Direct naar artikelinhoud
NieuwsNamibië

Duitsland bekent schuld over volkerenmoord in Namibië. Maar het heeft wel meer dan 100 jaar geduurd

Een Duitse militair bewaakt gevangenen ten tijde van de volkerenmoord op 70.000 Herero en Nama in de toenmalige kolonie Duits-Zuidwest-Afrika.Beeld AFP

Eindelijk geeft Duitsland toe dat het tussen 1904 en 1908 een volkerenmoord heeft gepleegd in Namibië, destijds een Duitse kolonie. Waarom hebben de nabestaanden zo lang op erkenning moeten wachten?

De eerste genocide van de twintigste eeuw, die van de Duitsers op de bevolking van hun toenmalige kolonie Namibië, wordt door de regering van Angela Merkel binnenkort officieel erkend als wat het is: een volkerenmoord op 70.000 mensen. “Een eerste stap in de goede richting”, zei de woordvoerder van de Namibische president Hage Geingob. Volgens de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Heiko Maas (SPD), is het “een gebaar van erkenning voor het onmetelijke leed dat de slachtoffers is aangedaan”.

Ondertekend is er nog niets, maar na meer dan vijf jaar onderhandelen ligt er wel een document waarin beide partijen akkoord gaan met een gemeenschappelijk narratief over de tussen 1904 en 1908 gepleegde misdaden tegen de Herero en Nama, en een bedrag van 1,1 miljard euro dat Duitsland zal investeren in de toekomst van Namibië. Het geld zal, onder toezicht van beide overheden, worden geïnvesteerd in onderwijs, infrastructuur en gezondheidszorg.

Het is voor het eerst dat een dergelijke schuldbekentenis voortkomt uit gesprekken tussen een voormalig kolonisator, een van de rijkste landen in Europa, en de voormalige kolonie, een Afrikaans land waarvan de bevolking nog steeds is verdeeld in een kleine witte elite en een grote arme, zwarte minderheid. In de onderhandelingscommissie zaten zowel regeringsvertegenwoordigers als afgevaardigden van de Nama en Herero, die de poging tot uitroeiing nooit te boven zijn gekomen en getalsmatig nu kleine minderheden vormen in hun land.

‘Duitse arrogantie’

Toch is er vanuit Namibië veel kritiek op het resultaat, vooral omdat de regering akkoord is gegaan met Duitslands meest omstreden eis: dat het bij de som van ruim een miljard niet gaat om officiële herstelbetalingen van de Duitse staat aan de nazaten van de slachtoffers. In de Namibische pers wordt dit ‘Duitse arrogantie’ genoemd.

De Duitse regering wil die stap niet zetten, omdat ze vreest voor precedentwerking. Landen als Polen en Griekenland proberen al jaren herstelbetalingen te forceren voor het leed dat hun in de Tweede Wereldoorlog is aangedaan. Duitsland wil daar niet op ingaan, omdat het laatste woord over deze gelden officieel gezegd is in het Twee-plus-Vier-verdrag uit 1990, tussen de Bondsrepubliek en de DDR en de vier geallieerde mogendheden.

Het komt ook door de dominante positie die schuld aan de oorlog en met name de Holocaust in het Duitse zelfbewustzijn inneemt dat de koloniale geschiedenis lange tijd collectief werd verdrongen.

De geschiedenis van de Duitse overheersing in Namibië is kort, maar wreed. Het land heette tussen 1884 en 1915 Duits-Zuidwest-Afrika. In het nog jonge Duitse Keizerrijk, dat niet kon verkroppen dat het de Europese slag om de o zo lucratieve koloniën had gemist, raakte men in de ban van de diamantvondsten die in Namibië werden gedaan. In groten getale gingen Duitsers scheep om hun geluk te beproeven, waarbij ze de lokale bevolking vaak hardhandig van hun land verjoegen. In 1904 kwamen eerst de Herero en daarna ook de Nama in opstand tegen de koloniale overheerser, die terugsloeg met een leger van 15.000 man.

Daarbij is waarschijnlijk zo’n 70 procent van de Herero en 50 procent van de Nama omgekomen. De overlevenden werden opgesloten in concentratiekampen waar ze dwangarbeid moesten verrichten, en waar veel mensen alsnog stierven door gebrek aan voedsel en hygiëne.

Steeds meer druk

Sinds een jaar of tien proberen nazaten van de slachtoffers van de genocide vanuit New York de Duitse overheid aan te klagen, met het doel de massamoorden erkend te krijgen als genocide en zo officiële herstelbetalingen af te dwingen. Deze pogingen zijn niet geslaagd, maar vergrootten wel de druk op Duitsland, dat lange tijd niets van erkenning van de genocide wilde weten, met het argument dat de misdaden hadden plaatsgevonden voordat er een juridisch kader was waarin het begrip wordt gedefinieerd. Dat kwam pas een halve eeuw later, toen de Bondsrepubliek in 1955 het Genocideverdrag van de VN ondertekende. In 2015 zag de Duitse regering in dat de roep om erkenning niet langer kon worden genegeerd en kwam er een onderhandelingsdelegatie onder leiding van voormalig CDU-volksvertegenwoordiger Ruprecht Polenz.

De onvrede bij de Namibische oppositie komt niet alleen voort uit de weigering van de Duitsers om officiële schadevergoeding aan de nazaten te betalen, maar ook uit wantrouwen in de Namibische regering, waarin de Herero en de Nama niet zijn vertegenwoordigd. De regering bepaalde wie er wel en niet aan de onderhandelingstafel mocht zitten en sloot sommige slachtofferorganisaties uit. Die willen de juridische strijd om herstelbetalingen voortzetten.

Later dit jaar reist Duitse Bondspresident Frank-Walter Steinmeier naar Windhoek om vergiffenis te vragen in het parlement van het Zuidwest-Afrikaanse land, waar hij, zoals het zich nu laat aanzien, met gemengde gevoelens zal worden ontvangen.