Gewapende strijders steken huizen en markt in brand in Burkina Faso: meer dan 130 doden

De dorpelingen zijn in de nacht van vrijdag op zaterdag gedood door onbekende gewapende strijders. Het is volgens lokale media het grootste bloedbad in het land sinds 2015. Er is een periode van 72 uur van nationale rouw afgekondigd.

De daders staken woningen en de plaatselijke markt in brand, aldus de regering. Het leger heeft een klopjacht ingesteld naar de aanvallers. De regering noemt de daders “terroristen”. Vooralsnog heeft niemand de aanval opgeëist.

“We moeten verenigd en standvastig blijven tegen deze verduisterende krachten”, reageerde president Roch Marc Christian Kaboré, die het bloedbad “barbaars” en “verachtelijk” noemde. Ook de Europese Unie heeft bij monde van buitenlandchef Josep Borrell de “terroristische aanval” veroordeeld.

Secretaris-generaal António Guterres van de Verenigde Naties (VN) benadrukte dat het dringend nodig is dat de internationale gemeenschap meer steun biedt aan een van zijn leden in de strijd tegen extremistisch geweld en zijn onaanvaardbare menselijke tol.

Burkina Faso wordt regelmatig getroffen door aanvallen van islamitische extremisten in het grensgebied tussen Mali, Niger en Burkina Faso. Het gaat om sympathisanten van Islamitische Staat (IS) en al-Qaida. Begin mei kwamen bij een aanval op een dorp in het oosten van het land dertig mensen om en raakten ongeveer twintig anderen zwaargewond.

Door het geweld zijn de afgelopen twee jaar meer dan een miljoen inwoners op de vlucht geslagen. Nog eens 20.000 vluchtelingen uit Mali zijn naar Burkina Faso gevlucht wegens het geweld van jihadisten.