Groene bedrijfswagens: een nobel idee, maar met dit plan dreigt overheid 1 miljard euro inkomsten te verliezen

De regering heeft een akkoord om bedrijfswagens te vergroenen. Een nobel idee, maar is dit plan wel de goede manier om het doel te bereiken? Er zijn minder dure en betere voorbeelden.  

opinie
Jasper Jacobs
Michel Maus
Michel Maus is fiscaal expert en professor aan de VUB.

Gisteren maakte de regering De Croo, in navolging van het regeerakkoord, haar plannen bekend voor de vergroening van de bedrijfswagens. Kort samengevat heeft de regering beslist om de fiscale aftrekbaarheid van nieuwe bedrijfswagens met ingang van 2026 enkel nog toe te staan voor koolstofemissievrije personenwagens. Voor dergelijke wagens geldt vanaf 2026 een aftrekpercentage van 100 procent ( zoals vandaag), en dit percentage wordt vervolgens stelselmatig afgebouwd tot 67,5 procent voor wagens die vanaf 2031 in het verkeer worden ingeschreven.

Bekijk hieronder Michel Maus in "De afspraak" (en lees verder onder de video):

Deze video is niet meer beschikbaar. We beschikken momenteel niet over de rechten om deze video aan te bieden.

Om de transitie verder te ondersteunen heeft de regering ook voorzien in een fiscale steunmaatregel voor laadpalen. Deze zijn voor bedrijven 200 procent aftrekbaar in de vennootschapsbelasting tot en met 31 december 2022 en 150 procent tot en met 31 augustus 2024. Particulieren die thuis een laadpaal installeren hebben dan weer recht op een belastingvermindering in de personenbelasting van 45 procent tot 31 december 2022, 30 procent tot 31 december 2023 en 15 procent tot 31 december 2024.

Op zich verdient deze maatregel zeker lof. Deze maatregel zal zijn effect zeker niet missen en zal belangrijk zijn voor het terugdringen van de CO₂-emissie in ons land en dus voor het behalen van de klimaatdoelstelling.  Het probleem is echter dat deze maatregel niet enkel op zijn ecologische merites mag worden beoordeeld, maar ook bekeken moet worden in een breder maatschappelijk verhaal waarbij ook rekening moet worden gehouden met het mobiliteitsvraagstuk en met de fiscale verloningproblematiek.

Door de fiscale aftrek voor bedrijfswagens te beperken tot emissievrije voertuigen, blijft de regering wel verder het systeem van de bedrijfs- en de salariswagens en van de fiscaalvriendelijke verloning ervan ondersteunen. Dit is nefast voor de mobiliteitsproblematiek en zal dus geen effect hebben op de noodzaak om het aantal bedrijfswagens terug te dringen. Ook de ongelijkheid op het vlak van belastingdruk tussen werknemers met en werknemers zonder bedrijfswagen wordt door de huidige regering in stand gehouden.

Maar het belangrijkste struikelblok is hier allicht de fiscaliteit. De regering blijft met het huidige voorstel voor de vergroening van de bedrijfswagens vasthouden aan het adagium dat een betere wereld begint met een fiscale aftrek. Dat is natuurlijk niet zo. 

We moeten ons de vraag durven stellen of bijvoorbeeld een 100 procent aftrek voor een elektrische bedrijfsauto en een 200 procent aftrek voor een laadpaal wel noodzakelijk zijn voor de realisatie van de elektrificatie van het wagenpark. Is het niet voldoende om eco-normen op te leggen om deze doelstelling te bereiken? 

We moeten ons de vraag durven stellen of fiscale aftrek voor een elektrische bedrijfsauto of een laadpaal  wel noodzakelijk is.

Zo heeft Noorwegen beslist om geen enkel nieuw voertuig met een fossiele brandstofmotor meer toe te laten vanaf 2025. Ondertussen hebben negen Europese landen, meer bepaald Oostenrijk, België, Denemarken, Griekenland. Ierland, Litouwen, Luxemburg, Malta en Nederland een oproep gedaan om auto’s met brandstofmotoren vanaf 2030 te bannen. Ook autoconstructeurs zoals Jaguar en Volvo hebben aangekondigd om vanaf respectievelijk 2025 en 2030 enkel nog elektrische voertuigen op de markt te brengen.

Catch-22

Men moet ook vaststellen dat de regering op het vlak van autofiscaliteit met een vervelende catch-22 zit. Aan de ene kant is de auto een enorme fiscale inkomstenbron voor de overheid. Op basis van de gegevens van FEBIAC, de Belgische Automobielfederatie, blijkt dat de auto in 2019 goed was voor 21,4 miljard euro aan fiscale inkomsten. Maar liefst 6 miljard euro was afkomstig van accijnzen op brandstof.

Aan de andere kant moet dan weer worden vastgesteld dat de overheid riskeert budgettair een pak fiscale inkomsten te missen door het aanmoedigen van elektrische voertuigen. 

Vooreerst wordt de aankoop van een elektrisch voertuig fiscaal gestimuleerd door middel van een 100 procent aftrek in de inkomstenbelastingen, en ook de belasting op inverkeerstelling en de verkeersbelasting worden positief fiscaal  gestuurd op basis van de CO₂-uitstoot van de wagen. Hetzelfde geldt voor de berekening van het fiscaal voordeel van alle aard, waarop een werknemer met een bedrijfswagen wordt belast. Ook dat voordeel is CO₂-gevoelig. Een stijging van het aantal elektrische voertuigen zal dus een budgettaire impact hebben voor zowel de federale overheid als de gewesten. Dit kan echter verholpen worden door de fiscale gunstregimes af te bouwen, hetgeen overigens ook werd aangekondigd door de regering bij de bekendmaking van de plannen rond de vergroening van de bedrijfswagens.

Belga Image

Anders is het echter gesteld met het verlies aan inkomsten uit accijnzen op brandstof. Het afbouwen van (bedrijfs)voertuigen met een fossiele brandstofmotor, impliceert minder brandstofverbruik en dus minder accijnzen. Vanaf 2026 wordt het verlies aan accijnzen op brandstof op 1 miljard euro geraamd. In tegenstelling tot de fiscale gunstregimes voor elektrische voertuigen - die afgebouwd kunnen worden -, is er geen pasklaar antwoord voor de compensatie van het verlies aan accijnsinkomsten. 

Ook in de debatten rond het regeringsvoorstel kon geen enkele politicus van zowel de meerderheid als de oppositie een pasklaar antwoord geven op de vraag welke compensatie men hier voor ogen heeft.

Compensatie?

De fameuze kilometerheffing kan hier geen oplossing vormen. Accijnzen zijn immers federale belastingen en een kilometerheffing is gewestelijk, zodat beiden elkaar niet kunnen compenseren. De enige pistes die binnen de autofiscaliteit mogelijk zijn, zijn de verdere beperking van de fiscale aftrek op de aankoop van het voertuig, de verhoging van het belastbaar voordeel voor werknemers met een bedrijfswagen en de verhoging van de CO₂-solidariteitsbijdrage die een werkgever moet betalen voor werknemers met een bedrijfswagen.

Feit is in ieder geval dat de huidige budgettaire context geen marge biedt om 1 miljard euro verlies aan fiscale inkomsten zomaar te accepteren. De groene bedrijfswagen zal dus een fiscale airbag nodig hebben.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen