Direct naar artikelinhoud
ReportageWater

Waarom ook een regendag ons droogteprobleem niet oplost: ‘We zouden het water niet kwijt mogen spelen’

Waarom ook een regendag ons droogteprobleem niet oplost: ‘We zouden het water niet kwijt mogen spelen’
Beeld Van Santen & Bolleurs

Ook af en toe een dagje regen gaat de droogte van onze bodem niet tegenhouden. Hoe is het nu precies gesteld met onze watervoorraad en hoelang stroomt er nog water uit de kraan? ‘De productie van één T-shirt kost al 2.700 liter.’ 

Na een lange periode van droogte zijn de regenbuien weer in ons land, en die brengen meteen een overvloed aan water met zich mee

Terwijl we door de regen ploeteren durven we wel eens te denken dat het droogteprobleem dan ook opgelost is. Maar zoals experten elk jaar waarschuwen, zijn enkele natte dagen niet genoeg om ons aanhoudend droogteprobleem op te lossen. Om toe te lichten hoe dat net zit, halen we dit artikel van vorig jaar nog eens boven.

Je zwembad niet meer vullen, je gras niet meer sproeien en ook die verharde oprit is allang geen goed idee meer. Elke zomer komt het terug: we moeten zuinig omspringen met ons water want we hebben in België nu eenmaal geen onuitputtelijke voorraad beschikbaar. Als we niets ondernemen, zouden we ooit wel eens echt in de problemen kunnen komen, waarschuwen wetenschappers. Vorig jaar nog kwam er in Overijse enige tijd geen druppel meer uit de kraan door een extreem hoog waterverbruik tijdens de warme dagen.

Vlaanderen is er sowieso al niet zo best aan toe; qua waterbeschikbaarheid doen we het slechter dan Spanje of Zuid-Italië. In Vlaanderen en Brussel is er weliswaar jaarlijks tussen 1,1 en 1,7 miljoen liter per persoon beschikbaar, toch zitten we op hetzelfde niveau als Mexico of Marokko. Omdat er veel mensen wonen op een niet zo heel grote oppervlakte, waarvan ook nog eens 15 procent is verhard.

Waterweetjes: De totale hoeveelheid water op aarde wordt geschat op 1,5 triljard liter (1,5 met 21 nullen) / 97 procent daarvan is zeewater / Van de overblijvende 3 procent zit een groot deel opgesloten in ijs en gletsjers / Een half procent van al het water op onze planeet is zoet en vloeibaar / Een van de grootste drinkwatervoorraden ter wereld bevindt zich onder de Sahara, bestaande uit fossiele watervoorraden die zich 50.000 tot 70.000 jaar geleden vormden / Lopez de Micay in Colombia is de natste plek op aarde. Volgens de meteorologische dienst valt er zo’n 12.900 millimeter regen per jaar / In België valt er volgens het KMI gemiddeld 925 millimeter per jaar

Ook hebben we geen heel grote rivieren in ons land. Dus zijn we behoorlijk afhankelijk van regen. En daar zitten we dan weer met een neerslagtekort, het verschil tussen de gevallen neerslag en de hoeveelheid water die de natuur vraagt. Sinds 2017 tikt dat tekort aan, weten wateronderzoekers Marjolein Vanoppen en Toon Verlinden: “Eind 2020 hadden we een neerslagtekort van 480 millimeter. Dat wil zeggen dat de natuur nog zo’n 480 liter per vierkante meter nodig heeft, de hoeveelheid neerslag die normaal tijdens een half jaar valt. Dat haal je niet meer in. Want door de klimaatverandering zal het alleen maar erger worden. De droogte neemt toe en zal langer duren. Dat is de uitdaging: we moeten ons waterverbruik aanpassen met het oog op de toekomst.”

Die aanpassing zit hem onder andere in de opvang van het regenwater dat wél valt. “In Vlaanderen is dat jaarlijks 925 liter regen per vierkante meter”, legt Verlinden uit. “Daarvan dringt 220 liter in de bodem, dat wil zeggen dat je zo’n 700 liter per vierkante meter kwijt bent.”

“Natuurlijk moet het ook afgevoerd worden om overstromingen te voorkomen, maar we zouden het niet kwijt moeten spelen.”

Ook het grondwaterpeil voorspelt niet veel goeds voor de toekomst. Tijdens de kurkdroge zomer van 2020 stond het dramatisch laag. En al heeft het dit jaar in de lente dikwijls gestortregend, toch heeft dat voorlopig geen invloed op het grondwaterpeil, klinkt het bij de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).

