Twee mannen uit Lier, L.M. en B.D., kenden het slachtoffer, een jongeman uit Nijlen, vanop school, maar leerden hem later pas goed kennen toen hij samenwerkte met één van hen bij een maatwerkbedrijf in Lier. “Zo kwamen ze ook te weten dat de jongeman makkelijk beïnvloedbaar was en zijn ze misbruik beginnen maken van zijn mentale beperking. Ze gingen samen uit en het was steeds mijn cliënt die de rekening betaalde. Hij bleef maar trakteren. En daarnaast melkten ze hem financieel verder uit door met zijn bankkaart geld af te halen en aankopen te doen”, zei de advocaat van het slachtoffer.

Volgens het Openbaar Ministerie verloor of vergat het slachtoffer zijn bankkaart in de wagen van L.M. “Een dag later werd de bankkaart teruggegeven aan de Nijlenaar, maar toen al was er geld mee afgehaald. Met de bankkaart was ook de app van de bank op de smartphone van de verdachten geïnstalleerd en bleven ze de dagen nadien ongegeneerd aankopen doen”, lichtte openbaar aanklager Karel Berteloot toe. Op die manier maakten ze het slachtoffer 3.400 euro lichter.

Simpel mannetje

“Tijdens het verhoor gaf B.D. de feiten toe en omschreef hij het slachtoffer als een simpel, braaf mannetje dat zich altijd liet doen. Hij durfde niet voor zichzelf op te komen en samen met L.M. aanzagen ze de jongeman als hun sponsor. Hij betaalde alle rekeningen”, aldus nog de procureur.

Tegen de twee Lierenaars werd acht maanden cel en een boete van 800 euro gevorderd. De twee zegden dat ze van plan waren om de Nijlenaar terug te betalen.

De advocaat van het slachtoffer benadrukte nog dat de zaak een diepe indruk heeft nagelaten op de jongeman. “Hij durft geen mensen meer toe te laten in zijn vriendenkring. Door deze zaak is hij bijna paranoïde geworden en overheerst de angst om opnieuw financieel misbruikt te worden.”

Rechter Erika Colpin velt op 7 juni een vonnis in de zaak. (tdk)