Direct naar artikelinhoud
InterviewDe vragen van Proust

Kaat Bollen: ‘In mijn naïviteit had ik mijn eigen praktijk en kon ik me privé uitdrukken zoals ik wilde’

‘Ik heb borsten die nogal aanwezig zijn en kreeg al heel vroeg van mijn ouders commentaar op mijn decolletés. ‘Kaat, trek dat topje omhoog!’ Zo’n negatieve kijk wil ik mijn kinderen niet meegeven.'Beeld © Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Drieëntwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Vandaag: seksuologe Kaat Bollen (34). Wie is zij in het diepst van haar gedachten?

Hoe oud voelt u zich?

“Zesentwintig, is mijn eerste reactie. Ik voel me nog altijd onbezonnen, nog altijd veel meer een meisje dan een vrouw, maar het moederschap heeft me wel ouder gemaakt.

“Toen ik 30 werd heb ik op mijn feestje zitten janken. Dit huis was één grote bouwval, ik had geen kinderen en had het idee dat ik nog nergens stond in mijn leven. Drie maanden later was ik zwanger van een tweeling. (lacht)

“Op zich heb ik nu alles bereikt wat ik wilde bereiken. Dat is een straffe uitspraak, maar het is wel oprecht zo. Ik heb mijn kinderen, een lieve man, een eigen huis, een eigen praktijk, geef les, heb de Ladies Nights waarin ik mijn creativiteit kwijt kan. Als de komende dertig jaar zo blijven, is dat best oké.”

Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Ik ben koppig, impulsief en chaotisch. Nooit gediagnosticeerd, maar ik vermoed wel dat ik een vorm van ADHD heb. Daarom vind ik het fantastisch om me in mijn praktijk enkel op de persoon tegenover mij te concentreren, terwijl ik voor de rest met niets anders bezig hoef te zijn.”

BIO

* seksuologe, auteur, regisseur en tv-presentatrice * geboren op 27 mei 1986 * werd bekend na een deelname met haar tweelingbroer aan De pappenheimers in januari 2011 * bracht in dat jaar Het schaamhaarboek uit * latere boeken: Het borstenboek (2012) en Boek der lusten (2015) * bracht in 2017 de pornofilm A Girls’ Getaway uit * presenteerde op tv o.m. Alle dagen seks; werkt(e) mee aan Spuiten en slikken, Galileo, Sean Late Night en In vertrouwen * is lector op het postgraduaat Seksuologische Hulpverlening op de UCLL * stond begin dit jaar de titel van psycholoog af nadat de tuchtraad van de Psychologencommissie had geoordeeld dat ze imagoschade toebracht aan de beroepsgroep

Wat is uw passie?

“In het algemeen vind ik het heel fijn om mensen te inspireren en aan te moedigen om zichzelf te durven zijn. Ik hou van mijn praktijk, ik geef graag les op de hogeschool.

“De drijfveer om psychologie te gaan studeren was dat ik in mijn omgeving mensen met psychische problemen had die eigenlijk nergens de juiste hulp vonden. Ik wilde zelf uitzoeken of het anders kon, en ik denk ook wel dat ik het anders aanpak. Maar ik heb intussen professioneel al heel wat tegenkanting gekregen, en er zal er nog wel komen. Het is alsof dat bij mijn leven hoort.

“Na mijn opleiding psychologie wilde ik graag een extra diploma seksuologie behalen. Om dat te kunnen betalen ben ik als psychologe in een centrum voor integrale gezinshulp gaan werken. Maar toen ik met mijn eindwerk over schaamhaar in De pappenheimers en daarna in alle media kwam, begonnen de problemen. Vooral omdat het dan ook nog eens in boekvorm verscheen. De directie hoopte wellicht dat ik een eendagsvlieg was en dat de hype snel zou overwaaien.

“Maar toen kwam er een tweede boek, Het borstenboek, en dat was de druppel. De samenwerking werd stopgezet. De directie vond het niet kunnen dat ik me over die onderwerpen bleef uiten. Wat ik heel dubbel vond, want we werkten vooral met tienermoeders. Het is toch zonde dat je als psychologe niet over seksualiteit zou mogen praten?

