Direct naar artikelinhoud
InterviewFotografie

Steve McCurry maakte wereldberoemde foto’s: ‘Ik toon de wereld zoals hij is. Onverbloemd’

‘Moddermannen’, Papoea Nieuw-Guinea, 2017.Beeld Steve McCurry

Iedereen kent Steve McCurry (71) van het Afghaanse meisje met de groene ogen, maar de Amerikaanse fotograaf deed zoveel meer, in alle uithoeken van de zeven continenten. ‘Ik heb foto’s die te gruwelijk zijn om te publiceren.’

Als jonge snaak zou Steve McCurry zes weken door India trekken. Hij bleef er uiteindelijk twee jaar. Het begin van een carrière als verslaggever gespecialiseerd in Azië. “Ik trok rond met weinig meer dan een rugzak, een camera en een open blik”, vertelt hij vanuit zijn studio in New York. “En ik bleef lange tijd op dezelfde plek. Tot ik het idee had dat ik iets van de essentie van een bepaalde streek of gemeenschap te pakken had.”

Steve McCurry: ‘De impact van de beelden van George Floyd is gigantisch geweest. het is een vooruitgang dat tegenwoordig alles kan worden vastgelegd.’Beeld EFE

Na India kwam hij in Pakistan terecht, juist voor de periode dat het Sovjetleger Afghanistan zou binnenvallen. McCurry hoefde niet lang na te denken. Hij kocht een Afghaanse outfit, naaide diverse filmrollen in zijn jas en trok illegaal de grens over om de Russische invasie in Afghanistan (1979-1989) te verslaan. Het eerste wat hij zag was een gebombardeerd dorp met vernielde scholen. Hij fotografeerde alles en smokkelde de filmrollen het land uit door ze in zijn hoed, sokken en ondergoed te verstoppen. De beelden verschenen in The New York Times, Time en Paris Match en leverden hem de Robert Capa Gold Medal op.

McCurry werd omarmd door het gerenommeerde fotoagentschap Magnum, reisde van India en Afghanistan tot Zuid-Amerika, Afrika en Zuidoost-Azië. Zijn foto’s omvatten een reis door de wereld van oude tradities en verdwijnende culturen, maar ook van wreedheden en internationale conflicten. Hij versloeg onder andere de oorlog tussen Iran en Irak (1980-1988), de Golfoorlog (1990-1991) en was getuige van de aanslagen van 11 september 2001 in New York.

'Afghan Girl', Peshawar, Pakistan, 1984. McCurry: ‘We hebben uiteindelijk een huis voor haar gekocht, op haar eigen naam.’Beeld Steve McCurry

Midden in de Afghaans-Russische oorlog maakte hij een foto van Sharbat Gula, een Afghaans meisje, in een vluchtelingenkamp in Peshawar in Pakistan. Goed voor een World Press Award en de beroemdste cover ooit van National Geographic.

Afghan Girl is niet uw beste werk, zegt u. Stoort het u dat u vooral herinnerd zal worden vanwege deze foto?

“Ach, je hebt geen controle over de manier waarop je werk wordt ontvangen en hoe de mensen erover denken. Ik laat het los en probeer gewoon mijn best te doen en dankbaar te zijn als mijn werk positieve feedback krijgt. De Afghanen zelf hebben de foto altijd gewaardeerd en dat is eigenlijk het enige wat telt voor mij.

“Ze zijn trots op hoe Sharbat Gula de Afghaanse vluchtelingenpopulatie een gezicht gaf. Door de foto is haar leven en dat van haar familie erop vooruitgegaan. We hebben haar jarenlang gesteund en uiteindelijk een huis voor haar gekocht, op haar eigen naam.”

In een interview met de BBC zei Gula dat ze gemengde gevoelens over de foto had. En in 2019 kwam er kritiek omdat u haar destijds geforceerd zou hebben haar sjaal af te doen om haar gezicht te laten zien.

“Toen we haar zeventien jaar later terugvonden, stemde haar echtgenoot toe dat we haar mochten fotograferen. In de Pashtungemeenschap zijn de ouders heel trots op hun kinderen en laten ze toe dat ze op de foto mogen. Toen ik haar in 1984 fotografeerde, was ze een jaar of tien. Pas na de puberteit kan een meisje niet meer zomaar gefotografeerd worden. In 1984 waren er miljoenen Afghanen op de vlucht in de buurlanden. De hulpverleners en leerkrachten in de vluchtelingenkampen waren blij met iedere kruimel aandacht die de vluchtelingen kregen zodat de oorlog niet vergeten zou worden. Toen ik in de klas van Sharbat stond, legde de leraar uit wie we waren en wat we deden, het was allemaal in overleg.

