China wil midden dit decennium achttien voetbalsteden hebben

China hoopt ten laatste over vijf jaar achttien vooraanstaande voetbalsteden te hebben gecreëerd. Dat staat in een plan van de Algemene Sportadministratie van de Chinese regering. De doelstellingen moeten een volgende stap worden in de ambities van China om tegen midden volgend decennium om zich ook op het gebied van sport tegen midden volgend decennium als een wereldwijd supermacht te kunnen opwerpen.

Een overwinning in het wereldkampioenschap voetbal wordt een van de grote doelstellingen op langere termijn.

Twee clubs per stad

Volgens de plannen moet China over ten laatste vijf jaar tussen zestien en achttien voetbalsteden hebben gecreëerd. ‘Elke stad die aan het project deelneemt, zal minstens twee professionele voetbalclubs moeten herbergen’, aldus de Chinese regering.

‘Daarnaast krijgen de steden een nationaal opleidingscentrum voor jongeren en verschillende lokale trainingscentra. Bedoeling is ook om minstens de helft van alle studenten bij sport te betrekken. De deelnemende steden moeten verder ook voor elke tienduizend inwoners minstens één voetbalveld aanleggen.’

Om deze doelstellingen te bereiken, voorzien de regering en de Chinese voetbalbond per deelnemende stad een jaarlijkse investering tussen 650.000 euro en 1,3 miljoen euro. Lokale overheden zullen worden aangemoedigd om zelf jaarlijks minstens 4 miljoen euro in de voetbalsport te investeren.

‘Het plan merkt nog op dat de deelnemende steden belast zouden worden met het ontwikkelen van het voetbal aan de basis, de uitbouw van lokale voetbalverenigingen, de verbetering van de competitiestructuur, de bouw van voetbalinfrastructuur en de uitbouw van een voetbalcultuur’, aldus het Chinese persbureau Xinhua.

Het project met de voetbalsteden is een volgende stap in de plannen van de Chinese regering om ook in het voetbal zich als een wereldmacht te manifesteren. Die inspanningen zouden ten laatste tegen het midden van de eeuw moeten uitmonden in het veroveren van de World Cup.

‘Dit betekent echter ook een fundamentele verandering in de strategie van het Chinese voetbalbeleid’, merken waarnemers op. ‘De voorbije periode waren Chinese voetbalclubs er vooral op gebrand om regelmatig buitenlandse voetbalsterren – vaak op hun retour – voor astronomische bedragen te rekruteren. Op die manier moest de populariteit van het voetbal in China worden aangewakkerd.’

Salarisplafond

In december voerde de Chinese voetbalbond echter een salarisplafond in. Ook werden de clubuitgaven aan striktere regels onderworpen. ‘De beteugeling van de hoge uitgaven van de voetbalclubs is momenteel een van de topprioriteiten die de Chinese voetbalbond naar voor heeft geschoven’, zeggen de waarnemers nog.

‘Chinese clubs, meestal gesteund door miljardairs, waren immers in een echte wedloop verwikkeld geraakt om met oogverblindende salarissen en transfervergoedingen topspelers – vooral uit het buitenland – aan te trekken. De strengere aanpak zorgde er echter voor dat voor de aanvang van het nieuwe seizoen elf clubs wegens financieel wanbeleid werden geschrapt.’

In maart gaf ook Jiangsu FC, regering Chinees landskampioen, te kennen wegens financiële problemen zijn activiteiten stop te zetten. Het Chinese conglomeraat Suning, eigenaar van de club, stelde zich door het aangepaste overheidsbeleid in de toekomst op zijn retailactiviteiten te zullen toespitsen.

Die beslissing liet zich niet alleen in China voelen, maar had ook gevolgen voor de Italiaanse club Inter Milan, die immers eveneens eigendom van Suning was.

(lb)

Meer