Direct naar artikelinhoud
AchtergrondVlaams Audiovisueel Fonds

Kersvers VAF-voorzitter Bracke veroorzaakt meteen commotie rond subsidies voor Jan Verheyen

Voorzitter van het Vlaams Audiovisueel Fonds Siegfried Bracke (N-VA).Beeld Wouter Maeckelberghe

Amper is Siegfried Bracke aangesteld als voorzitter van het Vlaams Audiovisueel Fonds of de poppen gaan aan het dansen. Bracke wou een regisseur zelf laten kiezen voor welke film hij subsidies wou krijgen. Dat die regisseur Jan Verheyen is, blust de ophef niet. 

Twee projecten van Jan Verheyen lagen er op tafel bij het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) om financiële steun te krijgen: Happening, een grootse film over de brand in de Innovation in 1967, en Bittersweet Sixteen, een tienerfilm waarvan het scenario mee bedacht is door Verheyens dochter en die Lien Willaert, zijn vrouw, zou gaan regisseren. Jan Verheyen is producent van de film.

De beoordelingscommissie van het VAF, een team van experts dat alle subsidieaanvragen bestudeert en beoordeelt, is weinig gecharmeerd door Bittersweet Sixteen. Het thema vond men relevant en interessant, maar het project was ‘te middelmatig uitgewerkt’ en doorstond de vergelijking met andere projecten niet. Daarom kreeg het 0 op 5, wat aangeeft dat alle commissieleden er weinig in zagen. Happening daarentegen, ziet de jury wel helemaal zitten. De film, gebaseerd op een controversieel boek van Johan Swinnen als zou de brand een terroristische aanslag geweest zijn, kreeg een betoelaging van net geen miljoen euro subsidie geadviseerd.

Alleen was Siegfried Bracke het daar niet mee eens. Op de bijeenkomst midden april van de raad van bestuur, waarvan hij sinds kort voorzitter is, stelde hij voor om het advies van de beoordelingscommissie naast zich neer te leggen. Dat blijkt uit het verslag van de vergadering dat De Morgen kon inkijken. Volgens die notulen vroeg Bracke “om te overwegen om door Jan Verheyen een keuze te laten maken voor welk project hij steun krijgt”. 

Wat later blijkt dat Bracke liefst de subsidies wisselt: geen geld voor Happening, maar wel voor Bittersweet Sixteen. Die film vond Bracke appelleren aan jongeren, een groep “die het in deze tijden hard te verduren heeft gehad”. Nog volgens Bracke “kon het maatschappelijk nodig zijn om zo’n film te hebben.”

Demarche

De demarche van Bracke wordt, luidens dezelfde notulen, meteen gecounterd door andere leden van de raad van bestuur.  Zo wordt onder meer opgemerkt dat men “de beoordelingscommissies hun werk moet laten doen. Deze worden zorgvuldig samengesteld én ze doen hun werk grondig”. 

Als je hun advies niet volgt, zet je de deur open voor favoritisme, vreest men: de raad van bestuur kan dan à la tête du client deze of gene film steunen, al dan niet op basis van het feit of ze aansluiten bij de overtuigingen van de bestuurders. Bovendien wordt er ook opgemerkt dat je niet zomaar van producties kan wisselen omdat daar een hele cast en crew aan verbonden is. 

De vraag van Bracke werd afgewezen – er werd ook niet over gestemd – maar blijft wel nazinderen. De voorbije jaren gebeurde zoiets immers zelden, zegt een bron die al lang meedraait in het VAF en de Vlaamse audiovisuele sector. “Het is absoluut niet de gewoonte dat de raad van bestuur zich over concrete projecten buigt.” Een bestuurslid noemt de vraag van Bracke ‘du jamais vu’.

Siegfried Bracke ziet echter geen graten in zijn vraag om een advies niet te volgen. “Ik ben een voorzitter die zijn dossiers leest. Mijn ogen waren gevallen op Bittersweet Sixteen, een film die je volgens mij nu moet produceren en die al in december in de zalen had kunnen lopen. Ik was daar luidop over aan het nadenken op die vergadering, en ik zeg nu eenmaal wat ik denk. De raad heeft me niet gevolgd, dat kan en mag, maar ik betreur het wel.” 

Jan Verheyen: 'Het is niet onterecht dat, in deze tijden, een raad van bestuur kritisch kijkt of gemeenschapsgeld goed besteed wordt.'Beeld Photo News

Politisering

De kwestie ligt extra gevoelig. Politisering – of veeleer ‘verrechtsing’ – van het filmfonds was de vrees van sommigen bij de aanstelling van Bracke.  Een politieke agenda zit er volgens Bracke “absoluut niet” achter zijn vraag. Bracke zegt ook dat zijn vraag er op eigen initiatief kwam, en niet op vraag van Verheyen. Iets wat de regisseur bevestigt. “Ik apprecieer de demarche wel, al betreur ik het ook dat hier twee films tegenover elkaar worden afgewogen.”

Op de achtergrond speelt de meer fundamentele discussie of je als raad van bestuur steeds de adviezen van een beoordelingscommissie moet volgen, een discussie die je om de zoveel jaar krijgt bij elke cultuursubsidie. “De regeringscommissaris bij het VAF heeft al de opdracht gekregen om na te gaan in welke mate de raad van bestuur kan afwijken van zo’n advies”, zegt Bracke. “En misschien is deze nieuwe raad ook minder volgzaam dan de vorige, ja.”  Ook Verheyen vindt dat zo’n discussie best wel mag worden gevoerd. “Het is niet onterecht dat, in deze tijden, een raad van bestuur kritisch kijkt of gemeenschapsgeld goed besteed wordt. Dat is uiteindelijk ook hun opdracht.” 

Al vinden Verheyen en andere regisseurs, die verenigd zijn in de Unie van Regisseurs, dat die discussies best gebeuren met mensen die weten waarover ze spreken. En daar knelt het schoentje, vindt de Unie: zowel binnen het VAF als binnen de commissies zit er steeds minder expertise. In een brief die de Unie vorige maand naar het VAF stuurde, uitten de regisseurs daar hun bezorgdheid over. “Onze projecten worden hoofdzakelijk beoordeeld door personen die nog niet één voet op een filmset hebben gezet, nog niet éénmaal in een montagekamer zijn binnengestapt, en ja, soms zelf voor de eerste maal in hun leven een scenario te lezen krijgen. Deze absurde tendens zet zich nu ook binnen het bestuur van het VAF verder.”