Direct naar artikelinhoud
InterviewVincent Van Quickenborne

Justitieminister Vincent Van Quickenbor­ne: ‘Er staat ook een cipier op de terreurlijst. Hij is meteen geschorst’

Justitieminister Vincent Van Quickenbor­ne: ‘Er staat ook een cipier op de terreurlijst. Hij is meteen geschorst’
Beeld vincent duterne/photo news

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) kwam de afgelopen maanden vooral in het nieuws als de man die dreigde met ‘boetes, boetes, boetes’. ‘Maar ik deed dat niet met veel goesting’, benadrukt hij. Een oerliberaal, noemt hij zichzelf, die alle coronabeperkingen zo snel mogelijk wil vergeten. Ook al is het op dit moment uiteraard de klopjacht op militair Jürgen Conings die de minister bezighoudt: ‘Er staat ook een cipier op de terreurlijst.’

Het is donderdagavond. In Limburg wordt nog steeds met man en macht gezocht naar militair Jürgen Conings. In het parlement kreeg minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) veel vragen over hoe het kon dat de man zomaar zijn gangen kon gaan, terwijl hij op de OCAD-lijst met gevaarlijke individuen stond. “Ik heb de chronologie gezien en ik denk dat de informatiedoorstroming tot bij diegene die moesten beslissen, te gebrekkig is geweest”, aldus Van Quickenborne. “Tussen de inlichtingendiensten onderling (OCAD, Staatsveiligheid, militaire inlichtingendienst ADIV, red.) loopt dat goed, daar is zwaar op ingezet na de aanslagen, maar het moet natuurlijk doorstromen naar de directe betrokkenen.”

Staan er nog mensen op de OCAD-lijst die bij onze veiligheidsdiensten werken?

“Van de 706 mensen op de OCAD-lijst, de terroristenlijst, zijn er twee die bij de overheid werken. De ene is een militair en de andere is een cipier. Die is op 3 augustus op die lijst gezet, omwille van rechts-extremistische gedachtengoed en omdat er serieuze aanwijzigingen waren dat hij geweld zou gebruiken. Elf dagen erna is hij al geschorst geweest door het gevangeniswezen. Daar ging het dus wel goed. De man is wel naar de Raad van State gestapt, maar ving daar bot. Ook zijn ontslag vecht hij nu aan. Dat is natuurlijk zijn recht, maar wij staan sterk in onze schoenen.”

Maar er waren dus concrete aanwijzigingen dat die cipier geweld zou plegen?

“Absoluut, je komt niet zomaar op de OCAD-lijst terecht. De militaire inlichtingendienst houdt een 30-tal mensen met extremistisch gedachtengoed. Daarvan staat er 1 op de OCAD-lijst (Jürgen Conings, red.). Je komt daar alleen op als er ook aanwijzigingen zijn dat iemand potentieel geweld gaat plegen. Bij die cipier was dat heel duidelijk, ook op basis van zijn gedrag in de gevangenis, dat hij een gevaar vormde voor gedetineerden met een migratie-achtergrond. En dan bedoel ik een gevaar voor hun leven hé. En dus is daar snel geschakeld.”

Waarom gebeurde dat niet bij Defensie?

“Dat is inderdaad de grote vraag en zal ook onderzocht worden. Maar we willen daar ook lessen uit trekken: die OCAD-lijst moet meer tanden krijgen. Als iemand op die lijst komt moeten er automatisch maatregelen ingaan waardoor hij of zij geen geen toegang meer krijgt tot veiligheidsdepartementen, kritische infrastructuur en bijvoorbeeld wapens en munitie. Dat loopt meestal wel goed, maar het hangt eigenlijk van de werkgever af of er actie ondernomen wordt of niet. Dat moet gewoon een verplichting zijn.”

Focussen de inlichtingendiensten niet vooral op religieuze extremisten?