“En een tijdje terug was er dan de rel met de psychologencommissie. Ik had nooit gedacht dat ik een officiële waarschuwing zou krijgen. In mijn naïviteit had ik mijn eigen praktijk en kon ik me privé uitdrukken zoals ik wilde. Stond in de deontologische code van de commissie dat je je als psycholoog in je privéleven niet sexy mag kleden, dan was ik nooit lid geworden. Daarom heb ik mijn titel ook ingeleverd. Volgens de commissie zou ik de waardigheid van het beroep geschonden hebben. Daar kan ik het niet mee eens zijn. Want wat houdt die waardigheid precies in? Dat staat nergens gedefinieerd. Dus is het pure willekeur.

‘Ik weet niet of ik met mezelf zou kunnen leven.Beeld © Stefaan Temmerman

“Daarnaast ben ik ook veroordeeld omdat ik een webshop heb. Als psycholoog mag je geen producten aan de man brengen. Wat bijzonder is, want veel psychologen publiceren boeken en dat is blijkbaar geen probleem. Maar seksspeeltjes verkopen, dat is een brug te ver. Dat is niet intellectueel genoeg, dat past niet bij het ivorentorenbeeld dat mensen blijkbaar van een psycholoog moeten hebben.

“Ik ben blij dat de heisa nu afgesloten is, want het was heel heftig om ineens overal onderwerp van gesprek te zijn, en dan nog op zo’n gedepersonaliseerde manier. Telkens als het over de zaak-Kaat Bollen ging, dacht ik: ík ben Kaat Bollen, dit gaat over mij als mens.

“Maar ik blijf het wel pijnlijk vinden dat ik nu geen psycholoog meer ben. Het was ontzettend moeilijk om die titel in te leveren, omdat ik er tenslotte vijf jaar voor gestudeerd heb en die job ook tien jaar met passie heb uitgeoefend. Telkens als ik me nu aan cliënten voorstel, moet ik even nadenken (slikt): nee, ik ben geen psycholoog meer, dat mag ik niet meer zeggen. Ik ben oplossingsgericht therapeut en seksuoloog.

“Gelukkig heb ik meer dan één diploma. Maar ik sta wel nog altijd pal achter mijn beslissing. Ik vind dat ik de juiste keuze heb gemaakt. Ik leer mensen in mijn praktijk dat een waardevolle stap zetten niet altijd makkelijk is, dat heb ik nu zelf aan den lijve ondervonden.”

Hoe was uw kindertijd?

“Ik was heel braaf. Mijn mama is godsdienstlerares en mijn papa is hoofdinspecteur bij de politie. Ik was het voorbeeldige kind, haalde altijd goede punten, deed ballet en dictie en had nooit een vriendje. Heel plichtsbewust. Ik was de gedroomde dochter, denk ik, tot ik op kot ging en ruimte en tijd voor mezelf kreeg. Toen heb ik de schade ingehaald. Ik ben gaan buikdansen, kreeg vriendjes en ben gaan experimenteren met seks. Ik ben er zeker van dat kinderen die vroeger bij mij op school hadden gezeten, iets hadden van: is dit Kaat? Volgens mijn ouders heb ik toen pas mijn puberteit beleefd. (lacht) Goede punten halen ben ik wel blijven doen.”

'Veel psychologen publiceren boeken en dat is blijkbaar geen probleem. Maar seksspeeltjes verkopen, dat is een brug te ver. Dat is niet intellectueel genoeg.'Beeld © Stefaan Temmerman

Wat is uw vroegste herinnering?

“Dat mijn mama zwanger was en ze ons op de speelplaats kwam vertellen dat het een meisje ging zijn. En dat ik keiblij was, en mijn broers keiboos.” (lacht)

Is het leven voor u een cadeau?

“Nee, ik vind dat geen realistische visie. In therapie gaan we ervan uit dat het leven lijden is. Dat klinkt misschien deprimerend, maar leven is inherent verbonden aan lijden. De mensen die je graag ziet, verdwijnen: ze gaan weg of sterven. Het leven is niet maakbaar. Er zullen altijd erge dingen gebeuren en je moet zoeken naar manieren om daarmee om te gaan.

“Ik vind het leven zeker niet één groot feest. Ik geniet wel van het leven, maar dan nog vind ik het bij momenten best zwaar. Dat moet je gewoon aanvaarden, anders wordt het nog zwaarder. Zeker in deze tijden van sociale media waarin iedereen een ‘hoogtepuntenbestaan’ lijkt te hebben. Er is weinig ruimte voor rouw, pijn en verdriet. Ik probeer dan ook mensen aan te moedigen om die gevoelens te accepteren. Wat niet betekent dat je je eraan moet overleveren of je moet laten gaan. Wel denk ik dat de aanvaarding ervan nieuwe perspectieven opent.”

