Direct naar artikelinhoud
InterviewMarc Van Ranst

Marc Van Ranst vanuit schuilplaats: ‘Ik heb geen medelijden met Jürgen Conings. Iedereen kiest zijn eigen pad’

Marc Van Ranst.Beeld © Bart Leye

Viroloog Marc Van Ranst en zijn gezin leven sinds dinsdag in een safehouse nadat Jürgen Conings, de voortvluchtige extreemrechtse militair, in een afscheidsbrief bedreigingen uitte. Van Ranst is niet onder de indruk: ‘Ik heb geen medelijden met Conings. Iedereen kiest zijn eigen pad.’

U heeft er bewogen dagen op zitten, neem ik aan. Welke impact heeft dit allemaal gehad op uw gezin?

“Sinds juli 2020 zijn we al gewend aan extra politiebescherming, en aan de uitleg en de achtergrond waarom die extra bescherming nodig is. Mijn zoontje Milo (12) is wel erg onder de indruk want een safehouse heeft hij nog niet meegemaakt. Bovendien is deze situatie voor Milo vervelend omdat hij niet naar school kan. Hij mist de lessen, maar vooral zijn vrienden en vriendinnen. Hoe dan ook is de extra bewapening die de agenten hier momenteel dragen indrukwekkend.  Daarom voelen we ons wel allemaal veilig. Dit heeft trouwens niet enkel een weerslag op mijn gezin, maar ook op mijn ouders. Ook zij kregen de vraag om binnen te blijven. Ze maken zich wel niet zo veel zorgen, vooral omdat ik hen vroeg om zich niet te veel zorgen te maken (lacht).”

Krijgt uw familie ondersteuning om met deze situatie om te gaan?

“Op onze schuilplaats komt regelmatig een vriendelijke mevrouw van de politie langs. Mijn gezin spreekt regelmatig met haar, ja, we hebben daar echt veel aan.”

Heeft u eigenlijk weet van gelijkaardige bedreigingen aan collega-experts?

“Andere virologen krijgen ook al maanden gelijkaardige bedreigingen, en dagelijks beledigingen en beschimpingen via sociale media. Het is een opmerkelijk fenomeen dat men ook in vele andere landen ziet, zoals in Nederland, waar virologen Marion Koopmans en Ab Osterhaus bedreigd worden. Ook in Duitsland zijn er virologen die bedreigingen krijgen, zoals Christian Drosten, net als de Amerikaanse viroloog Anthony Fauci. Die laatste krijgt trouwens ook continu politiebescherming.

“Als we inzoomen op ons land zijn er een aantal ‘vaste klanten’, die zowel Pierre Van Damme, Geert Molenberghs, Erika Vlieghe en mezelf haatberichten sturen. Er is zelfs eentje bij tegen wie ik gisteren nog een klacht indiende. Die persoon heeft sinds de pandemie begon al meer dan honderd haatberichten naar me gestuurd. Ik vroeg hem om te stoppen, maar dat viel in dovemansoren: hij bleef maar beledigingen sturen. Tja.”

U heeft het over haatberichten. Moet de wetgeving rond hate speech, op sociale media bijvoorbeeld, aangepast worden?

“De wet moet haatspraak strenger kunnen beteugelen. Het kan niet zijn dat  mensen er met een ‘tikje op de vingers’ vanaf komen. Iets dat moeilijker te realiseren is, maar volgens mij wel wenselijk is, is dat anonieme profielen op sociale media gewoon niet meer zouden mogen bestaan. Als je op Twitter niet met je eigen naam en profielfoto durft komen, heb je niets serieus te vertellen. Dan ben je daar met een bepaald doel. Hoe onnozel is het om iemand uit te maken via een anoniem profiel?”

Maar kan iemand iets doen om dit soort bedreigingen te vermijden? En aan wie denkt u dan?

“Dit is sowieso een heel moeilijke periode omwille van de pandemie. Dan worden de tenen langer en de lontjes korter. Het is wel een goede evolutie dat men behalve jihadisten ook geradicaliseerde rechts-extremisten als gevaarlijk beschouwt, en daar wat nauwer op gaat toezien. Ik heb, behalve via politieke weg, geen verwachtingen dat de samenleving snel zal veranderen. We leven in een neoliberale samenleving: egoïsme wordt al te vaak beloond. Weet u, mensen die Jürgen Conings steunen, slaan de bal mis. Maar je gaat extremisten niet van gedachten kunnen doen veranderen. Zij hebben een bepaalde overtuiging, en ze zitten daarin vast.”

Houdt u dan ook politici en opiniemakers verantwoordelijk voor deze ontsporing?

