Direct naar artikelinhoud
NieuwsBinnenland

Molenberghs aan vooravond van miljoenste bevestigde besmetting: ‘Échte aantal ligt tussen 3 en 3,5 miljoen’

Biostatisticus Geert Molenberghs: ‘Die 1 miljoen bevestigde gevallen zijn een zeer grote onderschatting.’Beeld Eric de Mildt

Het ziet ernaar uit dat we morgen de symbolische kaap van 1 miljoen bevestigde besmettingen in ons land zullen ronden. Dat is af te leiden uit cijfers van gezondheidsinstituut Sciensano. Dat is echter nog maar het topje van de ijsberg. Het wérkelijke aantal ligt immers nog minstens drie keer hoger, berekende biostatisticus Geert Molenberghs (KULeuven/­UHasselt). 

“Die 1 miljoen bevestigde gevallen zijn een zeer grote onderschatting”, vertelt Molenberghs aan HLN. “In 2020 hadden we afgerond 650.000 bevestigde gevallen, maar we schatten dat er in werkelijkheid 2,5 miljoen besmettingen zijn geweest. De discrepantie in 2021 is minder groot.”

Dat laatste heeft te maken met het testbeleid, gaat hij verder. “Tijdens de eerste golf wisten we aanvankelijk niet hóé we moesten testen en daarna bleken er ook niet genoeg reagentia te zijn. Eind maart en begin april werd zo amper 1 op 50 tot - in het beste geval - 1 op 30 gevallen geïdentificeerd. Naar eind april en mei toe hebben we dat wat op orde gekregen en sindsdien is de schatting dat we eerder richting van 1 op 5 tot 1 op 3 gaan.”

Symptomen 

De bevestigde besmettingscijfers die elke dag gerapporteerd worden, zijn dus een stevige onderschatting van de werkelijkheid. “Mensen weten soms gewoon niet dat ze besmet zijn, omdat ze geen symptomen hebben. Of ze voelen wel iets, maar laten zich niet testen. Dat is een realiteit. Als we dat doortrekken tot vandaag zitten we nu vermoedelijk ergens tussen de 3 en de 3,5 miljoen echte besmettingen in ons land.”

De grafiek van het aantal besmettingen op basis van de cijfers van Sciensano geeft dus een ietwat vertekend beeld. “De eerste en de tweede piek zijn eigenlijk vergelijkbaar qua grootte als je de correctie hebt doorgevoerd. De andere curves - zoals die van het aantal hospitalisaties per dag, de bezetting van intensieve zorg en de positiviteitsratio - reflecteren beter de epidemie.”

Jongeren

De grootste onderrapportering is er bij jongeren. “Bij de -20 jarigen waren er in 2020 naar schatting 750.000 besmettingen. Toch werden er veel minder gevallen gerapporteerd. De reden? In de eerste golf werd er gewoon niet getest bij kinderen, of maar zeer uitzonderlijk. Als de toestand van het kind zeer ernstig was of er sprake was van comorbiditeiten, bijvoorbeeld. Men ging er ook vanuit dat kinderen quasi geen risico voor transmissie vormden. Daar zijn we nu wel van teruggekomen. Kinderen zijn misschien minder besmettelijk, maar ze zíjn wel nog altijd besmettelijk. In de tweede golf is er wat meer getest, maar wel met de handrem op. Het beleid is vooral gewijzigd in januari, toen de Britse variant begon te circuleren en we de grote schooluitbraken kenden. Toen is er een zeer uitgebreid testbeleid ontstaan in scholen. Denk maar aan Edegem en Hove, waar massaal getest werd in een poging om de Britse variant nog wat onder controle te houden. Nu vinden we dus veel meer.”

Jongeren
Beeld Photo News

Bij de oudere bevolking is er veel minder sprake van onderrapportering. “Bij de negentigplussers werd één op de twee gevallen vastgesteld. Dat is een heel andere ratio dan bij de jongeren, waar dat aanvankelijk 1 op 50 of zelfs minder was. Dat heeft ook te maken met de ziektelast, onder meer in de woonzorgcentra. De meeste ouderen die besmet raakten, ontwikkelden symptomen, vaak ook ernstige. De kans op mortaliteit bij ouderen was zeer groot. ‘Was’ want vandaag hebben we die groep gevaccineerd. Er werden dus veel meer gevallen ontdekt.”

Volg alle ontwikkelingen rond het coronavirus in onze liveblog.