Direct naar artikelinhoud
NieuwsSeksueel geweld

Seksueel geweld nog meer onder de radar tijdens lockdown. ‘Slachtoffers minder geneigd om hulp te zoeken’

Premier Alexander De Croo en staatssecretaris voor Gelijke Kansen Sarah Schlitz (m.) bezoeken een Zorgcentrum na Seksueel Geweld in UZ Gent in maart.Beeld Photo News

Nieuwe cijfers tonen aan dat er tijdens de lockdown minder slachtoffers hebben aangeklopt bij de Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG). Experts maken zich zorgen over de impact op de geestelijke en lichamelijke gezondheid.

De jongste was amper twee maanden, de oudste 86 jaar. Als het Jaarrapport 2020 van de Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG) iets aantoont, dan wel dat seksueel geweld nog altijd een groot probleem is in ons land. In de centra kunnen slachtoffers sinds 2017 dag en nacht aankloppen voor psychische, medische en juridische begeleiding, zonder dat ze eerst naar de politie moeten gaan. Ze worden er geholpen door een team van artsen, politiemensen, psychologen en verpleegkundigen.

Volgens het rapport werden er de eerste drie jaar 3.278 slachtoffers opgevangen, ongeveer 100 per maand. De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers was 25 jaar, hoewel een op de drie minderjarig was. Ongeveer 91 procent was (trans)vrouw. Aangezien de drempel om aangifte te doen nog steeds hoog is, gaan experts er vanuit dat deze cijfers nog maar het topje van de ijsberg zijn. Naar schatting één vrouw op vijf in België wordt ooit het slachtoffer van seksueel geweld.

Opvallend is de impact van de coronacrisis. Tijdens de eerste en tweede lockdown waren er minder aanmeldingen, tot zelfs een halvering in april 2020. Slachtoffers wachtten gemiddeld langer om naar de centra te komen. Het resultaat is dat er tussen de lockdowns meer aanmeldingen binnenkwamen van feiten die al langer dan een week geleden waren. “We vermoeden dat dit gaat om slachtoffers die tijdens de eerste lockdown niet konden of durfden komen”, stelt het rapport.

Opgesloten

Het spijtige is dat een forensisch onderzoek voor deze slachtoffers zo goed als onmogelijk was. Hierdoor ging er belangrijk bewijsmateriaal verloren en zakte het aantal klachten dat werd ingediend bij de politie. “In het algemeen geldt: hoe sneller slachtoffers langskomen, hoe beter de uitkomst. Zowel voor de forensische staalname, de acute psychosociale hulp als de preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen”, zegt professor Kristien Roelens, medisch coördinator van het centrum in het UZ Gent.

Tijdens de lockdowns raakten slachtoffers ook ‘opgesloten’ in huishoudelijk geweld. Zo bleken de daders vaker uit het eigen huishouden te komen. Op het moment dat slachtoffers aanklopten voor hulp, waren ze minder vaak vergezeld van een steunfiguur. Ook gingen ze na hun opvang vaker terug naar huis in plaats van naar vrienden of familie. “Globaal kunnen we vaststellen dat slachtoffers tijdens Covid-19 minder geneigd zijn om hulp te zoeken”, aldus het rapport.

Het niet tijdig krijgen van gepaste hulp kan ernstige gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid van slachtoffers. Daarom wil Sarah Schlitz (Ecolo), staatssecretaris voor Gelijke Kansen, de centra bekender maken bij het grote publiek en bij hulpverleners. “Zo kunnen we slachtoffers helpen bij de heropbouw van hun leven, en kunnen we de straffeloosheid van daders bestrijden”, zegt ze.

Dit jaar komen er nog drie nieuwe centra bij: in Leuven, Antwerpen en Charleroi. Dat dit studentensteden zijn, is geen toeval. Een op de drie slachtoffers die zich bij de centra aanmelden, is 18 tot 25 jaar. “Uit deze cijfers blijkt eens te meer dat bewustmaking van studenten een prioriteit is”, zegt Schlitz.