Direct naar artikelinhoud
InterviewTom Wenseleers

Biostatisticus: ‘De bescherming door vaccins halveert na zes tot twaalf maanden’

Tom Wenseleers.Beeld Tine Schoemaker

Na de uitbraak met de Indiase variant in Borsbeek leeft de vrees dat de vaccins ons niet genoeg beschermen. Biostatisticus Tom Wenseleers (47) is hoopvol, maar vreest dat de oosterse landen een dreun zullen krijgen.

“Ik zie niet meteen reden tot paniek”, zegt biostatisticus Tom Wenseleers (KU Leuven) naar aanleiding van de uitbraak met de Indiase coronavariant in een woon-zorgcentrum in Borsbeek. “Er zijn een aantal mensen besmet en één persoon is overleden, maar ik zou de precieze gegevens afwachten alvorens op basis hiervan verregaande conclusies te trekken. Op erg hoge leeftijd kunnen mensen ook bij milde symptomen overlijden.”

Wenseleers komt zelden prominent in beeld, maar onder de radar is hij een van de best geïnformeerde Vlaamse wetenschappers in deze pandemie. Op 5 februari vorig jaar wist hij al dat Sars-Cov-2 in België tienduizenden doden zou kunnen maken. En begin dit jaar hoorde hij bij het gezelschap dat in het topvakblad Science de verspreiding modelleerde van de zogenaamde Britse variant.

Een terrasje heeft hij dit weekend niet gedaan. “Ik heb daar voorlopig nog niet zo’n nood aan”, lacht hij. “En ik vind de focus daarop ook wat provincialistisch. Wij zijn hier aan het debatteren over plexischermen en terrassen, terwijl we beter zouden volgen wat er in de rest van de wereld aan de hand is. In India vallen nu naar schatting twintig- tot veertigduizend coronadoden per dag. Dat is iets dat ons enorm moet verontrusten. De zogenaamde tweede Indiase subvariant is in anderhalve maand volledig doorgebroken.”

En blijkbaar breekt die variant door de vaccins. Die mensen in Borsbeek waren allemaal al gevaccineerd. Dat is toch ook reden tot bezorgdheid.

Tom Wenseleers: “Ik wacht nog op de gegevens uit Borsbeek, maar er zijn aanwijzingen dat herbesmetting met deze variant mogelijk is na vaccinatie. Maar de data zijn nog schaars. Naar dat tweede subtype is nog maar weinig onderzoek gedaan. We weten dat hij veel besmettelijker is, het is de Britse variant in het kwadraat als het ware – maar we weten niet precies of en hoe die variant onze immuniteit kan ontwijken.

“Wellicht is het een combinatie van twee factoren: hij is besmettelijker en kan deels de immuniteit ontwijken. In de gegevens die ik uit Engeland heb, zien we in elk geval een razendsnelle verspreiding, onder meer via clusters in rusthuizen, scholen en tijdens religieuze bijeenkomsten.”

Hoe zat het nu precies met die Indiase studenten in ons land onlangs?

“Die waren getest bij hun vertrek uit India: negatief. Dan nog eens bij een tussenlanding in Parijs: negatief. Daarna zaten ze in België een week in quarantaine en bleken na een test 20 van de 43 studenten positief. Besmet met dat tweede Indiase subtype.”

Waar wijst dat op?

“Dat de import van die gevallen moeilijk of niet tegen te houden is. Dat zien we nu ook in Borsbeek, waar geen directe link is met een reiziger uit India. Van die besmette Indiase studenten was een aantal trouwens ook al gevaccineerd. Met Covishield, de Indiase versie van AstraZeneca, maar enkelen ook met Pfizer. Het goede nieuws was dat geen enkele van die studenten ernstig ziek werd. Dat mag ons hoop geven: dat de vaccins ons ook bij die Indiase variant beschermen tegen zware ziekte, hospitalisatie en overlijden. Dat is het belangrijkste.”

Maar kunnen milde symptomen ook tot long covid leiden? Dan zou het minder goed nieuws kunnen zijn voor sommigen.

“Dat is moeilijk te zeggen. Er bestaan rapporten waaruit blijkt dat ook mensen die nooit in het ziekenhuis hebben gelegen, toch hart- of longschade hebben opgelopen. Dat moet dus zeker opgevolgd worden. Maar sowieso is een vaccin de beste kans op bescherming. Het zal moeilijk worden om volwaardige groepsimmuniteit te bereiken, met de nieuwe varianten, maar we moeten streven naar maximale vaccinatie.”

Wenseleers: ‘Dat mag ons hoop geven: dat de vaccins ons ook bij die Indiase variant beschermen tegen zware ziekte, hospitalisatie en overlijden.'Beeld Tine Schoemaker

Wat is uw grootste vrees op dit moment?