“Politici van extreemrechtse partijen bezaaien al jarenlang de vruchtbare grond met hun xenofobe praatjes. Die zaden ontkiemen nu tot een generatie extreemrechtse haters, die een aversie hebben tegen alles wat vreemd is. En ook tegen degenen die zich uitspreken tegen racisme, want in hun ogen zijn dat ‘volksverraders’. Dat verwijt krijg ik dagelijks meermaals te horen. Deze extreemrechtse haters voelen zich bovendien gelegitimeerd door een continue stroom van denigrerende en tendentieuze berichten van het legioen Vlaams Belangers en van prominenten zoals Siegfried Bracke, Rik Torfs en Hendrik Vuye. Weet u, onder het mom van ‘kritiek’ werken zij mee aan het creëren van een toxisch sfeertje.”

In Maasmechelen is een indrukwekkend aantal militairen en agenten op zoek naar Jürgen Conings.Beeld Joel Hoylaerts / Photo News

U krijgt anderzijds misschien ook steunbetuigingen?

“Heel veel. En ook vanuit de politiek: en dat zijn er niet altijd van linkse of centrumpartijen, maar ook van Bart De Wever, Theo Francken en Zuhal Demir. De overgrote meerderheid van de mensen slaagt er zeer goed in om het verschil te maken tussen het onweer en de weerman of -vrouw die het onweer aankondigt. Enkelingen kunnen dat verschil niet duiden en worden dan kwaad op de ‘weerman’ omdat ze die verantwoordelijk stellen voor het slechte weer.”

Zal u door deze situatie uw gedrag aanpassen? Zal u bijvoorbeeld minder met het openbaar vervoer reizen, minder tweeten of andere dingen veranderen?

“Absoluut niet. Geradicaliseerde mensen van extremistische stromingen, al dan niet uitgerust met raketlanceerders, gaan mijn leven allerminst bepalen. Als je toegeeft aan online intimidatie lok je enkel nog meer intimidatie uit. Dapper zijn de meeste van die klavierriddertjes niet, en ze gedragen zich als jakhalzen wanneer ze een prooi zien die verstijfd van de schrik blijft zitten.”

Wat vindt u eigenlijk van het feit dat het Belgische leger mensen zoals Jürgen Conings in dienst houdt?

“Mensen die als geradicaliseerd op de OCAD-lijst staan, laat je liever niet in de buurt van oorlogswapens komen. Dit was een accident waiting to happen. Ik ben zeker dat de overheid de regeltjes nu wel zal verstrengen. Bovendien zijn er toch verschillende taken in het leger? Waarom gaven ze deze man geen taak die niet met wapens te maken had? Je neemt toch aan dat zware wapens zwaar bewaakt worden? Het hoort gewoon niet, zelfs voor niet-geradicaliseerden, dat je in een kazerne met je auto kan aankomen en vier raketlanceerders in je sporttas kan steken en daarmee kan wegrijden. Dat is een zware systeemfout.”

Van Ranst: ‘Ik heb grote bewondering en dankbaarheid voor de agenten en militairen die dag en nacht een bos uitkammen op zoek naar een zwaarbewapende man.’Beeld REUTERS

Heeft dit gevolgen voor uw werk? Bent u nu beperkt in wat u professioneel kan doen?

“Gelukkig kan ik een aantal zaken online afwerken en ik heb nog een berg verlofdagen staan. Bovendien kan ik rekenen op een sterk team van medewerkers. Dus deze heisa heeft niet echt veel invloed op mijn werk. Ik ga sowieso niet voorzichtiger zijn.”

Is het dit allemaal wel waard?

“It is what it is. Geen haar op mijn hoofd denkt eraan om mij te laten intimideren. Xenofobe of racistische praat zal van mij steeds een antwoord krijgen. Ik heb een allergie voor onrecht: gisteren, vandaag, en ook morgen. Het is de normaalste zaak van de wereld om daar tegen te zijn. Ik zou geen ander pad kunnen kiezen.”

Zal u blij zijn als ze de man gevonden hebben?

“Wel, als het voorbij is, is dat weer gewoon een afgesloten hoofdstukje in het ‘dikke pandemieboek’. Die man laat geen indruk achter op mij. Ik heb er ook geen medelijden mee. Iedereen kiest zijn eigen pad. Het is mogelijk dat die man ziek is, en hopelijk krijgt hij hulp als ze hem gevonden hebben. Verder heeft het leven een tendens om altijd verder te gaan. Ook dit zal dus weer voorbij gaan: het is vervelend voor mij, maar ook niet meer dan dat.”

“Mag ik wel nog iets zeggen? Ik wil graag alle politiediensten bedanken voor hun vriendelijke en professionele manier van werken. En ik heb grote bewondering en dankbaarheid voor de agenten en militairen die dag en nacht een bos uitkammen op zoek naar een zwaarbewapende man.”