Direct naar artikelinhoud
InterviewEcomodernisme

‘We zullen in Europa ook nieuwe kerncentrales moeten bouwen’

Jan Deschoolmeester (links) en Thomas Rotthier: 'Het klopt dat andere diersoorten het moeilijk krijgen waar de mens komt. Maar het is niet zo dat de mens per se verdorven is.'Beeld Wouter Maeckelberghe

Na corona is het klimaat hét debat van deze tijd. Het wordt almaar urgenter en kent een paar belangrijke meningsverschillen. Ingenieur Jan Deschoolmeester (30) en filosoof Thomas Rotthier (33) pleiten voor ecomodernisme: ‘Meer wilde natuur, dat is het doel.’

‘Wij hebben elkaar leren kennen op Facebook”, zegt Jan Deschoolmeester. “Wij gingen allebei in discussie met mensen van de klassieke groene strekking en merkten dat we vaak op dezelfde golf­lengte zitten. Thomas wil net zoals ik heilige huisjes omverblazen en is altijd zeer constructief, hij baseert zich op de feiten. En dat is essentieel, want wij moeten deze eeuw veel keuzes maken. De toekomst ligt in onze handen.”

“Heel wat klassieke groene denkers, zeker aan de radicale kant, zijn techno­sceptisch”, vult Thomas Rotthier aan. “Ze zijn echt nogal misantroop. We merken dat nu tijdens de corona­crisis: volgens sommigen is de mens een plaag voor de planeet. En het klopt dat andere diersoorten het moeilijk krijgen waar de mens komt. Maar het is niet zo dat de mens per se verdorven is. De mens is ook in staat om voor de natuur te zorgen.”

Thomas Rotthier • geboren op 5 september 1987 in Beveren-Waas • master in de wijsbegeerte (UGent) • leraar geschiedenis en zedenleer

Jan Deschoolmeester • geboren op 25 maart 1991 in Gent • master of science in de bio-ingenieurs­weten­schappen (UGent) • consultant in de biotech  

Samen met een paar gelijkgestemden, en met steun en sympathie van academici zoals geoloog Manuel Sintubin (KU Leuven) en biotechnoloog Marc Van Montagu (UGent), willen Deschoolmeester en Rotthier in Vlaanderen het ecomodernisme als beweging op de kaart zetten. Ze doen dat op sociale media, op de website ecomodernisme.be en via opinie­stukken in media zoals De Standaard en Knack.be. Deschoolmeester is ingenieur en werkt als consultant in de biotech. Rotthier studeerde filosofie en is leraar geschiedenis en zedenleer in het middelbaar onderwijs. Hun passie is dezelfde: de wereld verbeteren. “Maar,” zegt Deschoolmeester, “op een rationele manier.”

Kenmerkend voor allebei is de constructieve toon waarmee ze over klimaatverandering – “het grootste probleem van deze eeuw” – praten. Het is niet overdreven te zeggen dat vooral Rotthier een van de meest hoffelijke mensen op Twitter is. Zo schreef hij onlangs nog dat het klimaat nood heeft aan “positieve boodschappen” en “bruggen­bouwers”.

Wilt u de kumbaya­versies worden van Greta Thunberg en Anuna De Wever?

Rotthier: (lacht) “We zien onszelf als bruggenbouwers, maar ook als groene beelden­stormers. Wij willen het groene eenheids­denken doorbreken – het idee dat alle bedrijven slecht zijn, dat het kapitalisme op de schop moet, dat het Westen de oorzaak is van alle wereldproblemen. Wij proberen nuance te brengen. De klimaatopdracht is zo gigantisch dat alle actoren aan hetzelfde zeel moeten trekken. Polarisering is funest.”

Deschoolmeester: “Die groene pensée unique sluit bepaalde pragmatische oplossingen uit, zoals kern­energie en gen­technologie. Ecologisten geloven in het oude idee van small is beautiful. Zij geloven dat alleen kleinschalige technologieën de juiste zijn, omdat ze op maat van de mens kunnen worden gebruikt: zonne­panelen op je eigen dak, een kleine wind­turbine in je eigen tuin. Door zo te denken, kom je in een trechter­visie terecht die bepaalde ideeën van tevoren uitsluit. Terwijl het probleem zo enorm groot is.”