“België zal de situatie wel de baas kunnen, lijkt mij. Een derde van de bevolking is besmet geweest. En de vaccinaties zitten nu echt wel op kruissnelheid. Het grote gevaar is nu dat delen van Azië en Australië zwaar getroffen zullen worden. Tot dusver zijn de meeste landen in die regio er met een robuust test- en quarantainebeleid in geslaagd om het virus buiten te houden. Met deze Indiase variant zal dat moeilijker worden. In Hongkong bleek in een vlucht uit India een kwart van de passagiers besmet.”

Dan lijdt het Oosten aan de wet van de remmende voorsprong? Doordat ze het zo goed deden in de eerste golven, dreigen ze nu de klappen te incasseren?

“Absoluut. De epidemie is nu vanuit India volop aan het uitbreiden naar de buurlanden, waaronder Nepal, Laos en Thailand. De bevolking in die landen heeft geen enkele vorm van groepsimmuniteit opgebouwd en is dus nog volop vatbaar. Dat zou kunnen leiden tot een catastrofe die veel erger is dan onze eerste golven. Ook de vaccinatiecampagnes in die oosterse landen moeten nog maar beginnen. Het gaat dus om een volledig naïeve populatie, zoals men dat noemt in de epidemiologie.”

Wat met de ontwikkelingslanden in de rest van de wereld?

“Die komen nu in de problemen omdat de vaccins die hen door India beloofd waren, niet geleverd zullen worden, omdat India de export heeft stilgelegd. Ik heb straks nog een meeting met een aantal collega’s uit Zuid-Afrika, waar ook net een aantal personen besmet met de Indiase variant werden opgepikt en men de epidemiologische modellen nu wil aanpassen. De westerse landen zullen dankzij vaccinatie net op tijd zijn. Voor grote delen van de rest van de wereld ziet het er nu helaas veel minder goed uit. Zelfs China zou weleens alsnog voor de bijl kunnen gaan.”

Is men de vaccins aan het aanpassen aan de varianten?

“Ja, men is daar natuurlijk mee bezig. Voor de mRNA-vaccins van Pfizer en Moderna is dat relatief makkelijk. Bij de vaccins van Johnson & Johnson en AstraZeneca is dat iets complexer, maar ook die worden nu aangepast. Het zal erop aankomen die bijgewerkte vaccins telkens weer snel genoeg goedgekeurd en geproduceerd te krijgen, zodat we de evolutie van het virus kunnen bijhouden. De huidige inschatting is dat de bescherming tegen infectie die de vaccins ons bieden na zes tot twaalf maanden halveert, door de evolutie van het virus. Deze aanpassingen en goedkeuring door de overheden en geneesmiddelenagenschappen zullen dus snel moeten gebeuren.”

Als de werkzaamheid na zes maanden kan halveren, dan hebben ook Belgen dit najaar al een derde shot nodig?

“De meeste experts denken dat die derde shot, een tweede booster, nodig zal zijn. De pandemie woedt nog volop wereldwijd en dan is dat aangewezen. Zodra de pandemie is gaan liggen, zal het hopelijk alleen maar nodig zijn om enkel de risicogroepen opnieuw in te enten. Dat is de hoop. Al is dat nog niet honderd procent zeker.

“In die derde shot moeten we zeker volop investeren, daarover hoeven we niet te twijfelen. Die zullen we nodig hebben. Alle vaccins en de knowhow om deze vaccins te produceren zouden best zo breed mogelijk gedeeld worden met de rest van de wereld. En ter attentie van westerse politici: ook voor de groei van onze economie is dat een no-brainer.”

Pfizer lijkt het beste, meest begeerde vaccin. Beschermt het beter dan AstraZeneca tegen varianten?

“Tegen de Zuid-Afrikaanse variant lijkt Pfizer zeker beter te werken. Maar dat is dan wat infectie betreft. Qua bescherming tegen ernstige ziekte, hospitalisatie of overlijden zijn de vaccins die wij hier kennen aan elkaar gewaagd. Voor die nieuwe Indiase variant hebben we nog onvoldoende gegevens. Wat die Zuid-Afrikaanse variant betreft: daar zijn wij in België grotendeels aan ontsnapt, omdat we een golf met de Britse variant hebben gehad. Dat is een geluk bij een ongeluk. De eerdere golven behoeden ons nu deels voor deze nieuwe varianten.”

Wenseleers: ‘De VRT heeft zich echt gedragen als een staatszender, waar geen kritiek mogelijk was. Ik waande mij bij momenten eerder in Venezuela.'Beeld Tine Schoemaker

Is dat geen koren op de molen van supporters van het Zweedse model, die van meet af aan hebben gepleit voor groepsimmuniteit door het virus te laten razen?