Welk gelukscijfer geeft u zichzelf?

“Zeker geen tien. De kinderen zijn nu 3,5 en dat is nog altijd best pittig. De familie van mijn man woont in Nederland en hebben we al een half jaar niet meer gezien door corona. Ik vind het leven nog altijd uitdagend genoeg, maar op zich zijn alle belangrijke elementen aanwezig om vertrouwen te hebben in de toekomst.”

Wat is uw zwakte?

“Zal ik mijn man even roepen, die kan wel wat opsommen. (lacht) Ik ben chaotisch, rommelig, koppig, emotioneel, fel. Elke persoonlijkheidstrek heeft een positieve en negatieve zijde. Maar ik ben geen gemakkelijk mens om mee samen te leven, daar ben ik heel zeker van. Ik weet niet of ik met mezelf zou kunnen leven.”

Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Een aantal weken geleden, toen twee van mijn vrienden hier waren. Ook twee therapeuten. Ik weet niet waarom, het zat me die dag hoog. Ik was ook bang dat ze de kleuterscholen gingen sluiten. Thuiswerken met twee kinderen, een tweeling van 3,5, heeft iemand daar ooit al eens bij stilgestaan hoe dat moet?”

‘In deze tijden van sociale media lijkt iedereen een ‘hoogtepuntenbestaan’ te hebben. Er is weinig ruimte voor rouw, pijn en verdriet.’Beeld © Stefaan Temmerman

Bent u ooit door het lint gegaan?

“Mijn mama heeft een paar jaar geleden een herseninfarct gehad, waardoor ze halfzijdig verlamd is geraakt en soms last heeft van afasie. Vooral als ze gestrest is, komt ze moeilijk uit haar woorden. Ik herinner me één moment, toen we nog bij mijn ouders woonden en de kinderen nog heel klein waren, dat ze iets over mijn moederschap zei. Waarschijnlijk niet negatief bedoeld, maar door haar afasie klonk het heel onhandig. Toen ben ik echt heel boos en verdrietig geworden.

“Ik voelde me al ‘gefaald’ als vrouw omdat ik niet natuurlijk was kunnen bevallen en niet natuurlijk kon voeden. En dan had je nog die hele borstvoedingsmaffia die zich ermee bemoeide, wat ik verschrikkelijk vond. Echt de hel. Nee, die tijd hoef ik niet per se over te doen. (lacht)

“Ik merk dat ik sinds mijn moederschap heel gevoelig ben, omdat ik het goed wil doen natuurlijk, maar ook omdat ik het gewoon zwaar vind. Ik zie mijn kinderen doodgraag, maar had nooit verwacht dat het moederschap zo heftig zou zijn. Ik heb heel lang gedacht dat kinderen krijgen de grootste fout van mijn leven was: ‘Wat hebben we toch gedaan! Wat hebben we toch gedaan!’ Dat eerste jaar was puur overleven. Mijn man en ik hebben dan ook afgesproken: tot de kinderen vier jaar zijn, wordt er niet gescheiden.” (lacht)

Welke kleine alledaagse gebeurtenis kan u blij maken?

“De zon die binnenvalt, een liedje op de radio, rustig samenzijn met mijn man.

“Wakker worden met één of twee kinderen naast of op ons. Een armpje of een beentje voelen en denken: o, fijn.”

Wat biedt u troost?

“Huidcontact. Menselijke warmte, maar ook een warme douche of bad.

“En na de rel met de psychologencommissie? De massale hartverwarmende reacties die ik gekregen heb. De dag voor het in de pers kwam, heb ik geen oog dichtgedaan. Voor hetzelfde geld werd ik gelyncht. Maar talloze vrouwen herkenden zich in mijn situatie, omdat ze ook al door een overste aangesproken waren op hun kledingstijl of op foto’s op hun privéaccount of seksistische opmerkingen hadden gekregen. Daarom ben ik ermee naar buiten gekomen. Vóór mij waren er duizenden andere vrouwen. Duizenden voorvallen die de pers niet halen omdat vrouwen bang zijn of zich schamen.”

Wat is uw grootste angst?

“Dat er iets met de kinderen gebeurt. Mijn papa zijn devies is daarom ook dat je beter twee kinderen hebt, want als een van beiden sterft, heb je nog de ander om voor te leven.”

