Verschillende taxibedrijven bereiden een klacht voor tegen de federale en de gewestelijke overheden, omdat ze vinden dat ze niet genoeg coronasteun hebben gekregen. Dat meldt het vakblad Taxipro.be en het nieuws wordt bevestigd door taxifederatie GTL, die de klacht coördineert.

De taxisector vindt dat hij oneerlijk is behandeld door de overheden ten opzichte van sectoren die verplicht de deuren moesten sluiten. Dat was niet het geval voor de taxibedrijven, waardoor zij op minder steunmaatregelen een beroep konden doen dan spelers uit bijvoorbeeld de horeca-, de evenementen- of nog de reissector. “Maar dat zijn net allemaal onze klanten”, zegt Pierre Steenberghen, de secretaris-generaal van GTL. “Wij hangen volledig af van het nachtleven, de horeca, het reizen, de congressen en beurzen enzovoort.”

De taxisector werd ook niet erkend als rechtstreekse leveancier van verplicht gesloten sectoren, aldus nog Steenberghen, omdat de taxichauffeurs niet aan die sectoren factureren. “Daardoor zijn we naast bepaalde soorten steun gevallen”, zoals RSZ-compensatie. 

Nochtans hakt de coronacrisis er nog altijd zwaar in bij de sector, klinkt het. Personeel zit op tijdelijke werkloosheid, maar de vaste kosten van de bedrijven blijven doorlopen. “Ook taxibedrijven die voor corona gezond waren en goed hadden gespaard, komen nu in de problemen”, zegt Steenberghen.

Volgens de GTL-topman scharen taxibedrijven uit het hele land zich achter de klacht, zowel zelfstandigen als bedrijven met tientallen voertuigen. De klacht zal eerstdaags worden ingediend bij de Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel, en zal gericht zijn tegen de federale, de Vlaamse, de Brusselse en de Waalse overheid. Welke schadevergoeding de bedrijven precies zullen eisen, wil hij nog niet prijsgeven.