“Momenteel staat het grondwaterpeil relatief goed”, nuanceert Vanoppen. “Maar dan hebben we het vooral over ondiep grondwater. Het diepere grondwater staat iets stabieler, maar het gaat vooral om het evenwicht: hoe snel en hoeveel pompen we op en hoe snel komt het er weer bij? In het verleden hebben we te veel grondwater opgepompt dat niet snel genoeg werd aangevuld. Met als gevolg dat de niveaus natuurlijk zakken.”

Beton en asfalt

Naast de droogte zijn ook de hevige regenbuien een gevolg van de klimaatverandering. Het lijkt dan ook logisch om het tekort aan de ene kant op te vullen met het teveel aan de andere kant. Maar dat blijkt niet zo eenvoudig. “We zijn de kampioen van de verharding, met veel beton en asfalt”, zei Marijke Huysmans, professor grondwaterhydrologie (VUB), daarover in De Tijd. “Daardoor kan de regen niet in de bodem infiltreren, maar verdwijnt hij in het riool naar de zee.” Jarenlang lag de focus in ons land op het vermijden van overstromingen. “Rivieren werden rechtgetrokken en riolen moesten het water snel wegvoeren”, aldus Huysmans. “Ook veel akkers werden gedraineerd met grachten om het water snel te kunnen afvoeren. Maar in tijden van droogte hebben we juist het tegenovergestelde nodig en moeten we water zo veel mogelijk vasthouden.”

Marc Van Molle, fysisch geograaf: ‘Het waterverbruik stijgt wereldwijd sowieso al exponentieel. Dat heeft onder meer te maken met China.’ Beeld Van Santen & Bolleurs

Het is dus zaak om ons grondgebied zo min mogelijk verder te verharden. Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) liet vorig jaar al weten dat ­verharde voortuinen voortaan verboden moeten worden. De verharding aanpakken door bouwgronden tegen te houden is ook een mogelijkheid, maar dat ligt politiek heel gevoelig. Want het kost de overheid miljarden als ze alle eigenaars moet compenseren.

“Je kunt ook beginnen zoals ze onlangs in Damme deden met hun eerste waterdoorlaatbare weg”, oppert Marc Van Molle, fysisch geograaf aan de VUB. “De weg wordt gebouwd met specifieke materialen zodat regenwater in de bodem kan sijpelen. Ze kunnen dit concept op alle wegen toepassen waar minder dan 50 kilometer per uur wordt gereden.”

Goeie connecties

Een andere reden voor de waterschaarste in België is onze levensstijl. We zitten niet alleen met veel mensen op een kluitje, ook onze watervoetafdruk is groot. We verbruiken 7.400 liter water per persoon per dag. Ter vergelijking: de gemiddelde wereldbewoner gebruikt 3.400 liter per persoon per dag, de hoeveelheid van een half olympisch zwembad of zo’n 40 kleine badkuipen. “Een deel van die 7.400 liter zit hem niet in rechtstreeks verbruik maar in onze consumptie”, legt Van Molle uit. “Een voorbeeld: de productie van een kilo rundsvlees van bij ons kost 15.000 liter water. De productie van een T-shirt kost 2.700 liter. Of een jeans: 1.100 liter. Mede daardoor komen we aan zo’n hoog getal.”

Een deel is dus virtueel water, maar het is nog altijd water, vindt de geograaf. Intussen beschikken we in België maar over 2.300 liter per persoon per dag. Wat wil zeggen dat we zo’n twee derde van ons waterverbruik invoeren via de aankoop van bepaalde producten en voedingswaren. “Als iedere wereldburger evenveel water zou gebruiken als wij, komen we aan een gigantische hoeveelheid”, weet Van Molle. “Terwijl ons waterverbruik wereldwijd sowieso al exponentieel stijgt. Dat heeft onder andere te maken met landen als China, waar de industrialisering een enorme vlucht heeft genomen en de mensen een meer westerse levensstijl aannemen.”