‘Ik heb heel lang gedacht dat kinderen krijgen de grootste fout van mijn leven was: ‘Wat hebben we toch gedaan! Wat hebben we toch gedaan!’ Dat eerste jaar was puur overleven.’Beeld © Stefaan Temmerman

Welk moment zou u graag herbeleven?

“Mijn trouw. Ik vond dat oprecht de mooiste dag van mijn leven. We zijn getrouwd in de tuin van mijn ouders met een mooie ceremonie voor een dertigtal gasten. Ik hou van de kracht van rituelen. Zo is mijn trouwring gemaakt met het goud van mijn mama’s verlovingsring. Zo heeft mijn mama tijdens haar speech het fragment uit De kleine prins (van Antoine de Saint-Exupéry, 1943, red.) gebruikt dat destijds op haar huwelijk werd voorgelezen.

“Die dag stond niet alleen in het teken van mijn man en mij, maar ook van iedereen die we dankbaar zijn voor wat we hebben gekregen en verder willen doorgeven.”

Hoe definieert u liefde?

“Als onvoorwaardelijk. Zeker wat mijn eigen bloed betreft. Wat mijn man betreft, vermoed ik wel dat er ergens een breekpunt zou zijn. Maar ik zou niet meteen weggaan mocht hij ontrouw zijn. Ik zie veel mensen in mijn praktijk die te maken hebben met ontrouw en kan de menselijkheid daarvan inzien. Ik zou het zelfs begrepen hebben mocht Ian de afgelopen vier jaar vreemdgegaan zijn. Het was zo heftig met de verbouwing, de tweeling, ik was ook niet altijd de leukste vrouw. Maar volgens mij heeft hij het niet gedaan, en daar ben ik blij om. Ik ben niet iemand die op de vlucht slaat als het moeilijk wordt, daarom denk ik dat mijn liefde naar hem toe ook vrij onvoorwaardelijk is.”

Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Niet echt religieus, maar tussen mijn tweelingbroer en mij is er wel een lijntje dat niet meteen te verklaren valt. Ik ben altijd een grote fan geweest van Janis Joplin. Een van mijn favoriete quotes van haar is: ‘Freedom is just another word for nothing left to lose’. En een paar jaar geleden kwam mijn broer ineens thuis met die uitspraak op zijn arm getatoeëerd. Terwijl ik daar nooit iets over verteld had. Dat zijn zo van die momenten waarop je weleens verbaasd opkijkt.”

Welk boek heeft een bijzondere betekenis voor u?

De kleine prins. Ik heb dat boek in het eerste middelbaar van een wiskundelerares gekregen met wie ik een goed contact had. Ik ben altijd al een specialleke geweest en werd op school gepest. Omdat ik geen eenheidsmateriaal ben, denk ik. Ze had er ook een lief voorwoordje in geschreven.

'Dit is echt zo’n groot misverstand over mij, dat ik mezelf heel sexy en aantrekkelijk zou vinden en daarom met mijn lichaam te koop loop. Ik voel me best onzeker.'Beeld © Stefaan Temmerman

“Op onze trouw heeft mijn mama er een fragment uit voorgelezen, over de vos die aan de prins vraagt: ‘Alsjeblieft, wil je mij tam maken?’ Het boek zit vol levenslessen, vol puurheid, mooi verpakt met humor.”

Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Sinds de bevalling van mijn tweeling is mijn lichaam niet meer hetzelfde, daar worstel ik mee. Ik probeer het wel te omarmen zoals het is. Dit is echt zo’n groot misverstand over mij, dat ik mezelf heel sexy en aantrekkelijk zou vinden en daarom met mijn lichaam te koop loop. Ik voel me best onzeker en heb genoeg vrouwelijke complexen.

“Het helpt wel dat mijn kinderen soms zeggen: ‘Mama, je bent zo mooi!’, ook al loop ik hier rond in Ma Flodder-kleren. (lacht) Naar hen toe probeer ik wel body positivity uit te stralen. Ik heb borsten die nogal aanwezig zijn en kreeg al heel vroeg van mijn ouders commentaar op mijn decolletés. ‘Kaat, trek dat topje omhoog!’ Zo’n negatieve kijk wil ik hun niet meegeven. Daarom vind ik het belangrijk om samen in bad te gaan bijvoorbeeld, en positief over mijn lichaam te spreken, want dat horen ze natuurlijk.

