Direct naar artikelinhoud
AnalyseCD&V

Interne versplintering bij CD&V dreigt na dramatische peiling: er moet iets gebeuren, maar wat?

Partijvoorzitter Joachim Coens heeft ook te kampen met onvrede in de eigen rangen.Beeld Tim Dirven

CD&V verkeert in hoge electorale nood. Er moet iéts gebeuren. Zoveel is duidelijk na een nieuwe, dramatische peiling. Maar wat?


Mochten het vandaag verkiezingen zijn, dan zou nog amper 10 procent van de kiezers op CD&V stemmen. Dat is 4,2 procentpunt minder dan bij de Vlaamse en federale verkiezingen twee jaar geleden. Ter vergelijking: de socialisten van Vooruit scoren 12,6 procent in de nieuwe peiling van Het Laatste Nieuws en VTM Nieuws. Groen 8,3 en het extreemlinkse PVDA 7,8.

“Eerlijk gezegd, ik begrijpt het écht niet”, luidt de – nogal wanhopige – reactie van voorzitter Joachim Coens. Volgens Coens, aangesteld na de nederlaag in 2019 om de christendemocraten uit het electorale moeras te trekken, rijden zijn ministers (Annelies Verlinden en Sammy Mahdi federaal; Hilde Crevits, Wouter Beke en Benjamin Dalle Vlaams) een prima parcours, maar worden ze daar niet voor beloond.  In de poppoll hangen de CD&V’ers in de middenmoot. 

CD&V is intussen maar de vijfde partij van Vlaanderen.

Geen kingmaker

De achteruitgang van de christendemocratie in Vlaanderen is geen nieuw fenomeen. De krimp is al decennia bezig, maar tot vandaag wist CD&V wel haar politieke relevantie te behouden. Door haar positie in het midden van het bed had de partij vaak een belangrijke stem in het eindresultaat van formaties. Denk aan de vorming van de regering-Di Rupo en Vivaldi.

Met slechts 10 procent van het electoraat achter zich dreigt het voor CD&V moeilijk te worden om ‘kingmaker’ te blijven en om oude CVP-bastions zoals Welzijn en Onderwijs nog langer te verdedigen. Teken aan de wand was dat de christendemocraten in 2019 Onderwijs al moesten overlaten aan N-VA. Ze hadden niet meer de stemmen om beide te claimen.

Dat stelt de christendemocraten voor een existentieel probleem. Hun insteek is altijd geweest om, via machtsdeelname, voetje voor voetje vorm te geven aan de samenleving. Anno 2021 zegt dat de kiezer blijkbaar weinig. En de kiezer die het wel nog wat zegt, voelt zich eerder aangetrokken tot het gezicht van het compromis, premier Alexander De Croo (Open Vld). Zoals Mahdi vrijdag tweette: “Met alleen pragmatisme en goed bestuur raak je niet vooruit.”

Coens en Mahdi, zijn grote uitdager bij de voorzittersverkiezingen, lijken het over één ding roerend eens: CD&V moet meer uit haar kot durven te komen. Coens aan Het Laatste Nieuws dit weekend: “Het zal erop aankomen om naar de bevolking toe duidelijker te communiceren wat we doen en waar we voor vechten, al vind ik dat onze ministers wel redelijk wat in de media komen. Maar wij zijn tsjeven, hè, wij zijn daar vaak te braaf in. Op het Overlegcomité komen wij op voor de gezinnen, maar dat weet geen kat.”

Of CD&V voortaan met de bulldozer door de Wetstraat zal rijden, is een andere vraag. Coens heeft het over “wat meer vechten tegen het eigen DNA”. Om hier meteen aan toe te voegen dat hij niet het pad op wil van Georges-Louis Bouchez, de MR-voorzitter die regelmatig een vuurtje stookt.

Make-over

De vertwijfeling binnen CD&V lijkt te groeien. Interne versplintering dreigt. 

De aanhangers van Mahdi vreesden in 2019 al dat de West-Vlaming Coens niet de juiste man was om de partij een totale make-over te geven. In de stedelijke kiezersmarkt loopt CD&V hopeloos achterop. In Antwerpen en Gent is de partij nergens. Op rechts, in de kringen van Pieter De Crem en Hendrik Bogaert, leeft ongenoegen over het loslaten van N-VA voor Vivaldi. Als klap op de vuurpijl roeren ook de anciens zich. Oud-premier Yves Leterme sprak zich in april uit tegen Coens’ plannen om de partijstatuten te wijzigen.

Vanuit N-VA wordt intussen likkebaardend gekeken naar de gewezen kartelpartner. De Vlaams-nationalisten lijken klaar voor een ‘vijandige overname’ van een deel van de CD&V-mandatarissen en -kiezers. N-VA-voorzitter Bart De Wever liet in recente interviews zijn interesse in een nieuwe centrumrechtse volkspartij blijken, naar het voorbeeld van de Duitse tandem CDU/CSU. 

Coens zelf blaast al een paar maanden warm en koud over een nauwere samenwerking met N-VA. Hij wil eerst het verhaal van zijn eigen partij weer scherp krijgen, luidt het steeds. Dat lijkt voorlopig inderdaad al meer dan werk genoeg.