Het ziet er dan ook naar uit dat we meer situaties zullen krijgen zoals in Overijse, waar vorig jaar op een dag geen druppel meer uit de kraan te persen viel. Experts waarschuwen dat er niet veel moet gebeuren of we krijgen problemen. Ook volgens Van Molle is het zeker mogelijk dat we meer dagen zonder water krijgen. “Maar geen paniek, zo snel zal het niet gaan. We hebben goeie connecties met de buurlanden en nabije regio’s, mocht het nodig zijn. Er zijn watermaatschappijen die nu al water uit Frankrijk halen. Ook gebruiken we heel wat water uit Wallonië. Een groot deel van ons drinkwater komt uit het Albertkanaal en dat begint in Wallonië.”

Waterweetjes: In België verbruiken we 119 liter drinkwater per persoon per dag. Daarvan gebruiken we 6 liter echt als drinkwater / In totaal gebruikt een Belg 7.400 liter water per persoon per dag, inclusief het water dat nodig is voor onder andere onze vleesconsumptie en voor onze kleding / De doorsnee wereldburger gebruikt een pak minder: 3.400 liter per persoon per dag / De productie van een kilo rundsvlees kost 15.000 liter water / Een jeans kost 1.100 liter water en 100 gram zwarte chocolade kost 2.400 liter water / Op wereldschaal slorpt de landbouw 70 procent van het waterverbruik op / 22 procent gaat naar de industrie en 8 procent naar de mensen / In 1990 leefden 335 miljoen mensen met waterschaarste / In 2025 zal dat aantal oplopen tot 3,2 miljard mensen / Voor elke graad dat de aarde warmer wordt, ziet een bijkomende 7 procent van de wereldbevolking haar hernieuwbare hoeveelheid zoet water verminderen met 20 procent / Jaarlijks verdampt er 577.000 km3 water uit de zeeën en oceanen. / 20 procent van alle neerslag komt op het land terecht

Buurlanden of niet – in Nederland hebben ze meer water beschikbaar dan bij ons – we zullen allemaal inspanningen moeten doen om erger te voorkomen, zegt Van Molle: “Het is niet langer verantwoord om tuinen te sproeien met kraanwater. Bij nieuwbouw en verbouwingen is het verplicht om een grote hoeveelheid regenwater op te vangen. Maar dat geldt niet voor bestaande woningen en zeker niet in de stad. Toch zullen we daar in de toekomst aan moeten werken. Het is bijvoorbeeld goed mogelijk om water op te vangen van een appartementsgebouw.”

Laten overstromen

Weinig mensen weten waar het water uit hun kraan eigenlijk vandaan komt en waar het naartoe gaat. Zo’n 40 procent van ons kraanwater komt uit het Albertkanaal, maar wat met de rest?

“Waar het water uit je kraan vandaan komt, hangt af van waar je woont”, legt Toon Verlinden uit. “Dat hoeft daarom niet altijd in de buurt te zijn. Er zijn kustgemeentes die hun water uit de Ardennen halen. Op sommige plaatsen in de Westhoek drink je dan weer gezuiverd afvalwater dat eerst de duinen is ingestuurd en dan weer wordt opgepompt.”

De helft van ons water komt uit de grond, de andere helft uit rivieren en meren. Van dat grondwater is zo’n 40 procent meer dan 100 jaar oud, weet Verlinden. “Wellicht drink je van grondwater afkomstig van regen die viel tijdens de Eerste Wereldoorlog. Een groot deel van ons grondwater is trouwens nog veel ouder, maar liefst meer dan 500 jaar.”

Water moet in de grond dringen en dat kost veel tijd, licht Vanoppen toe. “Voordat het water een kleilaag tegenkomt en niet verder kan, zit je al tussen de tien en vijftig meter diep. Het duurt jaren voor het water die lange weg heeft afgelegd.”

Het idee dat we ons gezuiverde afvalwater eigenlijk niet verspillen omdat het opnieuw in de rivier ­belandt waar we het later weer uit kunnen halen, klopt niet, zegt Verlinden. “Het drinkwaterbedrijf tapt water uit het Albertkanaal, jij gebruikt het en stuurt het via het afvoerputje en de afvalwater­zuivering terug naar de natuur. Zo verbruik je geen water, zou je denken. Maar er ­ontbreekt een stap.”

“Want nadat we het water gebruikt hebben, wordt het op een andere plek gedumpt dan waar we het gehaald hebben. Via de rivier komt het water vrij snel in de zee terecht en dan zijn we het kwijt. Daar moeten we ons meer van bewust worden, omdat het door de droogtes steeds uitdagender wordt om nieuwe waterbronnen te vinden. Het oude model van gebruiken en vervolgens weer dumpen is niet langer haalbaar. Het water in de zee zal wellicht ooit wel eens terugkomen in de cyclus via neerslag, maar dat is absoluut geen zekerheid.”