Jan Deschoolmeester: 'België is het enige land in Europa dat in 2030 meer fossiele elektriciteit in de mix zal hebben dan vandaag.'Beeld Wouter Maeckelberghe

Rotthier: “Het gaat echt om een verschillend wereldbeeld. De ecologistische visie op mens en planeet heeft altijd de voorkeur voor natuurlijkheid, de natuur wordt gezien als goed en zuiver, heilig bijna. En ja, de natuur is prachtig, maar bevat ook gif­stoffen en gevaren. Denken dat ‘small’ en ‘natuurlijk’ altijd beautiful zijn, lijkt ons niet realistisch.”

Tegelijk valt het niet te ontkennen dat de industriële revolutie behalve veel welvaart ook heel wat schade heeft teweeg­gebracht.

Rotthier: “Maar wat was het alternatief? Zonder de industriële revolutie waren wij nog altijd keuter­boertjes, en kon elke slechte oogst de honger­dood betekenen. Het is nogal gemakkelijk om de industrie te verketteren als je met je laptop en een volle koelkast in je lekker verwarmde huis zit.”

Toch klinkt het idee dat we het allemaal met wat minder moeten doen, omdat de planeet nu eenmaal eindig is, erg logisch. Zijn er geen grenzen aan de groei?

Deschoolmeester: “Dat we het probleem kunnen oplossen door het met wat minder te doen, is een waan­gedachte. Dat is dweilen met de kraan open. We hebben de komende veertig jaar elke maand een gebied ter grootte van New York nodig om extra mensen te huisvesten. Vooral in ontwikkelingslanden. Daarvoor hebben we grondstoffen nodig: staal, beton, energie. Als wij, die 10 procent westerlingen, met z’n allen consuminderen, zal dat niet helpen. Als we de onderliggende structuur duurzamer maken, dan kunnen ook de ontwikkelingslanden daarvan profiteren.”

Rotthier: “Wij moeten onze ecologische voet­afdruk lichter maken. Daarbij zijn nieuwe technologieën belangrijke puzzel­stukjes. Voor een blikje hebben we nu acht keer minder aluminium nodig dan vijftig jaar geleden. Onze smartphone vervangt heel wat apparaten: foto­toestel, camera, telefoon... Technologie hélpt bij het verkleinen van je voet­afdruk.”

Heeft consuminderen dan geen zin?

Rotthier: “Er zit een limiet aan. Je kunt niet stoppen met eten.”

Er zijn grenzen aan het consuminderen?

Rotthier: (lacht) “Inderdaad. Het is goed dat mensen nadenken over hun consumptie, dat ze minder vlees eten, dat ze vaker de fiets dan de auto nemen – dat is fantastisch. Maar het zal niet volstaan.”

Deschoolmeester: “Veel mensen denken dat klimaatbeleid alleen maar een kwestie van politieke wil is. Maar zo simpel is het niet. We moeten op lange termijn denken. We moeten zo snel mogelijk zo weinig mogelijk fossiele energie gebruiken, dat is de korte termijn. Maar deep decarbonisation, zoals dat heet, is het uiteindelijke doel.”

Dat is nul­uitstoot, dus?

Deschoolmeester: “Ja, om de klimaatverandering te stoppen is het belangrijkste doel om zo snel mogelijk een netto-uitstoot van nul te bereiken. De komende tien jaar kunnen we veel laag­hangend fruit plukken – met meer hernieuwbare energie, meer elektrische voertuigen, enzovoort. Maar de moeilijke vraagstukken zijn de productie van staal en beton, bijvoorbeeld. Het is héél uitdagend om dat uitstoot­vrij te doen.”

Rotthier: “Hetzelfde geldt voor aluminium, glas, kunst­mest, plastic, enzovoort.”

Deschoolmeester: “En voor de luchtvaart, de scheepvaart... Dat is géén laag­hangend fruit. En over die uitdagingen wordt te weinig gepraat. Die vergen innovatie, nieuwe technologische oplossingen.”

Laten we het over kern­energie hebben. Volgens Bill Gates is wat we nu doen om in 2030 tot een halvering van de uit­stoot te komen iets anders dan wat nodig is om in 2050 tot nul­uitstoot te komen. Dat kan volgens hem alleen met kern­energie.

