Direct naar artikelinhoud
InterviewFrank Lammers

De Ferry Bouman in Frank Lammers: ‘Elke dag voelt als spelen in een zandbak’

Frank Lammers als Ferry Bouman.Beeld Netflix

Frank Lammers is een geluksvogel, zegt hij. ‘Maar dat heb ik voor een groot deel zelf afgedwongen.’ Met Ferry Bouman, de pillenboer uit Undercover, heeft de Nederlandse acteur de rol van zijn leven te pakken. Nu heeft zijn personage ook een eigen Netflix-film: Ferry.

Aan de andere kant van het scherm hangt Frank Lammers met zijn gezicht bijna tegen de webcam. Hij is in zijn element. Dat zie je, dat hoor je. Hij strooit kwistig met levenswijsheden en Brabantse g’s in het rond. Dat laatste is zijn handelsmerk in fictiereeks Undercover en de reclamespots van supermarktketen Jumbo.

Frank Lammers herleiden tot Ferry en Frank Jumbo is echter te kort door de bocht. Sinds hij in 1995 afstudeerde aan de toneelschool van Amsterdam, heeft hij een lange staat van dienst op de bühne, in films en in series. In 2006 kreeg hij een Gouden Kalf voor zijn hoofdrol in Nachtrit. In Vlaanderen werd hij bekend door rollen in Crimi Clowns en Rundskop. Vorig jaar schreef hij een lockdownfilm, Groeten van Gerri, waarin hij zelf acteerde.

Ondanks een cv van 3 A4'tjes werd Frank Lammers nooit breder (en beter) ontvangen dan toen hij in de huid kroop van xtc-baron Ferry Bouman, die in het eerste seizoen van de Belgisch-Nederlandse productie Undercover het mikpunt was van undercoveragent Tom Waes. In het derde, nog uit te brengen seizoen verlaat de pillenboer de gevangenis. In de tussentijd draaide Netflix een film over de vroegere jaren van Ferry Bouman.

Waarom heeft u destijds ja gezegd tegen de rol van Ferry?

“Ik vond het idee van een Brabantse pillendealer die op een camping gestalkt wordt door twee undercoveragenten echt fenomenaal. Eigenlijk heb ik op basis van de verhaallijn blind toegestemd.”

Denkt u dan meteen: dit personage behoort mij toe?

“Dat denk ik eerlijk gezegd nooit. Je hoort acteurs in interviews vaak zeggen dat een rol hen op het lijf is geschreven, maar dan denk ik: ‘Tja, dat zei je vorige keer ook.’ (lacht) Er waren voldoende elementen waarmee ik vertrouwd was. Ik ben een Brabander: ik ken de taal en de cultuur. Niemand hoeft mij uit te leggen hoe een Brabander denkt en handelt. Een groot deel van mijn jeugd heeft zich bovendien op een camping afgespeeld. Wij stonden vroeger op De Leistert in Roggel, op twintig minuten rijden van het ouderlijk huis – dicht genoeg bij huis zodat mijn moeder daar de was kon gaan doen.”

Heeft u zich ooit vergist in een rol?

“Eén keer. Dit gaat ijdel klinken – zo bedoel ik het niet, maar je vraagt ernaar – maar ik heb in mijn hele carrière slechts één slechte recensie gekregen, toen ik meespeelde in De meeuw van Tsjechov, een opvoering van het Noord Nederlands Toneel. Ik heb al een leraar gespeeld, een taxichauffeur, een oorlogsmisdadiger. Telkens vond ik wel een aanknopingspunt met mezelf, maar bij Kostja, een zeurende kunstenaar zonder talent, lukte het mij niet. Ik dacht voortdurend: ‘Jezus, wat voor een zeikerd ben jij!’ (lacht) Ik had in geen enkel opzicht sympathie voor hem. Dat was een inschattingsfout van mijn kant, die slechte recensie was terecht.”

U heeft meer sympathie voor een drugsbaron dan voor een inspiratieloze kunstenaar.

“Het gaat mij niet om wát iemand doet. Het minste is dat ik kan begrijpen waarom iemand op een bepaalde manier handelt. Ik keur het gedrag van Ferry niet goed, maar zou het niet ontzettend saai zijn om enkel brave rollen te spelen? De dualiteit van Ferry sprak mij enorm aan. Hij heeft een lieve, zachte familiekant. Zolang je eerlijk tegen hem bent, ben je veilig. Maar als je hem belazert… Boeven in films zijn vaak eenduidig slecht. Wat is daar uitdagend aan? Je moet wat moeilijk kijken en een beetje stoer doen. Ferry heeft iets weg van Dr. Jekyll en Mr. Hyde. Heel leuk om te spelen.”

Ferry duldt geen tegenspraak. Bent u in het dagelijkse leven ook zo?

“Dat valt best goed mee, vind ik, maar de mensen die dicht bij mij staan, gaan dat ontkennen. (lacht) Ik ben moeilijk te overtuigen. Het kan vermoeiend zijn om met mij een discussie aan te gaan. Weet je wat het is? Ik doe gewoon niets tegen mijn zin. (wijkt af) Afgelopen weekend zag ik voetballer Arjen Robben aan het werk bij FC Groningen. Hij is intussen 37 en zit terug bij de club waar het voor hem is begonnen. Hij heeft er net een revalidatie van acht maanden op zitten. Je kan je afvragen waarom je op die leeftijd blijft vechten als je toch al alles hebt gewonnen wat er te winnen valt. Ik adviseer iedereen om de samenvatting van zijn laatste match te bekijken. Het plezier dat hij op dat veld uitstraalt, is het toonbeeld van hoe ik in het leven wil staan. (enthousiast) Dat plezier! Als je iets tegen je zin doet, stop je er beter mee. Dat is een platitude, maar zo ís het wel. Ik geloof ook dat dat het geheim van Ferry en Danielle Bouman is: wij stralen uit dat we lol hebben. Ik ga elke dag hongerig naar de set. Elke draaidag voelt als spelen in een zandbak.”

