Direct naar artikelinhoud
Bart Eeckhout.
StandpuntBart Eeckhout

Een moedig politicus is niet iemand die tegen hongerstakers zegt dat hun lijden geen zier verschil maakt

Bart Eeckhout is hoofdredacteur.

In de onderzoeksreeks ‘De Migratiemaffia’ reconstrueert deze krant de routes van mensen van migratieknooppunten in Afrika tot hier. Het levert nieuwe inzichten op in een complexe problematiek aan de hand van ontnuchterende verhalen, undercover ter plaatse opgetekend. Verhalen over mensenhandel en mensensmokkel, over seksuele uitbuiting, slavernij en foltering in een immoreel decor, waar mede door Europese lidstaten gesubsidieerde kampbewakers tegelijk mensensmokkelaar kunnen zijn. 

De onderzoeksreeks brengt enig menselijk reliëf aan in een debat dat enkel over cijfers en herhaling van zetten lijkt te gaan. Alle standpunten over asiel en migratie liggen vast, alle feiten keren terug in een schijnbaar onverbrekelijke cirkel. Nog altijd verdrinken mensen op gammele, overbevolkte schuiten in de Middellandse Zee; nog altijd zwerven transitmigranten door stations- en zeehavenbuurten, op zoek naar een gaatje in de (Britse) grens; nog altijd bouwen mensen zonder papieren hier een precair bestaan uit. Alsof er nooit wat kan veranderen. 

Wat ook immer terugkeert: een regeringslid dat naam wil maken als streng bestuurder over de rug van migranten. Maggie De Block (Open Vld) deed het, Theo Francken (N-VA) deed het en nu lijkt ook Sammy Mahdi (CD&V) het te willen proberen. Op Twitter stelt de huidige staatssecretaris voor Asiel en Migratie dat hij hoopt “niet te moeten bewijzen hoe principieel ik wel ben”, als reactie op de hongerstaking van sans-papiers in Brussel. Het is een succesvol discours en dus verleidelijk voor een centrumpartij die aan het verwelken is. Maar het succes van die retorische doping smelt ook snel weer weg – kijk maar naar De Block en wellicht ook Francken. En op het eind winnen toch weer de radicalen. 

De Twittertaal van staatssecretaris Mahdi is een zoveelste illustratie van het empathisch tekort dat het Europese migratiedebat in zijn greep houdt. Empathie hoeft niet te betekenen dat alle grenzen opengaan. Het betekent wel dat je enig mededogen toont voor menselijke ellende en in dit geval de regels voor individuele of humanitaire regularisatie helder maakt. Precies de taal die de staatssecretaris, na een dagje nadenken, ’s avonds plots wel in een persbericht wist te bezigen. 

We kunnen blijven hopen dat als we maar onmenselijk en hard genoeg zijn, de migratieproblemen vanzelf verdwijnen. De realiteit, die blijkt uit onze onderzoeksreeks, toont dat dat een illusie is. Een moedig politicus is daarom niet iemand die tegen hongerstakers zegt dat hun lijden geen zier verschil maakt. Het is iemand die het voortouw neemt om van arbeidsmigratie een nieuwe, gecontroleerde Europese migratiepoort te maken, met een streng en efficiënt terugstuurbeleid als sluitpost, om zo de migratie uit de klauwen van de illegaliteit en criminaliteit te halen. Wie durft?