Rotthier: “Zeker op wereldwijde schaal is kern­energie zeer belangrijk. We moeten onze blik verruimen. Dit debat gaat niet alleen over Europa. Ook Afrika moet de komende decennia groeien en welvarend worden, en het zou niet goed zijn als die groei vooral op steenkool gebaseerd zou zijn. Afrika zal dus echt een netwerk van kern­energie moeten uitbouwen. Al is ook zonne-energie belangrijk in Afrika, natuurlijk.”

Deschoolmeester: “Ontwikkelingslanden hebben betrouwbare, stabiele elektriciteit nodig, en die kan mede geleverd worden door kern­energie. Vandaag leven 860 miljoen mensen in energie­armoede. We moeten hen daaruit trekken. De totale hoeveelheid energie die online­gaming in Californië dit jaar gebruikt, is even groot als de hoeveelheid die Ethiopië, een land met honderd miljoen inwoners, dit jaar verbruikt. We hebben dus veel méér energie nodig. Wij pleiten voor een mix van hernieuwbare en kern­energie.”

Ook in België? Moeten de bestaande centrales langer open­blijven dan gepland?

Rotthier: “Sowieso. Het is buitengewoon riskant om die centrales te sluiten. Het kan onze elektriciteitsbevoorrading in gevaar brengen.”

'Het is buitengewoon riskant om die centrales te sluiten. Het kan onze elektriciteitsbevoorrading in gevaar brengen.'Beeld © Bart Leye

Deschoolmeester: “En wat de federale regering wil doen, is gas­centrales bouwen, om energie te hebben als de zon niet schijnt en er geen wind is. Maar die centrales stoten veel koolstof­dioxide uit. De regering schiet zichzelf in de voet. België is het enige land in Europa dat in 2030 meer fossiele elektriciteit in de mix zal hebben dan vandaag.”

Rotthier: “De bouw van die gascentrales zal trouwens nog een probleem worden. Er is veel gedoe met de vergunningen. En over die kerncentrales: we moeten niet alleen de bestaande open­houden, we zullen er in Europa ook nieuwe moeten bouwen.”

Maar nieuwe kern­centrales zijn toch onbetaalbaar? Voorbeelden in Frankrijk en Finland tonen toch aan dat dát niet de simpelste optie is?

Rotthier: “Het is op dit moment geen goedkope optie, dat is waar. Maar zodra ze er staan, zullen ze wel zestig tot tachtig jaar dag en nacht, zeven dagen per week, stabiele elektriciteit leveren. We krijgen dus waar voor ons geld. We hadden die kerncentrales nooit mogen laten stagneren. We zijn bijna verleerd hoe we ze moeten bouwen.”

Deschoolmeester: “Terwijl men in Rusland en China goed weet hoe het moet. Rusland heeft een project waarbij het centrales levert voor veel andere landen. De prijzen in het Westen stijgen momenteel. Maar in het Oosten niet. Kleine modulaire reactoren die snel kunnen worden gebouwd, met slimme materialen en op een gestandaardiseerde manier – dat is de toekomst. Een recente studie aan het MIT, het Massachusetts Institute of Technology, toont dat ook aan.”

Rotthier: “Men zegt soms dat eco­modernisten rekenen op luchtkastelen en mirakels, maar kijk eens naar de Verenigde Staten: de nieuwe president Joe Biden heeft de bocht helemaal gemaakt. De Democraten willen nu kern­energie een deel van de oplossing maken. Biden neemt de leiding; denk ook aan de internationale klimaat­top die hij bij elkaar heeft geroepen.”

Wat met het kern­afval?

Deschoolmeester: “Geologische berging. Geologen weten perfect hoe ze dat veilig kunnen doen, in stabiele grondlagen.”

Rotthier: “Mensen zijn geobsedeerd door kern­afval. Ten onrechte. Hoort u iemand ooit vragen wat we met het probleem van het cadmium-, ar­seen- en kwik­afval moeten doen? Kern­energie is trouwens een van de veiligste energiebronnen, met het minste aantal menselijke doden per geproduceerd terra­wattuur.”

Het klimaat wordt ook dodelijk. Anuna De Wever had het onlangs over hitte­golven die ook bij ons in korte tijd tot de dood kunnen leiden.

Rotthier: “Ze heeft gelijk. Als zowel de lucht­vochtigheid als de temperatuur erg hoog zijn, kun je niet meer zweten en wordt je lichaam als het ware gekookt.”

Deschoolmeester: “De vraag is nu: wat gaan we daaraan doen? In ontwikkelingslanden kunnen zulke hitte­golven enorme rampen veroorzaken. We moeten ervoor zorgen dat mensen daar kunnen schuilen in infrastructuur met airco. Airco kan levensreddend zijn in die landen. Maar het verbruikt, opnieuw, heel veel energie.”

De N-VA is ook pro-kernenergie en profileert zich als een eco­realistische partij. Is dat hetzelfde als eco­modernistisch?

Deschoolmeester: “Nee, dat is een afkooksel. Wat in het eco­realisme ontbreekt, is het humanisme, dat bij ons centraal staat. De N-VA wil zich ook te veel profileren als anti­groen. Nu hebben wij ook kritiek op het ecologisme, maar het argument dat groen beleid ons geld zal kosten, is niet het meest overtuigende: de energie­transitie zal sowieso geld kosten, of we nu kiezen voor kern­energie of voor hernieuwbare energie.”

Rotthier: “Eco­modernisme is veel ambitieuzer dan eco­realisme. Ik zeg niet dat alles wat N-VA doet, slecht is. Denk aan de Blue Deal van Vlaams minister van Milieu Zuhal Demir – wat zij wil doen om het grondwaterpeil te verhogen, is een uitstekende maatregel.”

Deschoolmeester: “Maar Michael Shellen­berger uitnodigen was een fout.”

De Amerikaanse milieu­activist was twee jaar geleden te gast op een N-VA-congres over kern­energie.

Deschoolmeester: “En hij is gewoon een lobbyist geworden.”

Rotthier: “Shellenberger is van ’t padje, om het zo te zeggen. Hij wijst hernieuwbare energie gewoon af, en dat is geen productieve houding.”

Deschoolmeester: “Hij wil 100 procent inzetten op kern­energie. Wij willen alle opties op tafel. Wij liggen niet alleen wakker van energie, trouwens. Er zijn veel andere thema’s die wij bestuderen.”

Rotthier: “Een belangrijke inspiratiebron is wijlen Hans Rosling, de Zweedse gezond­heids­prof die de wereld statistiek leerde, zoals Conscience zijn volk leerde lezen. Hij heeft ons wereldbeeld up-to-date gebracht, door te tonen hoeveel mensen uit de extreme armoede zijn ontsnapt, bijvoorbeeld. Ik vind zulke thema’s enorm schrijnend, en daarom wil ik er alles aan doen om het debat daarover de goede, rationele kant op te sturen. Er zijn Afrikaanse kinderen die hun huiswerk bij kaars­licht moeten maken. Er is de honger in Afrika, die we nooit zullen kunnen oplossen zonder nieuwe technologieën.”

Deschoolmeester: “Dan komen we bij de gen­technologie. Die kan veel betekenen voor de landbouw, door gewassen te ontwikkelen die droogte­resistent zijn, of die een hogere opbrengst hebben. Als arme boeren meer kunnen verkopen, kunnen ze uit de armoede ontsnappen. Technologie kan zeer emanciperend werken.”

Rotthier: “Ook betere irrigatie is belangrijk, precisie­landbouw, zeg maar. De impact op het milieu zal veel kleiner zijn. Onze landbouw heeft veel nadelen, maar het is verkeerd om te denken dat we daar niets aan kunnen veranderen. Je kunt met robots kunst­mest plantje per plantje toedienen.”

Deschoolmeester: “Wij willen naar een ander soort grootschalige landbouw. De tijd van het maximale sproeien is voorbij. We moeten veel beter omgaan met onze middelen, met water, met kunstmest, met pesticiden. Tegelijk willen we een afbouw van de vee­stapel, wat onder meer zal kunnen door de ontwikkeling van kweekvlees.”

