Direct naar artikelinhoud
NieuwsCoronamaatregelen

Vlaanderen en Brussel willen coronapas als ‘toegangsticket’ tot normale leven

Rudi Vervoort kwam met het idee op de proppen.Beeld Photo News

Met een coronapas naar de kapper of op restaurant? Vlaanderen en Brussel zien dat wel zitten, tenminste als iedereen de kans heeft gehad één prik te laten zetten. 

Het was Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) die de kat de bel aanbond. ‘Waarom roepen we geen coronapas in het leven, van zodra de hele bevolking de kans heeft gehad om zich te laten vaccineren?’, klonk het gisteren. Zo’n paspoort zou een soort ‘toegangsticket’ kunnen zijn, om bijvoorbeeld coronaveilig naar de kapper, een restaurant of een festival te gaan. Allicht hoopt Vervoort met zo’n coronapas toch meer Brusselaars over de streep te trekken om een prikje te laten zetten. De hoofdstad worstelt namelijk nog steeds met een vaccinatiebereidheid die lager ligt dan de rest van het land.

Ook Vlaams welzijnsminister Wouter Beke (CD&V) heeft wel oren naar zo’n coronapas, hoewel Vlaanderen hoogstwaarschijnlijk zonder problemen 70 procent van de bevolking zo ver krijgt om zich te laten vaccineren. Beke kleefde er meteen een datum op: vanaf 11 juli mag zo’n pas er komen, want dan wil de minister elke volwassen Vlaming minstens één prik gegeven hebben.

Bij de federale regering houden ze de lippen voorlopig nog stijf op elkaar over de plannen. Het coronacommissariaat zou dit weekend een eerste voorlopig rapport over vaccinprivileges aan minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) hebben bezorgd. De geesten in de Wetstraat lijken dus wel te rijpen voor zo’n coronapas. Dat betekent dat de politiek een kleine bocht gemaakt heeft: toen het woord ‘vaccinprivilege’ een maand geleden voor het eerst viel, gruwelde iedereen ervan het ‘samen uit, samen thuis’-principe overboord te gooien.

België zou niet het eerste land ter wereld zijn dat wat meer toelaat aan gevaccineerden. In Israël mag al wie minstens één spuitje heeft gehad, genieten van een vrijer leven. Ook in Denemarken bestaat zo’n coronapas ondertussen twee weken, al is het daar eerder een testbewijs dan een vaccin-attest. Wie nog geen twee prikken in de arm heeft gehad, kan zich als alternatief gratis laten testen en daarna 72 uur lang doen waar hij zin in heeft.

Dat Deens systeem – met een gigantische testcapaciteit – verschilt dus wel van de coronapas die de twee Belgische ministers voor ogen hebben. Zo zou voorwaarde één zijn dat iedereen op zijn minst de mogelijkheid gehad moeten hebben om zich te laten vaccineren. Nog een eis die Beke naar voren schuift: de coronapas moet juridisch onderbouwd zijn én het mag niet discrimineren.

Gelijkenkansencentrum UNIA waarschuwde maandag al dat men nooit een ‘dienst’ kan weigeren op basis van een vaccinatiestatus. Professor Grondwettelijk Recht Stefan Sottiaux (KULeuven) denkt echter dat de overheid zich niet in woelig juridisch vaarwater waagt met een coronapaspoort.