Sophie Wilmès (MR) over reizen: ‘Geen poespas aan voorwaarden die niemand begrijpt’

Sophie Wilmès © belga
Kamiel Vermeylen

Minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès (MR) trok afgelopen week naar Madrid om de gespannen relaties met Spanje te verbeteren. Knack ging mee en sprak met de vicepremier over de betrekkingen tussen beide landen, het omstreden Mercosur-akkoord en reizen zonder vaccin.

De Spaans-Belgische betrekkingen waren de afgelopen jaren niet bijster goed. In diplomatieke kringen valt te horen dat België er door Madrid regelmatig op gewezen wordt dat het gemakkelijker is om relaties te hebben met Turkije. In de Spaanse publieke opinie leeft hier en daar zelfs het idee dat dat België onafhankelijkheidsstrijders – zelfs terroristen – een veilige haven biedt.

Naar aanleiding van 100 jaar bilaterale betrekkingen trok minister van Buitenlandse en Europese Zaken Sophie Wilmès (MR) van dinsdag tot en met donderdag naar Madrid – haar eerste bilaterale trip sinds ze in oktober het premierschap achter zich liet. Op de agenda een gesprek met haar Spaanse en sociaaldemocratische ambtgenoot Arancha Gonzaléz Laya om de plooien tussen beide landen glad te strijken.

Dat de Catalaanse kwestie echter voortdurend speelt, bleek vlak voor Wilmès en Laya de koppen bij elkaar staken. Woensdagavond deed het Europees Hof van Justitie namelijk een voorlopige uitspraak over het beroep in kortgeding van Carles Puigdemont en zijn twee Catalaanse collega-Europarlementsleden rond de opheffing van hun immuniteit in het halfrond. De drie krijgen hun immuniteit zeker voor even terug, waardoor de Belgische justitie het door Spanje uitgevaardigde Europese aanhoudingsbevel momenteel niet kan uitvoeren.

De Catalaanse kwestie heeft de Belgisch-Spaanse verstandhouding er niet erg gemakkelijk op gemaakt, en het onderwerp zal de komende maanden met regelmaat opduiken.

Sophie Wilmès: Het is inderdaad geen geheim dat onze betrekkingen door de Catalaanse zaak wat meer gespannen stonden – een pijnpunt dat ik erg betreur. We mogen echter niet vergeten dat de relaties op veel andere vlakken uitstekend zijn gebleven: Spanje is een partnerland op Europees en multilateraal niveau. In de eerste helft van 2024 nemen we bijvoorbeeld het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie over van Spanje. We willen er alles aan doen om onze prioriteiten en belangen in dat kader op elkaar af te stemmen. België heeft Spanje bovendien uitgenodigd als gastland voor het Europalia-festival in 2025.

In een opiniestuk in de Spaanse krant La Vanguardia van vorig jaar trok de procureur bij het Hooggerechtshof Javier Zaragoza de onpartijdigheid van de Belgische justitie in twijfel. Dat is niet niets.

Wilmès: De Spaanse en de Belgische regeringen zijn het roerend eens over de scheiding der machten. Als uitvoerende macht willen we geenszins tussenkomen in de juridische procedures die zowel in eigen land als op elkaars grondgebied lopen. Ik stel bovendien vast dat de Spaanse regering erover nadenkt om de negen Catalaanse politici een pardon te schenken en de politieke dialoog met Catalonië te hervatten. Er is nu een politiek momentum om ons opnieuw te engageren en de betrekkingen nog verder te verbeteren en verdiepen.

België maakt zich zorgen om de niet-bindende en niet-afdwingbare maatregelen op vlak van arbeidsomstandigheden en milieu in het Mercosur-akkoord.

Sophie Wilmès (MR), minister van Buitenlandse Zaken.

U heeft met Laya ook gesproken over het Mercosur-akkoord, een controversiële en nog goed te keurenvrijhandelsovereenkomst met enkele Zuid-Amerikaanse landen.

Wilmès: België maakt zich zorgen om de niet-bindende en niet-afdwingbare maatregelen op vlak van arbeidsomstandigheden en milieu. Zoals de zaken er momenteel voorstaan, bestaat het risico op sociale dumping en milieudumping, wat niet alleen schadelijk zou zijn voor de planeet, maar ook voor onze ondernemingen, die met oneerlijke concurrentie te maken zouden krijgen. Het gelijke speelveld in en tussen de lidstaten mag onder het Mercosur-akkoord geen schade ondervinden.

Maria Aranzazu Arancha Gonzalez Laya en Sophie Wilmès
Maria Aranzazu Arancha Gonzalez Laya en Sophie Wilmès© Belga

Nochtans zit de parlementaire dialoog tussen de regeringspartijen over de concrete invulling van de sociale standaarden en milieunormen vast. Hoe kijkt de regering daar naar?

Wilmès: De Europese Commissie beseft dat er niet genoeg steun is binnen Europa voor het akkoord. Zij is nu bezig om over bijkomende engagementen te onderhandelen met Mercosur. Wij wachten op het voorstel van de Commissie en zullen daarna kijken hoe we daar verder mee aan de slag gaan.

Uw partijgenoot Willy Borsus is zowel Waals minister van Buitenlandse Handel als van Landbouw. Dat is een gevoelige combinatie.

Wilmès: Als federaal minister van Buitenlandse Handel probeer ik de – soms uiteenlopende – belangen van alle regio’s te vertegenwoordigen. Dus ook die van Wallonië. Dat de bevoegde minister mijn partijgenoot is, speelt daarbij geen rol. Ik heb het er met mijn Spaanse ambtgenote ook over gehad – als handelsakkoorden naast winnaars ook verliezers creëren, moeten we ingrijpen. Daarom wil België graag een Europees compensatiefonds, zoals trouwens aangekondigd werd door Europese Commissie.

Even naar de coronacrisis. Als minister van Europese Zaken zat u mee rond de tafel over het coronacertificaat. Hoe willen jullie dat vandaag op het overlegcomité precies invullen?

Wilmès: Van zodra we meer vrijheid kunnen aanbieden, moeten we dat ook doen. Het is een moeilijk jaar geweest en we hebben nood aan een welverdiende vakantie. Maar er zijn al zoveel regels die om de haverklap veranderen. Alles moet duidelijk blijven. Anders dreigt een poespas aan voorwaarden waar niemand nog aan uit kan. Niet alleen in België, maar ook in het buitenland. Daarom staan we dezer dagen in nauw contact met Duitsland, Spanje, Frankrijk, Nederland, Italië en Luxemburg om de invulling van de coronacertificaten zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen. Natuurlijk heeft elk land de keuze om te doen wat het wil, maar het is belangrijk om de violen te stemmen en eenparigheid te scheppen.

Er gaan stemmen op dat aanvankelijk één prik volstaat en pas in een latere fase twee prikken nodig zijn voor het certificaat.

Wilmès: Dat lag inderdaad op tafel. Onder meer door het feit dat er veel mensen zijn die nog geen twee prikken zullen hebben gekregen in de vakantie, daar moeten we rekening mee houden. Maar wat heel belangrijk is, ik herhaal het, is een geharmoniseerde aanpak. Dat zoveel mogelijk landen hetzelfde beleid hanteren. We weten dat twee prikken een stuk méér bescherming bieden tegen zorgwekkende varianten, waar we zeer voorzichtig mee moeten zijn. Iedereen moet goed beseffen dat het normale leven maar zal volledig terugkeren wanneer een voldoende aandeel van de bevolking bereid is om zichzelf en de samenleving door middel van vaccinatie te beschermen.

De regering moet ook bepalen welke vaccins het allemaal zal toelaten. Zullen mensen die met Spoetnik of Sinopharm zijn ingeënt binnenkort met een coronacertificaat ons land in mogen?

Wilmès: Dat moet geen politieke, maar een wetenschappelijke beslissing zijn. Het is aangewezen om de aanbevelingen van het Europees Medicijnenagentschap (EMA) te volgen. Van de vaccins die door het EMA positief zijn beoordeeld zijn we werkelijk zeker. Het lijkt me zinvol om na te denken of we in dat verband ook de vaccins kunnen meenemen die de Amerikaanse (FDA) en Britse (MHRA) gezondheidsdiensten nog zullen goedkeuren. Zij hanteren net zoals de Europese Unie betrouwbare procedures. Diegenen die met een ander vaccin zijn ingeënt, zullen daarentegen een negatieve test moeten kunnen voorleggen of een bewijs leveren dat ze recent besmet zijn geweest en nu dus genezen zijn om België binnen te mogen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content