Thomas Rotthier: 'Dit debat gaat niet alleen over Europa. Ook Afrika moet de komende decennia groeien en welvarend worden.'Beeld Wouter Maeckelberghe

Rotthier: “Door minder vlees te eten, vangen we verschillende vliegen in één klap. En ik denk dat kweekvlees enorm disruptief zal zijn. Ik vind het geen probleem dat mensen al eens een biefstuk eten, als delicatesse, maar dat hoeft toch niet elke dag? De productie van vlees is ook een van de grootste oorzaken van ontbossing wereldwijd.”

Een belangrijk concept in het eco­modernisme is dat van de ontkoppeling: wat betekent dat precies?

Deschoolmeester: “We willen meer mensen voeden en van energie voorzien en tegelijk minder belastend zijn voor milieu en klimaat.”

Rotthier: “We willen economische groei los­koppelen van ecologische schade.”

Deschoolmeester: “Er is ook het idee dat de harmonie tussen mens en natuur moet worden doorbroken. Dat klinkt drastisch, alsof je niet meer in de natuur mag wandelen. Maar dat bedoelen we niet. Het punt is dat je de menselijke impact zodanig verkleint dat je de natuur meer ruimte geeft en met rust laat. Meer wilde natuur, dat is het doel.”

Rotthier: “Het is goed dat mensen in steden wonen. Dat is veel efficiënter. Ik ben het eens met Dirk Holemans van de denktank Oikos, die het heeft over de vijftien­minuten­stad: een groene en leefbare stad waarin alles op vijftien minuten bereikbaar is, met meer ruimte voor fietsers en openbaar vervoer.”

Deschoolmeester: “U merkt het: het water tussen ecologisten en eco­modernisten is niet altijd zo diep. Zo is onze relatie met de mensen van Jong­Groen ook goed: ik heb een directe lijn met covoorzitter Jordy Sabels. Je voelt dat er bij die jongeren in de partij heel wat pragmatisme groeit, bijvoorbeeld over gen­technologie.”

Rotthier: “Alleen de moederpartij wil nog niet mee. De discussie over genetisch gemodificeerde gewassen die de jongeren­afdeling wilde, is in de kiem gesmoord.”

De covid­vaccins zijn op die ­gen­technologie gebaseerd, niet?

Deschoolmeester: “Absoluut. Een ecologist die consequent is, moet het covid­vaccin weigeren, want het is gemaakt met gentechnologie. Die hypocrisie begrijp ik niet. We gebruiken miljarden van die vaccins, om mensenlevens te redden, maar in de landbouw zouden we die technologie dan niet mogen gebruiken. Wat de corona­crisis ons heeft geleerd, is: waar een wil is, is een weg. Zo kunnen er straks vaccins tegen kanker komen. Ook voor zeldzame ziekten, zoals die van Thomas, kan de RNA-technologie voor doorbraken zorgen.”

Welke zeldzame ziekte hebt u precies, mijnheer Rotthier?

Rotthier: “Een erfelijke stofwisse­lings­ziekte: de afval­fabriekjes van mijn cellen werken niet goed. Daardoor raakt het afval opgestapeld in mijn gewrichten en bindweefsel. Nu krijg ik elke week een infuus met bepaalde enzymen, waardoor mijn conditie verbetert. Daar ben ik erg blij mee. Dat die geneesmiddelen mijn levenskwaliteit, en ook mijn levensverwachting, zo verbeteren, is een bron van mijn vooruit­gangs­optimisme. Zonder de geneeskunde zou ik in een veel slechtere conditie zijn, en veel meer pijn hebben.”

Deschoolmeester: “Ook voor mij is die geneeskunde een enorme motivatie om in de biotech te werken, en het eco­modernisme te bepleiten. Er zullen in de nasleep van deze vaccins de komende tien jaar veel nieuwe ontwikkelingen volgen.”

Rotthier: “En het zou mooi zijn mocht de hele mensheid daarvan kunnen profiteren. Ik vind het zo erg dat zoveel kinderen nog altijd malaria krijgen en daardoor niet meer naar school ­kunnen of zelfs sterven, terwijl er allang een ­eenvoudige oplossing is: netjes die zijn behandeld met een middel dat de malaria­mug tegenhoudt.”

Deschoolmeester: “Er zou nu ook een vaccin tegen malaria ontwikkeld zijn. Dat is toch fantastisch nieuws. Er zullen nog prachtige dingen voor de mensheid gebeuren.”