Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenTerug naar kantoor

‘Eindelijk sociaal contact’ of ‘einde van de vrijheid’: iedereen reageert anders op terugkeer naar kantoor

‘Eindelijk sociaal contact’ of ‘einde van de vrijheid’: iedereen reageert anders op terugkeer naar kantoor
Beeld Wouter Van Vooren

De koffieautomaten draaien warm, busjes handgel worden bijgevuld en tapijten gestofzuigd. Na maanden verplicht thuiswerken is iedereen weer een dag per week welkom op kantoor. Twee werknemers vertellen waarom ze (nog niet) meteen naar de werkvloer terugkeren.

Lynn Formesyn (32), beleidsmedewerker bij vzw GRIP: ‘Op kantoor werken om uit te zoeken of ik mijn job fysiek aankan’

Meer verkeersdrukte, gesprekken over onbenullige onderwerpen met matig sympathieke collega’s en weer vaker een broek aantrekken: de deeltijdse terugkeer naar de werkvloer brengt een aantal uitdagingen met zich mee. Toch kan Lynn Formesyn niet wachten om straks naar het kantoor van haar werkgever te trekken.

Sinds januari werkt ze deeltijds als stafmedewerker beleid bij GRIP, een mensenrechtenorganisatie van en voor mensen met een handicap. Maar haar collega’s heeft ze nog nooit in levende lijve ontmoet. “Het voelde erg vreemd aan om me via videogesprekken in te werken in de organisatie. De afgelopen maanden miste ik de optie om spontaan bij een collega aan te kloppen en zo om uitleg te vragen”, vertelt ze.

Momenteel onderzoeken heel wat werkgevers of ze een arbeidsregeling kunnen uitwerken die thuiswerken ook in de toekomst mogelijk maakt. Formesyn herinnert zich een tijd waarin dat heel anders was. “Ik werkte tussen 2011 en 2015 als digitaal journalist en mijn bazen verwachtten toen dat ik bijna elke dag naar de redactie kwam.” Die regeling maakte het voor haar onmogelijk om de job nog uit te oefenen. “Als chronische reumapatiënt was het lichamelijk te zwaar om met het openbaar vervoer naar kantoor te pendelen. Omdat er geen optie was om vaker thuis te werken, werd mijn job onwerkbaar en stopte de samenwerking."

Formesyn: 'Het zou mooi zijn als mensen straks het vertrouwen krijgen om hun werk te doen in de omstandigheden die ze zelf verkiezen.'Beeld Wouter Van Vooren

Deze week krijgt Formesyn haar tweede coronaprik. Zodra dat gebeurd is, wil ze zo snel mogelijk naar het GRIP-kantoor in Brussel afzakken. “Enkel zo kan ik achterhalen welke impact deze baan op mijn fysieke gezondheid heeft. In een wereld zonder pandemie zou ik ook niet voltijds op kantoor kunnen werken, maar het is nu belangrijk om uit te zoeken wat wel mogelijk is.” De medicatie die Formesyn neemt, onderdrukt haar immuniteit. Toch is ze niet bang om op de werkvloer besmet te raken met een van de nieuwe coronavarianten: “Ik hou me nog altijd nauwgezet aan de maatregelen en medewerkers komen slechts sporadisch naar het kantoor.”

Formesyn kijkt ernaar uit om naar de werkvloer te trekken, maar vindt het belangrijk dat werkgevers begrip opbrengen voor personeelsleden die dat (nog) niet kunnen of willen: “Het zou mooi zijn als mensen straks het vertrouwen krijgen om hun werk te doen in de omstandigheden die ze zelf verkiezen. Op die manier kunnen jobs zich aanpassen aan de arbeidskrachten, en niet andersom.”

Lara Delacourt kreeg een laptop van haar werkgever, zelf kocht ze een bureau. En daar blijft ze ook in de toekomst graag aan werken.Beeld Wouter Van Vooren

Lara Delacourt (23), junior recruiter bij Delaware: ‘Thuiswerk hoeft niet tot vereenzaming te leiden’

Toen Lara Delacourt in april voor het eerst een voltijdse baan aannam, was de wereld van thuiswerk en Zoom-vergaderingen haar niet onbekend. Sinds de uitbraak van de pandemie verliep haar universitaire opleiding al grotendeels via digitale kanalen, waardoor ze het niet erg vond om ook bij het begin van haar professionele carrière thuis te werken. “Mijn werkgever bood me een computer aan en ik kocht zelf een bureau om toch enige vorm van comfort te hebben. Sindsdien volg ik iedere dag de tewerkstelling van jonge mensen op vanuit mijn logeerkamer.” 

Na drie maanden voltijds thuiswerk ziet Delacourt niet meteen een reden om weer naar kantoor te trekken. “Ik heb flexibele werkuren en vind het fijn dat ik baas ben over mijn eigen agenda. Daarnaast win ik heel wat tijd omdat ik niet hoef te pendelen.”

Ze ondernam wel stappen om ervoor te zorgen dat de grens tussen haar privéleven en haar professionele bestaan niet zou vervagen. “Notificaties van werkgerelateerde apps verschijnen enkel tijdens de werkuren op mijn smartphone. Op die manier kan ik aan de verleiding weerstaan om ’s avonds nog mails te checken of om werk te doen in mijn vrije tijd.”

Delacourt: 'Ik overleg elke dag met mijn dichtste collega's.'Beeld Wouter Van Vooren

Tegenstanders van het thuiswerk zeggen weleens dat de arbeidsmethode tot vereenzaming leidt, maar daar heeft Delacourt geen last van. “Op mijn eerste werkdag kon ik een groot deel van het team ontmoeten tijdens een drink in openlucht, maar sindsdien heb ik niemand van hen in levende lijve gezien. Dat betekent niet dat ik als werknemer geïsoleerd ben: ik overleg iedere dag met mijn dichtste collega’s en daarnaast organiseert Delaware regelmatig virtuele koffiepauzes waarin we kunnen bijpraten.”

Niet iedereen voelt de noodzaak om deel te nemen aan zulke informele gespreksmomenten. Daarom stuurde ze een uitnodiging naar alle teamleden om kennis te maken tijdens een videogesprek. “Door zelf initiatief te nemen, kon ik vereenzaming voorkomen.”

Delacourt heeft er geen problemen mee om in de toekomst verder thuis te werken, maar gelooft toch dat het als recruiter waardevol is om sollicitanten soms live te ontmoeten. “Door technische problemen maken mensen tijdens videogesprekken weleens een slechtere indruk dan ze tijdens een interview op ons kantoor zouden doen. Verder is thuiswerk vooral een zegen, waarvan ik graag geniet.”