Direct naar artikelinhoud
AnalyseBedrijfswagens

Alle bedrijfswagens elektrisch vanaf 2026: wat gaat dit u kosten? Wat met de files?

Alle bedrijfswagens elektrisch vanaf 2026: wat gaat dit u kosten? Wat met de files?
Beeld Illias Teirlinck

De regering-De Croo heeft maandagnacht een akkoord bereikt over de vergroening van de bedrijfswagens. Wat betekent deze hervorming voor u?

en

1. Wanneer gaat de hervorming in? 

Vanaf 2023, binnen twee jaar, begint een overgangsfase waarin de fiscale aftrekbaarheid van brandstofwagens geleidelijk wordt afgebouwd. Het doel is om werknemers al te verleiden tot een groene keuze als ze van wagen wisselen. Vanaf 2026 wordt de omslag dan helemaal gemaakt. Het is de bedoeling dat werknemers van wie het leasingcontract na 1 januari 2026 afloopt een ‘emissievrij’ exemplaar  kiezen. Het gaat dan om wagens die rijden op elektriciteit of waterstof. 

In principe is het niet verboden om ook na 2026 nog een brandstofwagen aan te kopen, maar deze wagens zullen voor de werkgever wel tot een kwart duurder worden. De verwachting is dat bedrijven ze uit hun gamma zullen halen wegens te kostelijk. Belangrijk: de hervorming geldt voorlopig alleen voor personenwagens. Voor bestel- of kleine vrachtwagens verandert niets.

2. Wat gaat deze vergroening u kosten? 

Aan de fiscale voordelen aan werknemerskant wordt niet geraakt. Het zogenaamde ‘voordeel alle aard’, dat nu al gunstiger is voor groene auto’s, blijft hetzelfde na 2026. “In principe verandert er dus niets voor een werknemer”, reageert Veerle Michiels, mobiliteitsexperte bij HR-dienstverlener SDWorx. “Je zal als werknemer ook na 2026 nog een nieuwe wagen kunnen kiezen voor hetzelfde budget, met zelfs een iets groter fiscaal voordeel tegenover een brandstofwagen vandaag.”

Aan de werkgeverskant wordt de fiscale aftrek voor elektrische auto’s van 100 procent in 2026 wel afgebouwd naar 67,5 procent tegen 2031, zowat het gemiddelde voordeel nu. Ook zullen werkgevers een extra solidariteitsbijdrage moeten betalen. Michiels: “Doordat die kosten niet verminderen, worden werkgevers gedwongen na te denken of een bedrijfswagen wel de juiste oplossing is voor werknemers. Alternatieven zoals het mobiliteitsbudget winnen zo aan belang.” 

Bij een mobiliteitsbudget krijgen werknemers de kans hun bedrijfswagen te combineren met een jaarlijks budget, waarmee ze zelf hun vervoersmiddelen kunnen kiezen.

3. Zult u nog dezelfde wagen kunnen kiezen? 

3. Zult u nog dezelfde wagen kunnen kiezen? 
Beeld DM

De catalogusprijs van elektrische wagens ligt vandaag een heel stuk hoger dan die van hun diesel- en benzineneefjes. Het gevolg hiervan is dat wie vandaag, anno 2021, de overstap maakt naar een groene wagen meestal tevreden moet zijn met een kleiner of goedkoper model. Dat is niet voor iedereen een optie – denk bijvoorbeeld aan gezinnen met meerdere kinderen. 

“In de toekomst, tegen 2026, zal dit echter veranderen”, vertelt Tony Verhelle, senior writer bij automagazine AutoGids. “Nieuwe onderzoeken hebben uitgewezen dat een elektrische auto tegen 2026 goedkoper zal zijn omdat de batterijtechnologie enorme stappen zet. Voor de rest is een elektrische auto sowieso goedkoper. De motor kost minder en is bovendien efficiënter. Bij diesel- en benzinewagens is dat 75 procent. Bij elektrische wagens is dat 95 procent. Het lijkt dus niet zo dat werknemers met kinderen plots zullen moeten terugvallen op een te klein model.”

