Direct naar artikelinhoud
ReconstructieZaak-Sanda Dia

Reconstructie. ‘Ik ga de politie bellen’: op de fatale dag van de Reuzegom-doop werd meermaals alarm geslagen

Sanda Dia.Beeld Tim Dirven

Had de dood van student Sanda Dia voor­komen kunnen worden? Een reconstructie van de fatale dag van de Reuzegom-doop, op basis van documenten die deze krant kon inkijken, toont aan dat er op die 5de december 2018 een paar keer alarm werd geslagen.

en

In Hasselt gaat op vrijdag 22 april de eerste zittingsdag van het proces tegen de leden van studentenclub Reuzegom van start, meer dan drie jaar na de dood van Sanda Dia (20).

Herlees hier de reconstructie die De Morgen afgelopen juni schreef:

Woensdag 5 december 2018, 10:23 uur. Een groepje studenten wandelt door het centrum van Leuven. Op camerabeelden die later door de politie worden bekeken is te zien hoe één jongen niet meer op eigen kracht kan gaan. Hij wordt ondersteund door twee medestudenten: de jongens die samen met hem gedoopt worden door studentenclub Reuzegom. De politie zal later noteren: “Ze hebben elk een arm van Sanda Dia in hun nek liggen om hem zo te ondersteunen. Dia zwalpt tussen de twee andere schachten. Hij is ons inziens niet in staat om zelfstandig te stappen.”

De doop van de drie overgebleven kandidaat-leden is een dag eerder begonnen. C. (20), V. (19) en Sanda Dia (20) moesten dinsdagochtend in Leuven rozen verkopen voor 2 euro per stuk. Als ze er geen tien konden verkopen in 20 à 25 minuten, moesten ze een vieze brij slikken of alcohol drinken. “Sanda kreeg in de voormiddag geen enkele roos verkocht”, zal C. nadien aan de politie verklaren.

Later die dag moet het trio een fles gin leegdrinken. Dat lukt enkel C. en V. “Het probleem met Sanda is dat hij niet zo goed kan drinken”, zegt C. “Hij kan het ook niet goed binnenhouden, hij moet nogal snel braken.”

Die dinsdagavond is er nog een cantus, waar de schachten opnieuw worden verplicht grote hoeveelheden alcohol te drinken. Als Sanda naar zijn kot wordt gebracht, is hij amper nog bij bewustzijn. 

De volgende ochtend is hij niet hersteld, in die mate dat hij hulp nodig heeft bij het aankleden. Later kan hij enkel met ondersteuning stappen. Een groepje vriendinnen ziet de jongens rond 10:30 uur. In een verklaring aan de politie luidt het later: “Het is een donkere jongen, en toch zie je dat hij wit zag, hij was wat wit weggetrokken rond zijn neus.”

‘Laat hem niet alleen’

Professor D. (55) doceert deeltijds aan de KU Leuven. Die woensdagvoormiddag ziet ze op een parking drie geknielde jongens en enkele studenten met groen-witte linten. Ze stelt vast dat een van de jongens “echt niet goed” is. D., in een verklaring na Dia’s dood: “Aangezien de situatie bevreemdend overkwam en zij zich op privéterrein bevonden, gaf ik aan dat ik de politie zou bellen. Ze verzekerden me op dat ogenblik dat de doop praktisch gedaan was. Ik zei hun dat de drie geknielde studenten er erg vermoeid uitzagen. Er werd me gezegd dat ze de ganse nacht opdrachten hadden vervuld. De drie jongemannen zeiden niets.”

De professor stapt in haar auto, maar bedenkt zich. Ze gaat opnieuw naar de studenten. Ze maakt zich vooral zorgen over Sanda Dia. “Ik zei dat iemand bij hem moest blijven als hij nadien zou gaan slapen. Ze beloofden me dit ten stelligste. Ik vroeg aan een van de studenten van welke club hij was. Hij zei Medica. Ik vroeg hem of hij al op spoedgevallen had gewerkt. Hij zei dat hij derdejaarsstudent was en er al dagdienst had gedaan. Ik zei hem dat hij dan al gevallen van alcoholintoxicatie had gezien. Hij confirmeerde. Ik herhaalde nogmaals het belang van de jongeman goed te monitoren en hem niet alleen te laten. Hij beloofde dit en herhaalde dat de doop bijna gedaan was.” 

De professor stapt opnieuw in haar auto. Wat ze niet weet is dat de student met wie ze gesproken heeft geen student geneeskunde is. En dat de doop niet stopgezet zal worden. Het zwaarste deel moet nog komen.

‘Stop met lanterfanten’

Het groepje rijdt naar een blokhut in Vorselaar voor het ‘hoogtepunt’ van de doop, waar zelfs een draaiboek voor bestaat. De schachten zullen een groot deel van de dag in een zelfgegraven put moeten doorbrengen. Ze zullen emmers ijskoud water over zich heen krijgen, samen anderhalve liter visolie drinken en een door de blender gehaalde muis moeten doorslikken. 