Al-Ahmadi, Koeweit, 1991, de Golfoorlog. Kamelen zoeken wanhopig naar iets eetbaars in de brandende olievelden in het zuiden van het land.Beeld Steve McCurry

“Maar je hebt nu eenmaal altijd mensen die de zaken graag in een negatief daglicht stellen en valse informatie verspreiden. Degenen van wie de kritiek kwam, hebben Sharbat nooit ontmoet en wisten niets van de steun die we haar gaven. Sommige mensen zijn gewoon haatdragend. Maar het klopt niet wat ze zeggen.

“Over Sharbat zelf: ik heb net naar een interview geluisterd dat ze gisteravond in Kaboel gaf (zondag 9 mei, red.) en waarin ze zegt dat de foto haar veel voordelen heeft opgeleverd. Zoveel voordelen dat haar omgeving er jaloers op is. Maar dat is een probleem in haar eigen cultuur waarmee we ons niet willen bemoeien.”

Hoe was het om haar zeventien jaar later terug te zien?

“Tijdens onze zoektocht hoorden we van iedereen dat het onmogelijk was om haar terug te vinden. Er waren duizenden meisjes zoals zij. Begin er maar aan. Maar we vonden haar. Ze was ergens eind twintig toen. De ontmoeting was goed geregeld, met haar familie erbij, een tolk, een cameraman. Het duurde ook niet lang, maar was wel bijzonder.”

Uw eerste reis begon in India: het gedroomde land voor veel fotografen.

“Absoluut. India is zo veelomvattend, zo groot en zo gecompliceerd dat je erdoor omvergeblazen wordt. Ik denk niet dat er een ander land is dat ook maar in de buurt komt van de rijkdom aan cultuur, religie en geschiedenis van India. Er zijn zo veel etniciteiten, zo veel bevolkingsgroepen. Je vindt in India waanzinnige rijkdom maar ook hartverscheurende armoede; er is chaos maar ook oneindige rust. 

Havana, Cuba, 2010. De auto komt uit Rusland.Beeld Steve McCurry

“Na die eerste reis ben ik meer dan tachtig keer teruggegaan, soms een paar keer per jaar. Tegelijk breidde ik mijn terrein uit naar Pakistan, Afghanistan, Bangladesh, Nepal en Sri Lanka. Maar India blijft een land waar ik nooit genoeg van krijg.”

Jaren later zag u vanaf het dak van uw huis hoe de Twin Towers in elkaar stortten op 11 september 2001. Was dat het meest memorabele moment uit uw loopbaan?

“Ik was de avond voordien teruggekomen uit China, het was toevallig dat ik thuis was. Toen ik de torens zag branden, kon ik het niet geloven. En op het moment dat de eerste toren instortte, werd het helemaal surrealistisch. Ik stond op het dak met mijn camera en bleef foto’s maken. Al gauw viel de tweede toren en ik besefte dat ik naar beneden moest om deze catastrofe vast te leggen. Ik voelde me ook hulpeloos, ik keek ernaar en wist dat ik niets kon doen. Behalve fotograferen.”

U was getuige van oorlogen, afzettingen en invasies. Welke historische momenten hebt u nog vastgelegd?

“In 1986 was ik in de Filipijnen. Rondom het paleis van president Marcos waren constant demonstraties aan de gang (tegen de controversiële verkiezingsuitslag, red.). Op een avond liepen we langs de muur van het paleis toen we zagen dat er een deur openstond. We wandelden naar binnen en realiseerden ons al gauw dat we ons effectief op het terrein van het paleis bevonden. We zagen stapels verbrande documenten, maar voorts was er geen kat te zien. Tot we doorhadden dat Marcos het paleis verlaten had. We zijn naar zijn slaapkamer geweest en ook naar die van zijn vrouw Imelda. De luxe en rijkdom waarin ze leefden was overweldigend. Twintig minuten later werd het paleis bestormd en werd de boel geplunderd.

“In 1982 werkte ik in Libanon waar ik getuige was van de oorlog met buurland Israël. Het was een heel intense tijd, elke nacht vonden er hevige beschietingen plaats. In het hotel waar ik verbleef was het altijd afwachten waar de Israëlische raketten neerkwamen. Ook heb ik de Rode Khmer (de militaire tak van de Communistische Partij van Democratisch Kampuchea vermoordde tussen 1975 en 1979 naar schatting tot 2 miljoen mensen in wat nu Cambodja is, red.) meegemaakt, dat was een ander stuk zware geschiedenis.

Wadi Rum, Petra, Jordanië, 2019.Beeld Steve McCurry

“Maar mijn leven is veranderd. Dat soort reportages maak ik niet meer. Je leeft maar één keer en op zeker moment besefte ik dat ik andere dingen wilde doen. Na mijn zoveelste keer in Afghanistan leek het een déjà vu; ik had het allemaal al eens gezien en meegemaakt en kwam tot de conclusie dat ik mezelf aan het herhalen was. Toen ik de recente explosies in Kaboel op tv zag, op plekken waar ik was geweest, en hoorde dat er ook vrouwen en kinderen waren geraakt, besefte ik opnieuw hoe uitzichtloos de situatie er is. Dat is intriest. Maar ik besef dat ik die boodschap niet moet blijven herhalen. Er zijn anderen die dat kunnen doen.”