“Nee, zeker niet. Dankzij onze maatregelen hebben wij het aantal besmettingen kunnen beperken tot een derde van de bevolking. En we tellen bijna 25.000 doden. Je kunt snel berekenen hoeveel levens het gekost zou hebben hadden we het virus door de populatie laten razen. De meeste schattingen komen uit op 60.000 doden of meer.”

Dat is het cijfer dat u al begin februari had berekend.

“Ja, dat was grosso modo mijn prognose begin februari. Op een moment dat onze overheid nog werkte met een worstcasescenario dat uitging van een 300-tal doden.”

Er zijn verbijsterende dingen gezegd tijdens deze pandemie. Hoe kijkt u terug op de discussie over de scholen? Is het belang van de scholen bij de transmissie van het virus bewust geminimaliseerd, denkt u?

“Dat denk ik wel. Het was vrij snel duidelijk dat ook kinderen het virus konden doorgeven. Maar het risico voor kinderen zelf is natuurlijk klein, dat wel: de kans op een dodelijke afloop van een infectie ligt bij mensen onder de 25 ongeveer 4.000 keer lager dan bij 60’ers. Dat is ons grote geluk bij dit virus. Beeld u eens in dat het even dodelijk geweest zou zijn in alle leeftijdsgroepen. Dan was de schade niet te overzien geweest.

“Anderzijds kun je je ook afvragen: als dit virus veel dodelijker was geweest, hadden landen misschien onmiddellijk veel doortastender maatregelen genomen, waardoor we een globale pandemie misschien wel hadden kunnen vermijden.”

Had men niet transparanter moeten zijn over scholen en kinderen?

“Ik vind persoonlijk van wel. Als we kijken naar de tweede golf in het najaar: daar zag je eerst een stijging bij jongeren die dan verder doorsijpelde naar de oudere generaties – en je zag die het eerst bij de jongste kinderen. Nu goed, dat is deels een maatschappelijke keuze geweest, maar men had beter gewoon gezegd: ‘We weten dat kinderen infecties kunnen doorgeven, maar we vinden dat onderwijs primeert en we willen dit risico aanvaarden.’

“In het begin van de pandemie had ik ook grote moeite met de manier waarop de media de crisis behandelden. De VRT heeft zich echt gedragen als een staatszender, waar geen enkele kritiek mogelijk leek. Ik waande me bij momenten eerder in Venezuela en vroeg me dan af: is dit strategische communicatie, waarbij men paniek bij de bevolking probeert te vermijden, of was men werkelijk zo naïef te denken dat covid maar een gewone griep was?”

Haast even erg is dat het belang van ventilatie zo laat is doorgedrongen, ook bij bevoegde instanties. Velen denken nog altijd dat je vooral je handen moet wassen.

“Ja, op de terrasjes zal men na gebruik elke tafel ontsmetten. Dat zijn rituelen die mensen een gerust gevoel geven. De discussie rond ventilatie is uiteraard belangrijker. Er zijn gebouwen waar de ramen niet open kunnen en waar luchtreinigers of degelijke luchtverversingssystemen geïnstalleerd zouden moeten worden.”

Wenseleers: ‘De huidige inschatting is dat de bescherming die de vaccins ons bieden na zes tot twaalf maanden halveert, door de evolutie van het virus.'Beeld Tine Schoemaker

Men denkt al na over de vaccinatie van 16- en 17-jarigen. Wat met kinderen die nog jonger zijn? Goed idee volgens u?

“Ik zou vooral snel werk maken van universiteitsstudenten. In de VS ziet men de cijfers heel snel dalen aan universiteiten waar de meeste studenten gevaccineerd werden. Kinderen vaccineren vind ik moeilijker liggen, omdat je daar toch een evenwicht moet zoeken met potentiële nevenwerkingen. Het zal afhangen van verder onderzoek en heel precieze cijfers. Stel dat kinderen bij vaccinatie een kans op 100.000 hebben op bloedklonters of andere nevenwerkingen, dan moet je dat toch afwegen tegen het risico dat ze lopen bij infectie met het virus. Ik denk dat het voor kinderen op individueel niveau misschien beter kan zijn om geen vaccin te krijgen, op voorwaarde dat we de epidemie stevig onder controle krijgen.”

Tot slot: wat vindt u van het zomerplan van de Vlaamse regering?

“Ik ben een wetenschapper en geen beleidsmaker. Maar het lijkt mij nog wat voorbarig om zo lang van tevoren al zulke concrete plannen te maken. Al begrijp ik ook dat mensen nood hebben aan wat perspectief.”

Wie is Tom Wenseleers?

- Geboren op 2 november 1973 in Antwerpen

- Bioloog en doctor in de wetenschappen (KU Leuven)

- Sinds 2017 hoogleraar aan de KU Leuven