“Ik denk dat we als maatschappij sowieso te veel in ons hoofd leven en daardoor een belangrijke connectie met ons lichaam zijn kwijtgeraakt. Ons leven bevindt zich bijna uitsluitend op het rationele niveau, wat zich vertaalt in burn-outs en psychische en seksuele problemen. Ik probeer me daar zelf bewust van te zijn, wat niet altijd lukt.”

Wat vindt u erotisch?

“Als Ian me in de nek kust, krijg ik overal kippenvel. Dat heb ik nog nooit met een andere man meegemaakt, en ik heb er toch al een aantal gehad. Soms als we ruzie hebben, plaagt hij mij daarmee. ‘Dat doet je lichaam bij niemand anders, hè Kaat’, en dan geeft hij mij weer een kus in de nek. Hij heeft gelijk, ik reageer daar heel fel op.”

Wat is de speciaalste plek waar u ooit de liefde hebt bedreven?

“In zee in de Dominicaanse Republiek na een of ander uitje. Maar als seksuologe zou ik dat nu niet meteen aanraden. Want wat zit er allemaal in dat water? (lacht) En door de wrijving kan het ook een pijnlijke bedoening worden. Maar toen was dat blijkbaar geen probleem. Ik was dan ook heel erg verliefd.

“Ik denk dat onder water vrijen een typische fantasie is die in het echt meestal tegenvalt.”

‘Ik heb vaak mensen in mijn praktijk die zeggen: ‘Had ik maar een glazen bol.’ Lijkt me echt de hel.’Beeld © Stefaan Temmerman

Waarover bent u de laatste tijd dieper gaan nadenken?

“Over het soort moeder dat ik wil zijn. Omdat de opvoedkundige principes van mijn ouders en die van mij nogal botsen. Ik probeer mijn kinderen vooral autonomie, competenties en zin voor connectie bij te brengen. Naar mijn ouders, een leerkracht en politie-inspecteur, moest er vooral geluisterd worden. Tucht, orde. Mijn kinderen luisteren meer naar mijn ouders dan naar ons. Moet ik niet strenger optreden en meer straffen, vraag ik me soms af. Want je wordt door de buitenwereld wel afgerekend op het gedrag van je kinderen en op je gezag.

“Kan ik met mijn kinderen eigenlijk wel buitenkomen? (lacht) Mijn dochter is even impulsief en energiek als ik. Enerzijds wil ik dat mijn kinderen zichzelf kunnen zijn want ze zullen zich later nog genoeg moeten plooien. Anderzijds wil ik niet in affronten vallen en het mezelf nog moeilijker maken. Ik vind dat een moeilijk evenwicht, daar worstel ik mee.

“Ik merk ook als ik het te druk heb of stress heb, dat ik niet de mama ben die ik wil zijn. Onlangs had mijn dochtertje iets uitgespookt en heel de keuken lag om. Mijn haar zat onder de slagroom, terwijl ik dringend naar een cliënt moest. Ik kon er gewoon mee lachen. Toen dacht ik: dit is de mama die ik wil zijn. Het is tenslotte maar slagroom.

“Hoe kan ik voor mezelf een context creëren waarin ik de mama kan zijn die ik wil zijn? Dan kan ik ook de partner zijn die ik wil zijn. Dat is iets wat me bezighoudt.”

Hoe zou u willen sterven?

“Ik denk op de manier dat mijn kinderen willen dat ik sterf. Daarna ben ik dood en ik geloof persoonlijk niet in leven na de dood. Dan maakt het voor mij niet meer uit. Ik denk dat de manier van afscheid nemen voor nabestaanden belangrijk is. Ik heb een voorkeur voor crematie, maar als mijn kinderen mij liever begraven, is dat ook goed. Het belangrijkste is dat er een ritueel is waar zij verder mee kunnen leven.”

Welke droom zou u nog willen realiseren?

“Ooit zou ik graag een maand met de kinderen in Thailand door de natuur trekken. Voor de rest kan ik mezelf gelukkig prijzen. Ik vind mijn leven heel waardevol. Hopen dat het zo blijft. Ik zou geen glazen bol willen hebben, je wilt de toekomst niet kennen. Ik heb vaak mensen in mijn praktijk die zeggen: ‘Had ik maar een glazen bol.’ Lijkt me echt de hel. Je kunt niet meer in vrijheid leven.”