Hebt u vaak getwijfeld wanneer u een gruwelijke oorlogsfoto naar de redactie wilde sturen?

“Iemand moet de wereld laten weten wat er gebeurt. Moet je dat verbloemen? Ik vind van niet. Maar ik besef dat het geen gemakkelijke keuze is. Ik heb foto’s die gewoonweg te gruwelijk zijn om te publiceren. Het is aan redacties om daarover te beslissen en dat is begrijpelijk, maar ik vind ook dat je het allemaal niet mooier moet maken dan het is en dat je je hoofd niet moet wegdraaien.

“De mensen moeten weten wat de consequenties zijn van een oorlog, we hebben journalisten nodig die ons vertellen wat de impact is van een bombardement op een meisjesschool in Kaboel. Op een respectvolle manier, dat wel. Maar die informatie is en blijft broodnodig.”

De Taj Mahal bij Agra, Uttar Pradesh. McCurry: 'India blaast je omver.'Beeld Steve McCurry

U was ook getuige van de omwenteling van analoge naar digitale fotografie. Is de wereld er beter van geworden?

“Kijk naar de beelden van George Floyd, naar de gigantische impact die ze hebben gehad. Wat dat betreft vind ik het een vooruitgang dat alles gefilmd, gefotografeerd en vastgelegd kan worden. Of het nu met een telefoon gebeurt of met een dure camera is niet belangrijk. Maar dat soort beelden zullen nooit een krant of magazine kunnen vervangen waar professionele fotografen en journalisten het nieuws in de juiste context kunnen plaatsen en achtergrondinformatie brengen. Helaas wordt er steeds minder aan journalistiek gedaan, door bezuinigingen bij magazines en kranten.

“Vaak vertrekken fotografen naar het buitenland waar ze het in hun eentje moeten zien te rooien. We brengen zoveel tijd op de sociale media door dat we ons steeds minder met echte feiten bezighouden. Het gaat te veel over meningen en te weinig over feiten.”

Tegenwoordig zijn fotografen en journalisten tijdens demonstraties en in oorlogen maar al te vaak een doelwit. Hoe heeft het volgens u zover kunnen komen?

“Dankzij de leugens en propaganda op de sociale media. Er wordt gigantisch veel nepnieuws verspreid en er zijn altijd mensen die dat voor waar aannemen.

Dal-meer, Srinagar, Kashmir, 1996. Op de boot met een bloemenverkoper.Beeld Steve McCurry

“Maar ook de media zelf gaan niet altijd vrijuit. In de Verenigde Staten is het van een aantal nieuwszenders heel duidelijk aan wiens kant ze staan. Ze verkondigen hun nieuws alsof het de enige echte waarheid is. Iedereen die hen daarin niet volgt, is volgens hen niet alleen verkeerd geïnformeerd maar heeft het ook bij het verkeerde eind, alleen maar omdat hij een andere mening is toegedaan. De polarisering in mijn land blijft groeien.”

U omschrijft zichzelf tegenwoordig als storyteller in plaats van fotojournalist. Wat is het verschil met uw oude werk?

“Ik ben op een punt gekomen waarop ik doe wat ik graag doe. Na jarenlang in opdracht te hebben gewerkt en deadlines te volgen, ga ik nu mijn eigen gang. In plaats van te wachten op dat telefoontje van de redactie, ga ik zelf op pad. Naar plaatsen die míj inspireren en waar ik het verhaal op mijn manier kan vertellen.

“Zo ben ik al veertig jaar geïnteresseerd in het boeddhisme en zoek ik de plaatsen op waar het wordt gepraktiseerd.”

‘I will do this work until I drop’, zegt u in interviews. Is er iets dat u nog heel graag op foto wilt vastleggen?

“Ik ben bezig aan enkele boeken en werk aan een langetermijnproject over het boeddhisme. Zolang mijn werk me energie geeft en mijn creativiteit voedt, denk ik er niet aan om te stoppen. Ik zie fotografie als een meditatief proces waarin ik me openstel voor de omgeving met een bijna kinderlijke verwondering, zonder plan en zonder agenda. Ik stap recht af op de dingen die ik zie en ontdek de wereld op een andere manier. Er zijn dagen dat er geen enkele foto uitkomt maar dat is niet erg want ik heb een fantastische middag gehad.

“Natuurlijk mis ik het reizen. Maar stilaan komt dat wel weer. In juli hoop ik een workshop in Italië te geven, in september wil ik naar Sicilië. En volgend jaar heb ik plannen voor Thailand en Cambodja. Zolang ik niet in quarantaine moet, tenminste. Maar dat zien we dan wel weer.”

The World of Steve McCurry, van 12/5 tot 31/8, Waagnatie Hal 1, Antwerpen. Reserveren kan via stevemccurryexpo.com