Direct naar artikelinhoud
ReportageBinnenkijker

Het begon met een atelier in de tuin van zijn ouders. Nu is het een artistiek walhalla

De eethoek met links de trap naar de slaapkamer.Beeld Luc Roymans

Sinds kunstenaar en illustrator Albert Pepermans twintig jaar geleden een atelier in de tuin van zijn ouders mocht bouwen, breidde hij zijn domein stukje bij beetje uit tot wat vandaag een artistiek walhalla van 500 vierkante meter is.

Alles is hier verpepermanst.” Greet Umans lacht als ze ons binnenlaat in het pand dat ze deelt met haar man, kunstenaar Albert Pepermans. We zien meteen wat ze bedoelt. Tot aan de tegels in het toilet toe knalt zijn ­energieke directe signatuur van de muren. We moeten hier duidelijk niet zoeken naar een scheiding tussen leven en werk. “Al mijn hele leven heb ik een atelier aan huis, ik kan het me niet anders voorstellen. Voor mij lopen die twee naadloos in elkaar over”, aldus de artiest.

BIO * Albert Pepermans studeerde grafische kunsten aan Sint-Lukas Brussel / ging aanvankelijk aan de slag in de reclamewereld / begon later zelf les te geven en richtte zich de rest van zijn tijd op vrij werk / dochter Eliza werkt ook als kunstenares / Greet Umans is directeur van de Schönfeld Gallery, de kunstgalerij van Elie Schönfeld met drie locaties in Antwerpen en Brussel

We staan intussen in de keuken, maar weten amper nog hoe we hier geraakt zijn. Het huis voelt als een wirwar van ruimtes, patio’s en ­gangen. “Je bent niet de eerste die dat zegt. Het komt omdat dit huis zo organisch is gegroeid”, zegt Pepermans, die de woning in 2002 liet ­ontwerpen door de Oostenrijkse architect Günther Domenig. “Ik vroeg hem om een huis te tekenen dat ik zelf kon bouwen. Ik had ­destijds niet veel geld en ben handig genoeg. Günther maakte het ontwerp in ruil voor een paar van mijn kunstwerken. 

In het stuk tuin dat Pepermans kocht van een promotor, bouwde hij een paviljoen om zijn grote werken te tonen.Beeld Luc Roymans

“Uiteindelijk kostte dit huis me 50.000 euro, puur aan bouwmaterialen. Anderhalf jaar werkte ik eraan, vijf dagen in de week. De andere twee gaf ik les. Op de elektriciteit en centrale verwarming na deed ik alles zelf. De funderingen groef ik uit met een spade en een kruiwagen. Ik hou van het huis, omdat het zo sober en eenvoudig is. De grote ruimtes met veel licht maken me rustig. Ik koos bewust voor witte muren en weinig meubels, zodat alle aandacht gaat naar de architectuur en de ­kunstwerken.”

De grote hangar waar Alberts oom vroeger een smidse had, is nu een atelier waar Albert ook zijn archief bewaart.Beeld Luc Roymans

Pepermans bouwde zijn domein in de achtertuin van zijn ouderlijk huis. Om het te bereiken, moet je door het huis. De tuin vormde Pepermans om tot een Japanse patio. Daar staat zijn zelfgebouwde houten paviljoen met een leefruimte, eethoek en keuken, en op de eerste verdieping een compacte slaapkamer. Achter een houten kastenwand blijkt de badkamer met toilet verstopt te zitten.

De binnentuin doet Japans aan met het houten paviljoen, de bamboe en de kiezels.Beeld Luc Roymans
Het begon met een atelier in de tuin van zijn ouders. Nu is het een artistiek walhalla
Beeld Luc Roymans

Toen Greet in 2007 bij Albert introk, breidde ze de slaapkamer uit met een kleine dressing. Beneden kwam er ook een bijkeuken. Maar daar bleef het niet bij. Van de projectontwikkelaar die een appartementsblok neerzette naast zijn deur kon het koppel een stuk tuin kopen aan de kant van de keuken. Achterin zetten ze een ­houten paviljoen om grote werken in te ­stockeren en te tonen aan collectioneurs die op atelierbezoek komen. Umans: “Omdat we hier nu een tuin hebben, konden we ook een raam in de keuken ­steken. Van de smalle strook ­tussen het aanrecht en de bovenkastjes maakten we een schuifraam. Het is een beetje laag, maar ideaal om eten en drank door te geven naar het terras. Wij noemen het ‘onze bar’.”

De spiegelende plinten onder de keukenkasten laten de vloer optisch doorlopen en zorgen zo voor extra ruimtegevoel.Beeld Luc Roymans
Via het raam boven het aanrecht geven Albert en Greet gemakkelijk eten en drank door naar het terras. ‘Dit noemen we onze bar.’Beeld Luc Roymans

Vier jaar geleden kwam ook de aanpalende hangar leeg te staan, nadat Pepermans’ oom, die daar jarenlang een smidse had, overleed. Hij kon het immense pand kopen en renoveerde het tot atelier en archief. Albert had al een werkplek in het ouderlijk huis. Dus heeft hij nu twee ateliers. “De hangar is veel groter en lichter. Maar als het ’s winters te koud is, werk ik in huis”, zegt Pepermans. “We zitten hier echt in een paradijs. Het is een oase van rust, maar toch vlak bij Brussel.”

De steile trap naar de slaapkamer.Beeld Luc Roymans

Pepermans wordt volgend jaar 75. Dat viert hij uitbundig samen met galerie Schönfeld. In hun nieuwe ruimte, Schönfeld C genaamd, wordt zijn werk een jaar lang getoond. Elke vier weken komt er een andere opstelling rond een ander facet uit zijn oeuvre van dik 45 jaar. Zoals zijn samenwerking met Hugo Claus, zijn theater­posters en zijn vrouwenportretten. Het feestjaar ­eindigt in april 2022 tijdens de kunstbeurs Art Brussels, waar Pepermans’ kleurrijke en toegankelijke werk een grote solo-expo krijgt. Hij balanceert tussen figuratie en abstractie en flirt met de rebellie van rock-’n-roll en punk. Zijn oeuvre is zeer krachtig en heeft iets brutaals en ongepolijst.

De badkamer zit verstopt achter een houten kastenwand. Albert beschilderde de faience-tegeltjes.Beeld Luc Roymans
Het begon met een atelier in de tuin van zijn ouders. Nu is het een artistiek walhalla
Beeld Luc Roymans

Hoewel hij de pensioengerechtigde leeftijd al even voorbij is, werkt Pepermans nog elke dag. “Dat is het liefste wat ik doe. Creëren is voor mij een tweede natuur. Ik ga dan ook nooit langer dan twee weken op vakantie. Dan mis ik het schilderen te veel. Sowieso neem ik altijd een schetsboekje mee, mijn carnets de voyage. Er gaat geen dag voorbij zonder dat ik een verf­borstel heb ­vastgehouden. Maar vroeg beginnen doe ik niet meer. Ik gaf 45 jaar les. Sinds ik met pensioen ben, deel ik mijn dagen naar eigen goesting in. Voor de middag begin ik zelden. We liggen graag lang in ons bed. Wij zijn twee ­marmotten.” (lacht)

Het begon met een atelier in de tuin van zijn ouders. Nu is het een artistiek walhalla
Beeld Luc Roymans