Terwijl België en Europa in belastingen verdrinken, duiken over het Kanaal fiscale oases op

Naast de hoge taksen die Belgische banken zoals elke andere onderneming reeds betalen aan de Belgische overheid, zijn zij ook onderworpen aan een zogenaamde ‘bankentaks’. Die omvat onder meer bijdragen aan het depositogarantiefonds, dat dient om spaarders te verzekeren ingeval er zich een bankenfaillissement voordoet. België moest dit invoeren als gevolg van EU-afspraken. 

Wat blijkt echter? Het Belgisch garantiefonds stort al dat geld dat banken betaalden door naar de overheid, ‘die het opneemt in haar begroting en prompt uitgeeft’, volgens De Standaard, waarbij de krant vervolgt: ‘Als er een bank omvalt, heeft België geen spaarpotje maar dreigt de begroting opnieuw te ontsporen’. 

Banken klagen al enkele jaren over de taks, waarvan de kost steevast toeneemt.

Een onbedoeld neveneffect is bovendien dat sinds de invoering ervan er in ons land geen enkele lening meer afgesloten werd bij de Europese Investeringsbank (EIB), de publieke instelling die met een balans van meer dan 550 miljard euro dubbel zo veel slagkracht heeft als de Wereldbank, maar niettemin onbekender is. 

Voormalig Vlaams Minister-President Kris Peeters, de nieuwe vicevoorzitter van de Europese Investeringsbank, verduidelijkt:

‘Door die bankentaks zijn de banken niet geïnteresseerd om te lenen bij de EIB. Daardoor kunnen ze de kleine en middelgrote ondernemingen niet voorzien van extra financiële middelen’.

Dit is slechts één illustratie van hoe het Belgische, maar ook Europees belastingkluwen in de praktijk onze economische fundamenten aantast. 

Niettemin weten zowel het Belgische als het Europese beleidsniveau van geen ophouden.

Nieuwe Belgische belastingen

In België zou er een zogenaamde “brede fiscale hervorming” komen. De eerste aanzet hiervoor vanuit de hiervoor door Minister van Financiën Vincent Van Peteghem opgerichte werkgroep onder leiding van professor Fiscaal Recht Mark Delanote werpt al wat licht op welke richting men uit wil: schrappen van allerlei ‘fiscale koterijen’ – gunstregimes inzake bedrijfswagens, maaltijdcheques, dienstencheques en auteursrechten – in ruil voor een verhoging van de belastingvrije som – goed voor de laagste inkomens – en een ‘aanpassing van de fiscale schijven’. 

Voor dat laatste worden echter geen cijfers gegeven, hoe cruciaal het ook is voor de actieve bevolking om te weten of het voor hen wel om de beoogde ’taxshift’ gaat, eerder dan om een zoveelste belastingverhoging. Aan de andere kant worden wel volop percentages uiteengezet in verband met nieuwe belastingen die er zouden moeten komen, zoals een ‘meerwaardebelasting op aandelen’ – ‘15% en 25% bij verkoop in hetzelfde jaar’) en een ‘belasting van de reële huurinkomsten’ (30%).

Europese fiscale harmonisering 

Ook op Europees vlak weet van men van geen ophouden, in het bijzonder om te proberen om nationale veto’s over fiscaliteit te doen sneuvelen. Dit terwijl fiscale concurrentie overheden net dwingt om degelijke dienstverlening in ruil voor de betaalde belastingen aan te bieden.

Lange tijd fungeerde het Verenigd Koninkrijk hier als het grote obstakel. Als gevolg van de Britse exit, staan landen als Ierland, Luxemburg en Nederland nu echter veel zwakker. 

