voor, net zoals je meestal ook geen grote boodschap kunt doen tijdens het plassen. Zet je daar toch druk op, dan kan er wel gas ontsnappen. Dus sta je aan een urinoir naast iemand die winden laat, dan kun je hem gerust adviseren om zijn prostaat eens te laten controleren.” (lacht)

Het wordt pas heel ernstig en pijnlijk bij een prostaatontsteking, signaleert u. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

“In tegenstelling tot een vergrote prostaat is dit heel acuut. Zo’n prostaatontsteking komt van de ene dag op de andere. Je bent daar echt ellendig ziek van, met koorts, soms bloed in je urine. Je hebt het gevoel alsof er een warm ei onderaan in je buik zit.

“Geloof me, als je dat één keer hebt doorgemaakt, zul je het niet snel vergeten. Zelf heb ik er gelukkig nog geen last van gehad. Maar ik zie dat bij patiënten: de pijn staat op hun gezicht af te lezen.”

Vreselijk. Hoe loop je zoiets op?

“Soms is dat door onbeschermde seks. Maar evengoed vloeit het voort uit een blaasontsteking. In de blaas zitten altijd wel bacteriën. Als je regelmatig plast, hebben die bacteriën geen tijd om zich te vermenigvuldigen. Maar als je ze onvoldoende uit plast – als je altijd haastig naar het toilet gaat of te snel stopt met plassen – riskeer je toch een infectie. En die kan zich makkelijk overzetten naar de prostaat, de teelballen, die hele buizerij.

“Nu, op zich is zo’n ontsteking nog relatief eenvoudig op te lossen, met antibiotica. Ejaculeren kan trouwens ook helpen, ook zo jaag je die bacteriën sneller naar buiten. Al staat je koortsige kop dan meestal niet naar seks.” (lacht)

Meer nog: vaak ejaculeren zou die andere gevreesde kwaal – prostaatkanker – helpen voorkomen. Echt?

“We weten dat uit grootschalig onderzoek: hoe meer zaadlozingen tussen je twintigste en je veertigste, hoe kleiner het latere risico op prostaatkanker. Je moet er dus wel op tijd aan beginnen. (gniffelt)

“Alleszins, masturberen kan dus geen kwaad, wat de Thierry Baudets van deze wereld ook beweren. Het is juist gezond dat de prostaat bij pubers, in hun ontluikende seksualiteit, overuren draait. Op dat vlak kun je voor je prostaat niet in overdrive gaan.”

Prostaatkanker is de meest voorkomende kanker bij mannen in ons land. In Vlaanderen alleen al gaat het om zevenduizend mannen per jaar. Kunnen we dat preventief opsporen?

“Belangrijk om weten is: er sterven nog altijd meer mannen mét prostaatkanker dan áán prostaatkanker. Zelfs bij de ergste gevallen is de helft van de mannen vijf jaar later nog in leven, bij de minder ernstige gevallen is dat tot 95 procent.

“En dat is meteen ook het moeilijke eraan. Stel dat je de hele bevolking screent, dan ga je veel mannen behandelen bij wie dat eigenlijk niet nodig is. Dan is het veel zinvoller om gericht te screenen, enkel bij mannen met een verhoogd risico.”

Maar wie zijn dan die mannen die meer risico lopen?

“Zit prostaatkanker in de familie of ben je een man van kleur, dan is een preventieve check zeker interessant. Vooral Afrikaanse mannen hebben genetisch meer risico.

“En al die andere mannen? Bij hen is de kans veel groter dat ze het wel krijgen, maar er niet aan sterven. Een witte vijftiger zonder plasklachten, die niet erfelijk is belast, moet zich dus niet laten checken. Is hij familiaal belast, dan is het net heel slim om dat wel te doen.”

U breekt ook een lans voor meer tomaten, broccoli, granen en vis. Ons huidige dieet is niet goed voor de prostaat?

“Nee, en je ziet daar trouwens ook een link tussen borstkanker en prostaatkanker. Die twee zitten zowat in hetzelfde schuitje, ze komen allebei het vaakst in westerse landen voor. Opvallend: ook migranten die onze levensstijl en voedingsgewoonten overnemen, zien hun risico op die aandoeningen verhogen.

“Misschien zijn wij dus toch voorgeprogrammeerd om vooral groenten en fruit te eten. Kijk naar de bonobo’s, onze dichtste verwanten: zij krijgen geen prostaatkanker. En zij eten geen vlees, geen onverzadigde vetzuren, geen troep. Dus als we dan toch aan preventie willen doen, dan moeten we zeker ook die kaart trekken.”

In uw boek hekelt u onze veelvuldige chirurgie: in ons land worden dubbel zoveel prostaten weggesneden als in Nederland. ‘Is dat medisch noodzakelijk of moet de investering in robots worden terugverdiend?’, vraagt u zich hardop af.

“Kijk, het is niet omdat je prostaatkanker hebt dat je prostaat er automatisch uit moet. Soms is de tumor zo klein en zo weinig agressief dat het niet eens nodig is om een behandeling op te starten. Dan is een actieve opvolging – waakzaam wachten – veel zinvoller. Alleen, dat is hier veel minder ingeburgerd dan in Nederland.

“Komt daarbij dat Vlaamse mannen het maar niks vinden om met een kanker te blijven rondlopen. Als je dan hoort: ‘Meneer, we kunnen u ook opereren, dan bent u ervan af.’ Tja, dat klinkt natuurlijk aanlokkelijk. Maar dan wel met risico op incontinentie en impotentie.”

Begrijp ik het goed: precies de behandeling van prostaatproblemen kan impotentie veroorzaken?

(knikt heftig) “Prostaatproblemen zelf zullen haast nooit impotentie uitlokken, maar die operaties voor prostaatkanker wel. Dus als je zou zeggen: we nemen bij alle vijftigplussers gewoon die prostaat weg, dan zou je heel wat ellende veroorzaken. De meeste mannen sukkelen na zo’n operatie toch een tijdlang met incontinentie. Een aanzienlijk aantal wordt ook impotent, sommigen definitief. Dus ja, er is een plaats voor chirurgie, maar het moet toch altijd weloverwogen zijn.”

En dat terwijl wij toch dikwijls van het tegendeel uitgaan: dat net prostaatproblemen seks bemoeilijken?

“Dat is een kwalijke mythe: dat ‘het’ bij mannen met prostaatproblemen niet meer lukt. Dat het dan over en uit is in bed. Precies die misvatting maakt dat er nog veel schaamte over is. Voor velen voelt het toch als een knauw in hun mannelijkheid.”

De prostaat is ook wel een erogeen gevoelige zone, merkt u op. Klopt het dat er zelfs seksspeeltjes voor bestaan: prostaatvibrators?

“Er zijn er oneindig veel, ik was daar zelf van geschrokken. Stel je voor: er bestaan er zelfs met afstandsbediening. Als die maar niet in de verkeerde handen valt. (maakt zich vrolijk)

“Pas op, voor mannen die verlamd zijn en nog een kinderwens hebben, kan die elektronische stimulatie een grote hulp zijn. Voor hen is dat geen plezier, maar een mechanisch hulpmiddel om hun zaad te lozen. Al maken er, als je het aanbod bekijkt, veel meer mannen gebruik van.”

Nog even over die gekrulde wijsvinger op de cover. Schrikt dat mannen met plasklachten niet af, dat onderzoek via de anus?

“Dat rectaal onderzoek is een goede eerste screening. Het is zoals naar het hart luisteren. De wijsvinger van de uroloog is de stethoscoop van de cardioloog, zeg maar. Vroeger had je zelfs urologen die de nagel van hun wijsvinger lang lieten groeien, om zo makkelijk een vergrote prostaat leeg te schrapen.

“Dat was toen nog met een grote snede in de buik. Ik heb dat ooit in Cambodja gezien. Die arts flikte dat in tien minuten: buik open, handschoenen uit, prostaat uitpellen, en buik weer toe. Maar, voor alle duidelijkheid: zo doen we het vandaag dus níét. We willen mannen niet bang maken.” (lacht)

‘Veel zaad lozen is erg goed voor de prostaat’
Beeld rv

De staat van de prostaat, door Piet Hoebeke, uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts, 184 p., 20,99 euro.