Vierde telecomspeler zou goed nieuws zijn voor de consument. ‘Tijd om de almacht van de grote spelers te breken’

Krijgen Telenet, Proximus en Orange concurrentie? Binnenkort worden de frequenties voor het supersnelle 5G-netwerk in ons land geveild. De federale regering wil daarbij een stukje van het netwerk voorbehouden voor een nieuwe speler. Zo hoopt ze de markt open te breken en de prijs voor de consument te laten dalen. Maar ‘de grote drie’ vrezen te weinig marge over te houden om te kunnen investeren in innovatie. Ook waarschuwen ze voor jobverlies.

Op dit moment vertegenwoordigen Telenet, Proximus en Orange 96 procent van de marktomzet en 91 procent van het volume. Dat is niet bevorderlijk voor de concurrentie, zegt Simon November van consumentenorganisatie Test-Aankoop. “Vanuit hun machtspositie kunnen de grote operatoren ongestoord hun prijzen verhogen. De prijzen liggen bij ons een stuk hoger dan in de ons omringende landen.”

Op een Overlegcomité in februari legde federaal minister van Telecom Petra De Sutter (Groen) een plan op tafel voor de opening naar een vierde operator, maar de deelstaten stribbelden tegen. Zo is Vlaanderen bezorgd over een mogelijke verstoring van de concurrentie. Langs Franstalige kant weerklinkt er vooral bezorgdheid over de effecten op milieu en gezondheid, onder andere door straling. De Sutter bestelde daarop een bijkomende studie naar de effecten.

Prijzenoorlog

Uit deze studie, die De Morgen kon inkijken, blijkt dat een vierde speler goed nieuws zou betekenen voor de consument. De verwachte prijzenoorlog doet de telecomprijzen gemiddeld 13 procent dalen. Tegelijk trekken de gunstige tarieven meer mensen over de streep om zich te connecteren. De groei van het aantal verbindingen wordt geschat op 10 procent. “Dat bevestigt wat wij al jaren zeggen: het is tijd om de almacht van de grote spelers te breken”, zegt November.

Tegelijk zijn de bezorgdheden niet onterecht. Zo zullen de winsten van de operatoren op mobiele diensten tot 40 procent dalen. “Het disproportioneel voortrekken van een vierde speler zet de markt serieus onder druk”, reageert technologiefederatie Agoria, waarvan de klassieke spelers lid zijn. Het energieverbruik stijgt 15 procent. En ook het stralingsniveau neemt aanzienlijk toe. In Brussel, dat zeer strenge normen oplegt, vormt dit een probleem. Kortom, er volgt nog een moeilijke politieke discussie.

“Ik respecteer de autonomie van de regio’s. Als één regio absoluut geen vierde speler wil, dan zit het dossier geblokkeerd”, stelt De Sutter vast. “Tegelijk is dit een unieke kans. De veiling legt de toekenning van het spectrum voor twintig jaar vast. Als we nu de deur naar een vierde speler sluiten, dan installeren we de facto een ‘tripolie’.” Net op het moment dat telecomspelers zoals Citymesh en investeringsfondsen zoals het Amerikaanse Warburg Pincus interesse tonen.

De tijd dringt. De Europese Commissie heeft ons land al drie keer aangemaand om werk te maken van de uitrol van 5G. Normaal moest het netwerk vorig jaar klaar zijn. “Ik hoop dat we voor het zomerreces de knoop kunnen doorhakken”, zegt De Sutter. Ook Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) wil de discussie over de vierde speler niet laten aanslepen: “Het 5G-dossier is te belangrijk om nog langer te wachten.”