Hoe belangrijk is dromen in het leven?

“Ik droom stiekem, ik maak geen plannen. Omdat ik in Ferry een jonge Ferry speel, moest ik trainen om scherp te staan. Ik heb getraind met een fitnesscoach, ik ben gaan thaiboksen in Thailand en op een dag kreeg ik een uitnodiging om te trainen met het eerste elftal van PSV. Ik wilde altijd al profvoetballer worden en op mijn 48ste is dat alsnog gelukt. (trots) I’m living the dream, da’s toch fenomenaal? Ik ben een geluksvogel, maar ik weet dat ik dat voor een deel zelf heb afgedwongen. Ik ben altijd eerlijk geweest met mezelf, ik heb mij altijd voor 200 procent gesmeten. Enkel dan word je beloond voor je inzet, en die training met PSV was zo’n cadeautje. Ik wil ook niet te veel dromen, want daar word je chagrijnig van.”

Is dat een les die u meegeeft aan uw kinderen?

“Ja. Om te kunnen dromen moet je keihard werken. En om te werken moet je uit bed komen en ook dingen doen die je niet zo leuk vindt. Een beloning komt nooit vanzelf. De generatie van mijn kinderen is opgegroeid met instant stardom. Maar zo zit het leven niet in mekaar. Wie in een vingerknip bekend wordt, verdwijnt even snel. Je moet zaaien voor je kan oogsten, en zwoegen maakt deel uit van de weg tussen droom en daad. Ik probeer hen dat op het hart te drukken. In de nu-nu-nu-maatschappij waarin we leven, hoor ik mensen voortdurend zeuren: ‘Waarom hij wel en ik niet?’ Wel, omdat de ander er waarschijnlijk harder zijn best voor heeft gedaan.”

‘Niet te dik doen over jezelf is een Brabantse eigenschap’, zei u ooit.

“Ik ben dankbaar dat ik mag doen wat ik doe. Je hebt er niets aan om naast je schoenen te lopen. Ik heb ooit een programma gemaakt over de Brabantse mentaliteit: De kracht van Brabant. Op de medaillespiegel van de Olympische Spelen in 2000 stond Brabant op de 13de plaats. (enthousiast) De 13de plaats ter wereld, hè! Ik kwam verder tot de vaststelling dat ook Theo Maassen, Hans Teeuwen en Monica Hendrickx uit Brabant komen. Brabanders zullen nooit hoog van de toren blazen. Als je hen vraagt hoe ze het zo ver hebben geschopt, zullen ze allemaal antwoorden: door te doen wat we graag doen. Succes is de vrucht van je ergens aan overgeven.”

Heeft u zich voor Undercover ondergewaardeerd gevoeld?

“Nee. Ik heb ooit in een interview verteld dat altijd dezelfde mensen werden opgevoerd, en dat is geïnterpreteerd alsof ik vond dat ik niet genoeg aan bod kwam. Nu kom ík de hele tijd in de kranten en op tv. (lacht) Dat was eerder kritiek aan het adres van het journaille. Ik vind het fantasieloos dat je overal hetzelfde leest – dat dacht ik toen en dat vind ik nog steeds. We hebben met Ferry een fantastische film gedraaid, maar waarom praat de pers eens niet met regisseur Cecilia Verheyden? Er werkt zo veel talent aan deze film, geef hen ook iets meer aandacht.”

U geeft graag terug aan de maatschappij. Omdat u het moeilijk had met het gegeven dat u succes oogt met een rol als drugsbaron, doet u meestal belangeloos projecten voor de politie in Brabant en Limburg. Wat zegt dat over u?

“Die ingesteldheid heb ik van thuis meegekregen. Mijn vader was schepen van Sociale zaken en Cultuur en heeft zich altijd ingezet voor de gemeenschap. Toen ik naar de toneelschool ging, kreeg ik een kaart van mijn oma waarop stond: ‘Ze plachten daar in het westen nogal eens denigrerend te doen als het over het donkere zuiden gaat. Vergeet niet wie je bent, waar je vandaan komt en denk in een verloren ogenblik nog eens aan je ouwe grootje.’ Die boodschap ben ik nooit vergeten en neem ik nog steeds ter harte. Door mijn opvoeding ben ik een sociaal bewust figuur geworden. Ik zal altijd teruggeven aan de mensen die mij iets geven. Geven maakt veel gelukkiger dan nemen. (luid) Schrijf dat maar in de krant! Helaas snappen veel mensen dat nog steeds niet.”

Heeft u intussen al een manager?

“Nee.”

Kan u alles zelf regelen nu Ferry een wereldster is in de Lage Landen?

“Mijn Instagram onderhoud ik gelukkig niet zelf. Ik heb alleen de fout gemaakt om iemand de verantwoordelijkheid te geven en te zeggen: je krijgt twee euro per 200 volgers. Dat is een dure grap geworden, want ik zit intussen aan 91.000 volgers. (lacht) Verder is dit nog steeds België en Nederland en niet Amerika of Engeland. Ik heb niemand nodig die werk voor mij moet regelen, want ik heb het druk genoeg. En onderhandelen over geld is ook geen issue, want er is geen geld. Meestal bel ik naar een collega-acteur en vraag ik: ‘Hoeveel vraag jij?’ Dan eis ik één euro meer.”

Ferry en seizoen 1 en 2 van Undercover zijn te zien op Netflix.