Het groepje arriveert rond 12 uur in Vorselaar. Tijdens een verhoor bij de politie verklaart schachtentemmer A. dat er voor de start van dit laatste deel discussie is geweest of Sanda nog wel verder kon deelnemen. “De ouderen, die ervaring hebben, hebben dan gezegd dat er in het verleden nog mensen waren die slecht waren voor de doop begon en die er toch bovenop zijn gekomen.”

Terwijl de schachten in de put urenlang proeven ondergaan, is het rond de blokhut een komen en gaan van Reuzegommers. Iets over 19 uur arriveert de 22-jarige M., wel een student geneeskunde. Schachtentemmer A. vraagt hem zo’n halfuur later om te gaan kijken naar Sanda. Die reageert namelijk niet meer als hij aangesproken wordt.

M. tijdens een verhoor: “Ik zag dat het meer was dan een dipje.” 

Sanda Dia in de outfit waarmee hij op dinsdag in Leuven rozen probeerde te verkopen. Het was het begin van de doop die woensdagavond in een drama eindigde.Beeld Tim Dirven

De twee andere schachten in de put krijgen de opdracht om Sanda eruit te halen. C. zal later verklaren: “V. en ik sleepten Sanda verder, want hij liet zich hangen, ook zijn hoofd. Hij had zijn ogen dicht. Hij praatte niet meer. We moesten met Sanda rondwandelen maar hij deed niks meer. M. heeft dan gezegd om hem naar het kampvuur te dragen. Niemand wou ons helpen. Omdat Sanda niet meewerkte woog hij extra zwaar. Het duurde een hele tijd eer we Sanda voor het kampvuur konden leggen.” 

M.: “Ik heb hem aangesproken. Hij reageerde niet adequaat. Ik heb toen gezegd: ‘Hij gaat naar het ziekenhuis’. Er was een zeker tumult. Er ontstond een discussie of hij naar het ziekenhuis moest of niet.”

Volgens meerdere verklaringen kon de doop enkel worden onderbroken door preses (of senior) ‘Zaadje’.

M.: “De senior nam niet onmiddellijk een duidelijk standpunt in, anders had die discussie niet plaatsgevonden. Sanda werd in de auto gelegd, maar de discussie bleef nog verder duren. Ik heb letterlijk gezegd: ‘Stop met lanterfanten en vertrek!’ Ik heb dat geroepen in de groep. Er werd weer gevraagd of we misschien nog even moesten wachten.”

‘Weet ge al iets?’

Het is circa 20:45 uur als Zaadje, A. en een derde Reuzegommer dan toch met Sanda vertrekken. Om 20:57 uur belt Zaadje vanuit de auto naar de 112. Volgens de transcriptie van dat gesprek, die deze krant kon inkijken, zegt hij niets over de enorme hoeveelheden visolie die Sanda heeft binnengekregen. Hij zegt dat iemand is “flauwgevallen” tijdens de doop.

Omstreeks 21:10 uur arriveren de studenten aan het ziekenhuis van Malle. Een verpleegster stelt de Reuzegommers enkele vragen. Ze verklaren dat Sanda in een put heeft gezeten en opdrachten heeft moeten doen, en dat hij het heel koud heeft. Opnieuw geen woord over de visolie. Een andere verpleegkundige zal nadien wel verklaren dat hij “een sterke visgeur” waarnam. Als Zaadje later gevraagd wordt waarom hij de visolie niet vermeldde, zegt hij: “Ik had geen idee dat dat van belang was toen.”

De verpleegster: “Ik had de indruk dat die vrienden niet beseften hoe ernstig de toestand van de jongeman was.”

Hoe ernstig de situatie is, blijkt uit het ziekenhuisrapport. “Bij aankomst op spoed minimaal bewustzijn, nog wat grommende spraak en eenmaal braken. Geen zinvolle interactie. Temperatuur 28 graden.”

Zo’n kwartier later stuurt een van de in Vorselaar achtergebleven studenten een bericht naar A.: “En weet ge al iets?” Het antwoord: “Nee, zitten in wachtkamer. Ze denken dat die gewoon maf zat is.”

Rond middernacht – Sanda Dia is intussen overgebracht naar het UZA in Antwerpen – neemt de paniek bij de Reuzegommers toe, zo blijkt uit chatverkeer: “Hij ligt nu in kritieke toestand en hangt aan machines.” Kort daarna krijgt de vader van Sanda te horen dat de kans op overleven zeer klein is. Er is grote, onomkeerbare neurologische schade door vochtonttrekking uit de hersenen, veroorzaakt door het zout van de visolie. 

Op vrijdag 7 december, om 15:17 uur, wordt Sanda Dia doodverklaard. 

Als de politie na verklaringen van enkele Reuzegommers te weten komt wie de vrouw is die de studenten op de parking heeft aangesproken, wordt professor D. gecontacteerd. Wanneer ze verneemt dat Sanda gestorven is, barst ze in tranen uit.

Vandaag buigt de raadkamer in Hasselt zich over de vraag tot doorverwijzing van in totaal achttien Reuzegommers naar de correctionele rechtbank voor het toedienen van schadelijke stoffen met de dood tot gevolg, schuldig verzuim en mensonterende behandeling. We contacteerden enkele van hun advocaten, maar kregen geen antwoord.