zaterdag 8 mei 2021 - Muziek & cultuur
camera closecorrect Verwijs ds2 facebook nextprevshare twitter video

Voyeur

Voyeur: gruwel in hout bij Jan II Borman

Voyeur ontsluiert iedere week het verhaal achter een kunstwerk in onze (wijdere) omgeving en toont u waar u op moet letten. Deze week het Sint-Jorisretabel van Jan II Borman.

Meester-beeldsnijder Jan II Borman signeert trots dit panorama van een eindeloze martelgang. Hoe helse pijn ook mooi kan zijn.

Het moet een wow-factor van jewelste gehad hebben: het binnentreden in de Leuvense kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Ginderbuiten. Tot aan de sloop onder Frans bewind eind 18de eeuw ligt ze niet ver van de Tiensepoort, tegen de 14de-eeuwse tweede stadsvest - buiten de oudste omwalling. Op het hoogaltaar prijkt Rogier van der Weydens meesterwerk, de Kruisafneming die nu de trots van het Prado is. Aan de rechterkant een ander pronkstuk: het retabel gewijd aan het eindeloze martelaarschap van de heilige Joris, patroonheilige van de oprichters van de kapel, het Gilde van de Oude Kruisboog. De leden (zestig in getal) hebben hun oefenterrein ongeveer waar nu Ladeuze- en Hooverplein liggen. Maar de kapel en haar rijke aankleding zijn hun eigenlijke trots - het bewijs van hun prestige. De opdracht voor het altaarstuk van de beschermheilige geven ze aan de befaamdste Brabantse beeldsnijder van het ogenblik: Jan Borman (of Borreman), Jan II want zijn gelijknamige vader zat ook in het vak (net als later zoon Jan III). Meester Borman heeft banden met het Brusselse hof. En wellicht speelt dat een rol, aldus conservator Emile van Binnebeke van het Museum voor Kunst en Geschiedenis. De kruisbooggilde heeft zich aangebrand tijdens de opstand van Vlaamse en Brabantse steden tegen de nieuwe landsheer Maximiliaan van Oostenrijk, weduwnaar van de verongelukte Maria van Bourgondië. De Habsburgse keizer ziet zichzelf als erfgenaam van de christelijke ridders voor wie Joris voorbeeld en beschermer is. Een aan die heilige gewijd pronkstuk is zo goed als een bewijs van trouw (en een handige akte van berouw). Het lijkt gewerkt te hebben: de gildebroeders delen niet in de zware boetes die stad en kwartier van Leuven opgelegd krijgen. De opstand heeft de geldkoffers van het gilde wel leeg gemaakt. Dat is ooit aangevoerd als reden waarom dit retabel niet geschilderd en verguld is als andere Brabantse altaarstukken.

Jan

De recente restauratie van het retabel in het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium toont overtuigend aan dat het niet alleen nooit gepolychromeerd is, maar dat dat ook niet voorzien was. De uiterste verfijning van het houtsnijwerk zou zelfs door de lichtste verflaag onzichtbaar gemaakt zijn - en dat was niet de bedoeling van de maker. Dit is Bormans enige gesigneerde en gedateerde werk. Op het zwaard van de man vooraan in het middelste tafereel lezen we simpelweg ‘Jan’. Het is dan ook een meesterwerk, een tour de force. Hele beeldengroepen zijn uit één stuk hout (het harde eiken uit onze streken) gesneden. Het vijf meter lange retabel telt meer dan tachtig personages, gegroepeerd in zeven taferelen onder een architectuur van ragfijn gesneden baldakijnen. De zeven taferelen en nog eens twee miniatuur-scènes bovenaan het middelste, beelden evenveel martelingen uit die de heilige Joris volgens het kluwen aan hem gewijde legenden onderging. In deze centrale drie wordt hij gekookt in een koperen stier, ondersteboven opgehangen boven een vuurtje en gegeseld. Drakendoder Joris overleeft het allemaal, net als het breken tussen twee wielen, het roosteren en het doorzagen in de andere taferelen - volgens de Gulden Legende zit hij in de verhitte stier ‘als in een warm bad’. Uiteindelijk laat de Romeinse keizer hem dan maar onthoofden.

De megalomartyr zoals hij genoemd werd vanwege zijn zeven jaren uitgerekte martelaarschap is een mooie jongen die zijn lot bijna elegant ondergaat: zijn naaktheid lijkt hem zelfs onkwetsbaar te maken. De schoonheid van de heilige contrasteert met de tronies van zijn vervolgers en beulen. De aan zijn hoed met kroon en scepter te herkennen keizer (Diocletianus?) stelt op elk tafereel vast dat Joris de beproeving weer glansrijk doorstaat.

In het laatste (hier niet te zien) ligt zijn onthoofde lichaam al op de grond terwijl een door hem bekeerde vorstin hetzelfde lot ondergaat. De restauratie herstelde de opeenvolging van de scènes die bij een eerdere herstelling door elkaar waren gehaald - oude nagels en pennen wezen de weg.

Borman betrekt ook ons in zijn gruwelpanorama. Telkens plaatst hij de martelaar in het centrum van de actie - zoals in de centrale scène waar zijn hangende lichaam de as en het middelpunt van het hele retabel vormt. Daar omheen groepeert hij de daders in een kring. Twee van hen keren ons op de voorgrond de rug toe - en maken ons zo tot medetoeschouwers bij de exquise pijn.

Sint-Jorisretabel (1493)

EikenhoutCentrale kast 163 x 248 cm(hele retabel 5 m)

Museum Kunst & Geschiedenis, Brussel

Lees meer

Aangeboden door onze partners

Nieuwe Video's

Nog meer nieuws