“Inlichtingendiensten focussen op alle extremisten. Jihadisten zijn met veel meer, maar onderschat het gevaar dat uitgaat van die 50 rechts-extremisten niet. Ze proberen aan wapens te geraken, zijn opgeleid en geven trainingen aan gelijkgezinden. U moet zich dat niet voorstellen als een organisatie, maar het zijn ook geen ‘lone wolves’. Sharia for Belgium werd door sommigen ook als bende clowns weggezet. Die fout maken we niet met rechts-extremisten. En voor alle duidelijkheid: dat is géén strijd tegen Vlaams Belang, wat niet uitsluit dat bepaalde leden wel linken hebben met extremisten die bereid zijn de wapens op te nemen. Dat zullen ze natuurlijk nooit toegeven.”

Het leger diende vorig jaar al een racismeklacht in tegen Jürgen Conings. Maar dat werd gewoon geseponeerd. Ook dat doet de wenkbrauwen fronsen.

“Het probleem is dat wat mensen schrijven op sociale media als drukpersmisdrijven worden geclassificeerd. Die kunnen alleen vervolgd kunnen worden voor Assisen, maar het Assisenhof dient natuurlijk voor moordzaken en dus worden haatmisdrijven, zoals homofobie en xenofobie, in de praktijk niet vervolgd. Maar we gaan dat aanpassen, zodat die misdrijven voor een correctionele rechtbank kunnen komen. Ik hoop dat samen met het parlement rond te krijgen tegen de zomer. We zullen daarbij trouwens geen enkele bijkomende beperking aanvaarden aan de vrijheid van meningsuiting, zoals N-VA beweert. We gaan er alleen voor zorgen dat we zaken die vandaag al strafbaar zijn ook effectief vervolgen.”

Terug naar de coronacrisis dan. U maakte de afgelopen maanden furore als de man die dreigde met ‘boetes, boetes, boetes’. Google de zoektermen ‘Vincent Van Quickenborne’ en ‘boetes’ en de lijst van artikels is eindeloos.

“U moet niet denken dat ik dat met heel veel goesting heb gedaan. Het was mij te doen om de volksgezondheid en mensenlevens, niet om de boetes. Hoe minder boetes, hoe beter, maar je moet wel een stok achter de deur hebben. Dat is een tol die je betaalt als minister van handhaving. Dat ik dat zo vaak gezegd heb, heeft uiteindelijk ook wel een afschrikeffect gehad. In de Kerstvakantie liet 30 procent zich testen na vakantie. In april was dat 80 procent.

Maakt u zich als liberaal geen zorgen over uw repressieve imago?

“Goh, ik denk dat de mensen die de coronaregels volgden - en dat is toch 80 procent van de mensen - dat wel steunen. Maar nu we in de staart van de crisis zitten, moet dat voor mij allemaal in de diepste schuif verdwijnen. Ik ben een oerliberaal, vrijheid is voor mij het hoogste goed. Ik hoor sommige mensen zeggen: zo’n sluitingsuur voor de horeca, dat is misschien niet slecht om te houden. No way hé! Je moet toch op café kunnen gaan tot 4 à 5 uur ‘s morgens. Ik ben daar in Kortrijk groot mee geworden.”

Nochtans vroegen ook partijgenoten van u zich de afgelopen maanden af waar dat liberalisme gebleven was. Er klonk zelfs oplichting, omdat er met MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez toch iemand opkwam voor de vrijheid.

“Ja maar, wat is vrijheid? Ongebreideld uw goesting kunnen doen, met veel meer doden tot gevolg? Ik denk dat we onze aanpak steeds goed afgewogen hebben. We waren absoluut niet bij de strenge landen in Europa.”

Heeft u zich gestoord aan de communicatie van Bouchez?

“Ik heb aan de MR-ministers in de regering goede bondgenoten en dat is wat telt. Bouchez is een beetje een woelwater natuurlijk.”

Een beetje zoals u vroeger?

“Misschien wel, maar nu spreken we toch over de vorige eeuw hé? (lacht). Sinds ik als burgemeester teruggekeerd ben naar Brussel, heb ik toch geleerd om bruggen te bouwen en consensus te vinden. Vroeger wisten mensen: bel hem en hij zal wel een forse uitspraak doen, maar vandaag heb ik als vicepremier van de leidende regeringspartij een andere rol. Maar diep vanbinnen zit nog steeds die rebel. (lacht)”