Direct naar artikelinhoud
AchtergrondWoon-zorgcentra

Commerciële rusthuizen investeren het minst in extra personeel, maar: ‘Statistieken vertellen niet het hele verhaal’

Niet iedereen gaat mee in de redenering dat commerciële rusthuizen onder­investeren.Beeld ANP

Van alle Vlaamse rusthuizen investeren de commerciële het minst in bijkomend personeel. En dat wringt bij sommigen, want het zijn net deze rusthuizen die de hoogste dagprijzen vragen. ‘Dat valt toch niet te rijmen?’

De ouderenzorg kampt al jaren met een tekort aan zorg- en verpleegkundigen. Een van de redenen is de te lage wettelijke personeelsnorm. Die maakt dat rusthuizen genoodzaakt zijn om extra mensen aan te nemen. Dat zogenaamde ‘bovennormpersoneel’ moeten ze volledig of grotendeels zelf bekostigen. 

Opmerkelijk: de investeringen in dat extra personeel gaan in de sector allesbehalve gelijk op. Nieuwe cijfers leren dat het vooral de openbare woon-zorgcentra zijn die meer mensen aanwerven. Dat stelt Vlaams Parlementslid Lise Vandecasteele (PVDA) vast na een schriftelijke vraag aan minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V). Zijn antwoord leert dat in de periode 2019-2020 bij de openbare of OCMW-rusthuizen 31,65 procent van het totale personeel boven de lage wettelijke norm zit. Bij de door vzw’s gerunde woon-zorgcentra gaat het om 18,17 procent. De commerciële bengelen onderaan met 13,69 procent bovennormpersoneel. 

Aantasting zorgkwaliteit?

Die laatste vaststelling verontrust Vandecasteele. “Want de private woon-zorgcentra krijgen door de taxshift net korting op de RSZ-bijdrage voor het personeel, wat extra aanwervingen voor hen aantrekkelijker maakt”, merkt ze op. Daar komt bovenop dat de commerciële centra ook nog eens hogere dagprijzen vragen: bewoners betalen er tot 200 euro per maand meer dan in een openbaar rusthuis. “Ik snap niet hoe dat met elkaar te rijmen valt. Ik vrees dat er vooral bespaard wordt op personeel om meer winst te maken. Zoiets kan absoluut niet. Ouderenzorg mag geen cashkoe zijn.”

Dat beknibbelen op personeel zorgt volgens haar niet alleen voor veel klachten over te hoge werkdruk; ze kan ook de zorgkwaliteit aantasten. “Er zijn steeds meer alarmbellen die afgaan. Recent bleek nog dat het merendeel van de woon-zorgcentra die door de Vlaamse Zorginspectie onder verhoogd toezicht zijn geplaatst, in de commerciële sector zitten.”

Inhaalbeweging

Kristof D’Exelle van Vlozo, de koepel van onafhankelijke woon-zorgcentra, ontkent het verschil in bovennormpersoneel niet. Het zegt volgens hem iets over het aantal mensen, maar niet over het aantal gewerkte uren. “We vragen al langer om ook die uren te meten. Volgens ons zal dat aantonen dat de private sector veel efficiënter omspringt met haar werkkrachten.” 

Tegelijkertijd heeft hij het over een historische achterstand. “We zijn een jonge sector, met veel nieuwe woon-zorgcentra, waardoor de personeelsfinanciering minder is. We zijn aan een inhaalbeweging bezig.”

Dat de commerciële sector minder kwaliteitsvol zou werken, spreekt hij tegen. “De realiteit is dat alle woon-zorgcentra aan dezelfde eisen moeten voldoen. Er is geen bewijs dat de kwaliteit tussen commerciële, openbare of vzw-rusthuizen zou verschillen.” 

‘Meer transparantie nodig’

Gezondheidseconoom Jeroen Trybou (UGent) vindt dat de statistieken over bovennormpersoneel niet het volledige verhaal vertellen. “In de openbare sector heeft het personeel meer verlof, waardoor je meer mensen in dienst moeten nemen”, geeft hij als voorbeeld. Volgens hem wordt ook niet al het personeel meegerekend. Volgens hem is het zinvoller om op een individueel niveau in te zoomen. “Het zou beter zijn om te weten hoeveel personeel in een bepaald woon-zorgcentrum werkt, en hoe zich dat verhoudt tot de dagprijs. Daarover is nog veel meer transparantie nodig.”

Vast staat dat in juli de normering in de sector, via het sociaal akkoord VIA6, wordt opgetrokken. Dat zou, zo menen de meeste experts, op termijn de verschillen in personeel tussen de verschillende types rusthuizen moeten wegwerken. 

In de tussentijd wijst minister van Welzijn Wouter Beke op de grote variaties die binnen elke beheersinstantie mogelijk zijn. “De organisatiestructuur is bij elke voorziening anders. Waar je kleinschaliger werkt, heb je meer personeel nodig”, reageert hij. Hij maakt zich sterk dat VIA6 ertoe zal leiden dat commerciële voorzieningen meer personeel zullen aannemen.