Een studie van het analysebureau BloombergNEF in opdracht van de ngo Transport & Environment (T&E) legt het financiële keerpunt voor personenwagens ‘ten laatste in 2027’.

4. Waar moet u straks opladen? 

Een groot probleem: België loopt hopeloos achterop wat betreft laadinfrastructuur. In Amsterdam alleen al waren er vorig jaar bijna evenveel laadpalen als in heel Vlaanderen. Om dit te verhelpen spreken de regeringen van ons land de budgetten van het EU-relanceplan aan. Terwijl de Vlaamse, Waalse en Brusselse regering investeren in laadpalen in straten en pleinen, maakt de federale regering het fiscaal aantrekkelijk om een laadpunt te installeren op de eigen oprit.

Wie een laadpaal thuis plaatst krijgt vanaf september dit jaar de kosten voor 45 procent terugbetaald via zijn of haar belastingbrief. Dat voordeel wordt afgebouwd naar 30 procent in 2023, en naar 15 procent in 2024. “De meeste mensen rijden dagelijks maar 40 à 50 kilometer. Wetende dat je met één oplaadbeurt tegen 2026 goed 400 à 500 kilometer zal kunnen rijden, kan je daar wel even mee verder”, zegt Verhelle. “Voor de mensen die veel kilometers malen, zijn er snellaadpunten nodig, waar je een wagen in 20 minuten kunt opladen. Tesla heeft al zo’n netwerk.”

Terwijl er in Vlaanderen momenteel 4.262 publieke laadpunten zijn, wil de Vlaamse regering dat aantal tegen 2024 minstens verdriedubbelen. Tegen halfweg 2025 moeten het er 30.000 zijn.

5. Wat als u geen bedrijfswagen heeft? 

Omdat de tweedehandsmarkt in ons land gedomineerd wordt door bedrijfswagens die na het einde van hun contract worden doorverkocht aan particulieren, gaat de federale regering ervan uit dat het volledige wagenpark in België op relatief korte termijn zal vergroenen.

Alleen, dit heeft wel een grote impact op de inkomsten van de staatskas. De inkomsten die de overheid binnenkrijgt via accijnzen zullen de komende jaren dalen. Die betaal je namelijk op diesel en benzine, niet op elektriciteit. De regering is van plan om de gevolgen hiervan vanaf 2023 ‘van dichtbij op te volgen’, en indien nodig te compenseren. Betekent dat dan dat de accijnzen zullen stijgen? “We kunnen ook elders in de begroting naar extra middelen zoeken”, zegt minister van Financiën Van Peteghem (CD&V). Feit blijft dat wie niet de middelen heeft om een (tweedehandse) elektrische wagen te kopen die accijnzen zal blijven betalen aan de pomp.

6. Zullen de files straks afnemen? 

“Integendeel”, zegt mobiliteitsexpert Dirk Lauwers (UAntwerpen). “Het systeem van bedrijfswagens wordt in stand gehouden en zelfs aantrekkelijker gemaakt, waardoor we mensen in hun auto blijven duwen.” Lauwers verwijst naar Noorwegen, waar nu al meer dan 50 procent van de nieuw verkochte wagens elektrisch is. “Daar gaan mensen net meer de auto gebruiken. De morele druk is weggevallen, de angst om milieu- of gezondheidsschade te berokkenen. Ook is elektriciteit goedkoper dan benzine, al speelt dat met ons systeem van tankkaarten een minder grote rol.”

Om de files te beperken hervormt de federale regering het mobiliteitsbudget. Die formule, waarbij je je bedrijfswagen combineert met een abonnement op openbaar vervoer of een fiets, kent nu amper succes, maar wordt verruimd. Wie voor 60 procent van thuis werkt of op minder dan 10 kilometer van zijn werk woont, zal een deel van zijn woonlening of huur uitbetaald kunnen krijgen. De voorwaarden om in te stappen worden ook versoepeld. Terwijl je voordien al een bedrijfswagen moest hebben, moet het systeem voor veel meer werknemers toegankelijk worden.

“An sich zijn dat stappen in de goede richting”, vindt Lauwers. “Maar als je kijkt wat die alternatieven opbrengen, dan blijft de bedrijfswagen nog altijd veruit de meest interessante optie.”