Ondanks nieuw advies: minister Beke vindt dat er wél aandacht moet blijven voor drugspreventie op school
Vlaams minister van Welzijn en Gezondheid Wouter Beke (CD&V) vindt dat er beter wel aandacht blijft voor drugspreventie op school. Dat zegt hij in een reactie op het advies van het het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) om in de klas niet te veel aandacht te besteden aan illegale drugs, omdat dat net interesse bij jongeren zou opwekken.
Opmerkelijk nieuws vanochtend: na een groot onderzoek naar het preventief gezondheidsbeleid bij scholen in het Nederlandstalig basis- en secundair onderwijs in Vlaanderen en Brussel adviseert het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid om op school niet te veel en niet te vroeg aandacht te geven aan illegale drugs.
De achterliggende idee? Preventief lesgeven over illegale drugs zou sommige leerlingen net te nieuwsgierig maken in plaats van ontradend werken. Beter dan een hele klas over illegale drugs les te geven is individuele coaching van leerlingen met een mogelijk probleem, zo luidt het advies.
Risico’s
Ook opmerkelijk: de reactie van Vlaams minister van Welzijn en Gezondheid Wouter Beke. Ook al is het onderzoek gevoerd in opdracht van de minister, toch vindt hij dat er beter wél voldoende aandacht blijft voor drugspreventie op school.
“Ik denk dat het belangrijk is dat daarover gesproken wordt, om de risico’s ook heel duidelijk te maken van druggebruik: de gezondheidsrisico’s, de sociale risico’s én de maatschappelijke risico’s”, zegt Beke in een reactie aan VRT NWS.
Bekijk hier de reactie van minister Beke in “Het journaal” en lees eronder verder:
Het advies komt van bij het het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs, kortweg VAD. Katleen Peleman, directeur bij het VAD, verwijst hiervoor naar de zogenoemde leerlijn rond alcohol en drugs. Daarin krijgen leraren handvatten om al dan niet les te geven over dit thema.
“De basis van die leerlijn is dat je pas preventie over illegale drugs geeft, op het moment dat het in de leefwereld zit van jongeren zit. Als je dat te vroeg doet, heeft het geen zin en kan het zelfs contraproductief werken.”
Peleman maakt hierbij een duidelijk onderscheid tussen alcohol - een legale drug - en illegale drugs als cannabis. “Omdat alcohol overal in onze maatschappij aanwezig is, heel erg genormaliseerd is en jongeren die op de lagere school zitten al overal alcoholgebruik rond zich zien, zien we dat er vanaf het vijfde en zesde studiejaar een zekere nieuwsgierigheid naar alcohol ontstaat.” Daarom wordt het als heel zinvol gezien om al op deze leeftijd in de klas te praten over alcohol.
“Verkeerd beeld”
Anders is het bij illegale drugs, zoals cannabis. “Op de lagere school rond cannabis werken, heeft helemaal geen zin omdat jongeren er op die leeftijd niet of amper mee in contact komen.”
“We weten dat zelfs in het middelbaar slechts 14 procent van de jongeren ooit cannabis heeft gebruikt”, gaat Peleman verder. “Dus vandaar ons advies om niet standaard rond cannabis in de klas te werken.”
Het VAD vindt het niet verkeerd om er informatie over te geven, want er mag geen taboe op rusten. “Maar klassikaal errond werken, met het idee om het keuzegedrag van jongeren te beïnvloeden, daar moet je heel erg mee oppassen.”
Met een klassikale aanpak schep je heel erg het beeld dat het gebruik van illegale drugs wijdverspreid is.
Waarom moet je daarmee oppassen? “Omdat je met een klassikale aanpak heel erg het beeld schept dat het gebruik van illegale drugs wijdverspreid is bij leerlingen en bij hun leefwereld hoort.” Maar dat is helemaal niet het geval, herhaalt Peleman.
“Zelfs in het vijfde en zesde middelbaar is het zeker niet zo dat een meerderheid van de jongeren cannabis gebruikt.” Door veel aandacht te geven aan de problematiek, kan je het verkeerde beeld scheppen dat druggebruik op die leeftijd heel normaal is.
Voortschrijdend inzicht
Vanwaar nu deze ommekeer, dit nieuwe advies? Want op dit moment geeft 73 procent van de basisscholen en 81 procent van de secundaire scholen les over illegale drugs. Katleen Peleman legt uit dat recent wetenschappelijk onderzoek ons veel wijzer heeft gemaakt over hoe preventie werkt.
“Heel veel preventielessen gebeurden vroeger vanuit het buikgevoel. Toen in de klas gevraagd werd ‘wie van jullie heeft al eens alcohol gedronken’, werd heel veel nieuwsgierigheid opgewekt. Maar nu weten we dat dat niet goed is.”
Bekijk hier het volledige verslag uit "Het journaal", met een korte uitleg door Katleen Peleman:
