Haatzaaien of een mening? Voorpost-kwartet veroordeeld na anti-islamspandoek

De vier zijn woensdag door de correctionele rechtbank veroordeeld tot celstraffen van zes maanden – voor drie van de vier met uitstel. Op 30 mei 2020 hadden ze, met nog een vijfde Voorpost-lid, actie gevoerd op de markt van Mechelen. Ze liepen daarbij rond met een spandoek met een in uiterst rechtse kringen klassiek thema: ‘Stop islamisering’. Ze deelden ook folders uit waarin stond dat moslims de week voordien, in volle coronapandemie, wel de toestemming kregen om samen te bidden, maar de vijf niet mochten protesteren. De politie doekte de actie op en arresteerde vier leden.

Met hun actie creëerden de vier volgens de rechtbank een angstbeeld dat aanzet tot haat en geweld tegen de moslimgemeenschap. De rechter volgde daarmee het standpunt van de openbaar aanklager, die de vergelijking maakte met de haat die aangewakkerd werd tegenover de joden in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. De verdediging beriep zich echter op het recht op vrije meningsuiting. “‘Stop islamisering’ is een politiek statement”, klonk het. “Er stond niet ‘Weg met de islam uit België’ of dat het verboden is om moslim te zijn”, sprak meester Luc Deceuninck namens de Voorpost-leden. De verdediging probeerde de rechtbank ook nog onbevoegd te verklaren omdat het om een drukpersmisdrijf zou gaan, maar dat werd van tafel geveegd. 

Censuur

Het vonnis werd al snel het onderwerp van discussie op sociale media, over precies het argument van de verdediging: wordt hier geen loopje genomen met de vrijheid van mening? “Een mening breng je niet voor de rechtbank”, tweette N-VA-voorzitter Bart De Wever. Van Grieken gaat verder en noemt het een aanslag op de vrije meningsuiting. “In een democratie bestrijd je mening met mening, niet met censuur.” N-VA-Kamerlid Theo Francken volgt hem en spreekt van “slippery slope. Mag ik binnenkort nog gaan protesteren tegen bijvoorbeeld een faciliteitengemeente in Kraainem, of is dat haat zaaien tegenover Franstaligen?”

Ook filosoof Maarten Boudry is streng voor de veroordeling. “Wat hier bestraft wordt, is niet zozeer de religiekritiek, maar het doemdenken over islamisering. De rechtbank eigent zich het recht toe om te bepalen welke toekomstbeelden al dan niet gegrond zijn”, legt hij uit. “Daarnaast is het gevaarlijk omdat de sympathisanten van Voorpost nu het idee hebben dat ze niet meer mogen waarschuwen voor islamisering. Dat zal ongetwijfeld in het voordeel spelen van de rechtse partijen, die dit politiek zullen uitspelen en er stemmen mee gaan winnen”.