Direct naar artikelinhoud
InterviewSofie Crommen

Kinderpsychiater frustreert zich al jaren over lange wachtlijsten psychische jeugdzorg: ‘Tekort op alle fronten’

Kinderpsychiater frustreert zich al jaren over lange wachtlijsten psychische jeugdzorg: ‘Tekort op alle fronten’
Beeld thinkstock

Het 14-jarig meisje dat uit leven stapte na een groepsverkrachting, stuitte meermaals tegen een muur in haar zoektocht naar psychologische hulp. Kinderpsychiater Sofie Crommen frustreert zich al jaren over de tekorten.  

Hoe groot is het probleem binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie?

“In België kennen we al jaren een ernstig tekort op alle fronten. Zowel in het ambulante aanbod, bij de eerste of de tweede lijn, maar ook bij de mobiele crisisteams en de opname settings. Als een huisarts beslist dat een jonge patiënt best een psycholoog ziet, dan bestaat er vaak niet de mogelijkheid om dat waar te maken. Er zijn psychologen, maar die worden niet terugbetaald door de overheid. Mensen moet die kosten zelf ophoesten en dat is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Daarnaast kennen psychologen vaak enorme wachtlijst, waardoor het lang kan duren voor een consultatie kan plaatsvinden. 

“Een bezoek bij de psychiater wordt door het ziekenfonds wel terugbetaald, maar ook daar zijn de wachtlijsten enorm. We zijn in Vlaanderen met zo’n driehonderd kinder- en jeugdpsychiaters en dat is vrij weinig. Er is een tekort aan mankracht om de vraag aan geestelijke hulpverlening voor kinderen- en jongeren te volgen en daarbovenop liggen de kosten enorm hoog. Een sessie bij een psycholoog kost al snel tussen de 40 à 60 euro.”

Is de situatie de afgelopen jaren er wel op vooruitgegaan, of zijn we blijven stilstaan?

“Doorheen de jaren zijn er wel kleine verbeteringen doorgevoerd, maar structureel blijft het tekort groot. De mobiele crisisteams hebben tekorten, de opnamecapaciteit is ontoereikend en ook op vlak van preventie schieten we tekort. Er zou een heel ernstig plan tegenover deze pijnpunten moeten staan, niet één of ander gefragmenteerd budget. Dit moet in zijn geheel bekeken worden en er moet geïnvesteerd worden.”

Hoe komt dat?

“Dat is een politieke keuze. De geestelijke gezondheidszorg is altijd al wat minder belangrijk gevonden om in te investeren. Men heeft lang gedacht dat het allemaal niet zo erg kon zijn. Dat is natuurlijk niet waar. Ook kinderen en jongeren kunnen aan psychische problemen lijden en het is juist enorm belangrijk dat we al heel vroeg moeten tussenkomen om te helpen. Op die manier kunnen we de schade beperken. Wanneer we niks doen dan worden de problemen in de toekomst alleen maar groter en worden school- en werkkansen gemist. Dit zal de maatschappij nog enorm veel geld kosten.”

Wat moet er dan nog concreet gebeuren om die pijnpunten aan te pakken?

“Er moet een goed multidisciplinair team komen rond de schaarste aan kinderpsychiaters in België. Een groep van psychologen, maatschappelijke assistenten en orthopedagogen, diëtisten en psychomotorische therapeuten. Dan zouden we - ondanks dat we niet met veel zijn - onze daadkracht en bereik kunnen vergroten. Als die hulpverlening ook nog eens terugbetaald zou worden, dan zouden mensen ook sneller hulp zoeken.”

Sofie Crommen, voorzitter Vallese Vereniging voor Kinder- en JeugdpsychiatrieBeeld RV