Britse fiscale oases

Daarenboven besliste de Britse regering onlangs om zogenaamde ‘freeports‘ op te richten. Dit zijn territoria waar verlaagde belastingen, op vlak van douanerechten en ook sociale bijdragen gelden. In het verleden zou het VK hiervoor eerst toestemming van de Europese Commissie hebben moeten vragen, maar na Brexit is dat niet meer nodig, en kan de Europese Unie bijzonder weinig aanvangen tegen de oprichting van deze  reeks nieuwe ‘fiscale oases’ op Brits grondgebied, aan de rand van de Europese Unie. 

Zo’n freeports bestaan echter ook binnen de Europese Unie, maar de Europese Commissie doet er alles aan om te voorkomen dat dit echte volwaardige fiscale oases zouden worden. De Commissie heeft zeker de laatste tijd, onder de Deense Commissaris voor Mededinging Margrethe Vestager, nogal de gewoonte om belastingvoordelen als ‘oneerlijke staatssteun’ te bestempelen, hoewel ze op dat vlak al een paar keer werd teruggefloten door het Europees Hof van Justitie. 

Een rigide belastingregime ondersteunt de illegale sector

Eén van de onbedoelde gevolgen van die strikte benadering door de EU lijkt wel te zijn dat de freeports binnen de EU zich op andere vlakken te proberen te onderscheiden, en met name op vlak van smokkel, althans volgens Europese Parlementsleden. 

Zo stelde Europarlementslid Anamaria Gomes na een bezoek aan zo’n freeport in Luxemburg in 2019: ‘dit is een manier om makkelijk goederen wars van elke controle op te slaan (…) Controles zijn bijzonder gebrekkig en we zagen geen pogingen om te weten te komen wie de uiteindelijke eigenaars van de goederen zijn’.

In het bijzonder zouden freeports binnen de EU illegale smokkel van tabakswaren en farmaceutische producten faciliteren. Dat is op zijn minst wat blijkt uit een analyse van het Italiaanse academisch onderzoekscentrum Transcrime, dat stelt dat op vlak van tabakssmokkel ‘free-trade zones‘ – een generische term voor freeports – een grote rol spelen. Als voorbeeld haalt het onderzoekscentrum aan dat ’tussen 2010 en 2013 grote tabakssmokkel werd ontdekt in de havens van Hamburg, Piraeus en Thessaloniki’, waar zich zo’n ‘free-trade zones’ bevinden.

Volgens de OESO zorgt de vestiging van dergelijke zones ‘voor een stijging van 5.9% van namaakexports’. Nochtans hangt het er sterk van af hoe zo’n freeports zijn opgezet, en de sterke Europese beperkingen om nijverheid op zoek naar lagere taksen aan te trekken lijken dus zeker ten dele illegale bedrijvigheid te bevorderen. De Britse overheidsdenktank RUSI haalt aan dat in Marokko daarentegen dergelijke zones net minder criminele risico’s met zich meebrengen dan andere logistieke hubs, gezien er vaak net meer controle plaatsvindt. 

Afschaffen van de bankentaks in het licht van Brexit 

Na Brexit heeft het Verenigd Koninkrijk de handen vrij om een reeks fiscale oases te creëren, met de bedoeling om meer economische bedrijvigheid aan te trekken. Net op dat moment steekt het Belgisch beleidsniveau zijn energie in het bedenken van nieuwe belastingen, of in het beste geval een ’taxshift’, maar zeker geen afschaffing van belastingen. 

Van dat laatste is de bankentaks maar één voorbeeld. Een afschaffing zou wel eens bankenactiviteit kunnen aantrekken uit de Britse City of London, die het volgens sommigen moeilijker zou krijgen na Brexit, maar dat wordt zelfs niet overwogen. Ondertussen probeert het Europees beleidsniveau de nationale manoeuvreerruimte te beperken, net terwijl lidstaten met meer fiscale concurrentie te kampen krijgen.


De auteur Pieter Cleppe is hoofdredacteur van BrusselsReport, een nieuwe webstek die zich richt op nieuws en analyse met betrekking tot EU-politiek.

Twitter: @pietercleppe

Meer