Marjolein Vanoppen, wateronderzoeker: ‘We hebben alle oplossingen nodig. Drinkwaterbedrijven kijken zo steeds meer richting zeewater en brak water.’Beeld Van Santen & Bolleurs

Nu komt ons gezuiverde afvalwater niet volledig in de zee terecht. Een deel ervan wordt wel degelijk hergebruikt zoals in de Westhoek, waar het eerst de duinen ingaat voor het weer wordt opgepompt. Maar ons gezuiverde kraanwater wordt te weinig opgevangen, daar zijn de water­experts het over eens. Terwijl het wel degelijk mogelijk is.

Zo wordt in Israël 86 procent van het huishoudelijk afvalwater gerecycleerd, goed voor 55 procent van al het water dat gebruikt wordt voor de landbouw, zegt Marc Van Molle. Om onze waterschaarste deels op te lossen, moet je dus zorgen dat het gezuiverde afvalwater niet rechtstreeks in de rivieren terechtkomt. “Laat het overlopen in overstromingsvlaktes, al worden die dikwijls ingenomen door industriezones. Maar er is nog voldoende ruimte over om het water te laten infiltreren.”

Geef water de ruimte, daar zijn ook Verlinden en Vanoppen het over eens: “In gebieden waar men vroeger rechte kanalen betonneerde, geven ze het water nu de kans om te overstromen. Een bewuste overstroming dus, op een plek waar het kan. Zo worden er nieuwe natuurgebieden gecreëerd waar de Schelde in kan overstromen. Op die manier vloeit het water gecontroleerd af en kan het de grond insijpelen.”

Het goede nieuws is dus dat er oplossingen zijn voor de waterschaarste. In hun boek Weg van water lichten Verlinden en Vanoppen een heel scala aan mogelijkheden toe. “We zijn op een moment gekomen dat we alle oplossingen nodig hebben”, zegt Vanoppen. “Zo kijken drinkwaterbedrijven steeds meer richting zeewater en brak water. Ze willen ook minder afhankelijk zijn van de buurlanden.”

Blue Deal

Maar er zijn ook nadelen aan de ontzilting van zeewater, weerlegt Vanoppen: “Als je twee liter zout water zuivert, houd je ongeveer een liter zoet water en een liter heel zout water over. Wanneer je dat heel zoute water gewoon ergens dumpt, zakt het naar de bodem omdat het meer weegt dan het normale zeewater. Eenmaal op de bodem vormt het een bedreiging voor het leven, juist omdat het zo zout is. Je moet er dus op een slimme manier mee omgaan, je kunt het bijvoorbeeld beter vermengen. Maar eenvoudig is dat niet.”

Marc Van Molle ziet het anders. Hij is een grote voorstander van het ontzilten van zeewater: “Ik kom weer terug op Israël, waar meer dan 55 procent van al het drinkwater afkomstig is van ontzilt zeewater. Wij kunnen daar veel van leren. Zeewater ontzilten is een enorm toekomstperspectief, vooral omdat het vandaag al veel energie­zuiniger kan.”

Vroeger kookten ze het zeewater. De damp die vrijkwam, werd opgenomen en sloeg vervolgens weer neer. Zo kreeg je zoet water. Op zich was dat geen moeilijke techniek, maar wel een heel kostelijke. Tegenwoordig doen ze het anders, weet Van Molle: “Er worden omgekeerde osmotische filters gebruikt, een soort filters waar het zeewater door wordt geperst. De techniek wordt niet alleen in Israël gebruikt maar ook op andere plaatsen, waaronder Europa, al is dat tot nu toe in beperkte mate.”

In België gebruiken ze de techniek nog niet. Maar dat zou in de nabije toekomst dus weleens kunnen veranderen.

Landbouwers en de natuur zijn de eerste die lijden onder het gebrek aan regen. Om rampscenario’s te voorkomen, zoeken de boeren zo veel mogelijk zelf naar oplossingen. Grondwater oppompen zit er niet in, dat mogen ze meestal niet. Intussen geldt er elk jaar een captatieverbod voor water uit rivieren en beken. Maar gelukkig is er mest. Dat bestaat voor 95 procent uit water en dat kan gescheiden en opgeslagen worden. Verschillende boeren passen deze techniek toe.

Ook voor de West-Vlaamse diepvriesgroentebedrijven en de textielindustrie is water van levensbelang. Dus zijn ze ook daar druk bezig met oplossingen voor de waterschaarste. “Er is een diepvriesgroentebedrijf dat zijn afvalwater zuivert en het vervolgens verdeelt over de boeren in de omgeving”, vertelt Toon Verlinden. “Hopelijk wordt dat in de toekomst door anderen gevolgd.”

Afvalwater hergebruiken, regenwater beter opvangen en zeewater ontzilten zijn oplossingen die ook in de Blue Deal staan die vorige zomer door de regering in het leven werd geroepen. De Blue Deal is een platform waar waterspelers de koppen bij elkaar steken om de strijd tegen de droogte en waterschaarste op te voeren. Het gaat om 69 lokale projecten waar de regering 26,9 miljoen euro voor uittrekt.

“We zijn op een punt gekomen dat iedereen zijn steentje moet bijdragen, anders raken we echt in de problemen”, zegt Vanoppen. “En als het echt fout loopt, moeten we terugvallen op het afschakelplan. Dat gaat over wie prioritair water krijgt.”

Op dit moment is het plan nog niet klaar, maar de discussie woedt volop, zegt Vanoppen. Het is geen gemakkelijke vraag, stelt ze in het boek Weg van water. Want wie bepaalt hoe je een liter water het best gebruikt? Hoe weeg je een boer die eten voorziet voor 10.000 mensen af tegen drinkwater voor diezelfde 10.000 mensen? Gebruik je die liter water om toiletten door te spoelen? De tuin te besproeien? Voedsel te kweken? Ziekenhuizen te poetsen? Satellieten te maken? Moet de kraan eerst bij de huishoudens een paar uur per dag dicht? Of sluiten we de industrie of landbouw het snelst af? Het is een onderwerp waar experts niet graag over spreken omdat het heel gevoelig ligt.

Kledij recycleren

Marc Van Molle ziet de oplossingen ook in een ­breder kader: “Als we bijvoorbeeld een T-shirt van pakweg 1 euro kopen en dat na twee keer wassen weggooien, kunnen we dat dan niet beter her­gebruiken? We gooien in België veel kleding weg, maar liefst 15 kilo per persoon per jaar. Daar wordt nauwelijks anderhalve kilo van gerecycleerd.

De reden is evident: het recycleren van zo’nT-shirt is veel duurder dan een shirt invoeren uit Bangladesh.”

Daarom zou de btw op de invoer van producten beter afgeschaft kunnen worden, oppert de geograaf. “En vervang die door een belasting op de milieu-impact. Niet alleen de impact van CO2, maar ook van het waterverbruik, de verontreiniging en dergelijke meer. Dan wordt een gerecycleerd T-shirt hier waarschijnlijk even duur als een T-shirt uit Bangladesh.”

Ondanks alle doemscenario’s zijn Vanoppen en Verlinden voorzichtig optimistisch. “De Blue Deal is echt wel een grote stap voorwaarts. De experts in de watersector zijn er enthousiast over en dat zegt veel. Het voelt niet aan als een politieke smoes. Wat ook bemoedigend is: water is een lokaal probleem. Wij kunnen er niets aan doen dat ze op bepaalde plekken in de wereld te veel of te weinig water hebben, andersom kan niemand anders iets aan onze problemen doen. We moeten het zelf oplossen en dat maakt het ergens wel behapbaar.” 

Wat kunnen we zelf doen? Vijf tips

1. Leg een groen­dak: het vertraagt het weg­spoelen van het regenwater naar de riolen en is goed voor het klimaat. Als je een waterput hebt, vermindert een groendak wel de hoeveelheid water die naar je regenwaterput stroomt.

2. Spoel geen vochtige doekjes of inleg­kruisjes door in het toilet. Ze verstoppen pompen in riolen en water­zuiverings­stations.

3. Vervang je betegelde oprit door kiezels of het kassei­weggetje naast je huis door gras. Verhard ook geen nieuwe oppervlakken. Geef water ruimte om te ademen en in de bodem te sijpelen.

4. Spoel je borden niet af voordat je ze in de vaatwasser zet. Het water­verbruik van je vaat kan er gemakkelijk mee verdubbelen.

5. Bespaar water door slim te eten: wees zuinig met producten waarvoor enorm veel water nodig is: vlees, koffie en chocolade. En eet vooral lokale seizoens­producten