Vaccinatiegraad tussen 70 en 95 procent nodig, zegt Van Gucht: “Hoe besmettelijker het virus, hoe hoger groepsimmuniteit moet zijn”

“In principe moeten we ons niet vastpinnen op een bepaald getal”, aldus de viroloog. “Het principe is: hoe hoger de vaccinatiegraad, hoe beter en hoe gezonder we deze pandemie achter ons zullen kunnen laten.”

“De vaccinatiegraad is liefst zo hoog mogelijk en liefst ook hoger dan die 70 procent, omdat we ook niet mogen vergeten dat er ondertussen nieuwe varianten van het virus zijn opgedoken die een stuk besmettelijker zijn dan het initiële coronavirus. Uw vaccinatiegraad of groepsimmuniteit hangt ook af van de besmettelijkheid van het virus: hoe besmettelijker het virus, hoe hoger de groepsimmuniteit moet zijn.”

“Voor de mazelen bijvoorbeeld, dat is een bijzonder besmettelijk virus, moet die groepsimmuniteit minimum 95 procent zijn. Voor het coronavirus zal dat ergens tussen 70 en 95 procent liggen. Daar komt nog bij dat sommige van die varianten intussen wat meer afwijken van de stam die in het vaccin zit. Dat maakt dat het vaccin minder goed werkt tegen deze varianten en dus opnieuw dat je baat hebt bij een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad.”

De vaccinatiecampagne dendert op dit moment aan een aardige snelheid voort. “Een vaccinatiegraad van 80 of 90 procent is op zich zeker niet irrealistisch”, denkt Van Gucht. “Als we kijken naar de 65-plussers, dan zitten we al ruim boven de 90 procent. Dat is een zeer goed resultaat. En bij de risicogroepen onder de 65 jaar zitten we al aan bijna 80 procent.” 

“Bij de rest van de bevolking is de campagne nog maar pas echt op volle kracht gekomen”, vervolgde hij. “Maar in principe; hoe meer mensen zich laten vaccineren, hoe kleiner de risico’s gaan worden in de komende maanden, en in het bijzonder het komende najaar en de komende winter, en hoe meer we naar een volledige normalisatie van de maatschappij zullen kunnen gaan.”

“Hoe meer mensen gevaccineerd zijn; hoe minder het virus kan blijven circuleren, hoe kleiner de kans op nieuwe broeihaarden, hoe kleiner de kans ook dat er nieuwe varianten opduiken, ...”, zo vatte Van Gucht samen. “Nieuwe varianten zullen blijven opduiken, maar het tempo zal vertragen en dat is belangrijk. Daardoor is er ook een kleinere kans dat er varianten zullen zijn die doorheen de vaccinatie-immuniteit kunnen breken.”