Hogere inflatie brengt ECB niet van de wijs

ECB-topvrouw Christine Lagarde © belga
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Een snuifje zomerinflatie brengt de Europese Centrale Bank niet van de wijs. De druk nam de voorbije weken nochtans toe om de voet wat van het gaspedaal te halen. Moet je nog elke maand 100 miljard euro in de economie pompen als de economie vaart wint en de inflatie oploopt?

Ja, zegt de ECB. De stijging van de inflatie is niet indrukwekkend genoeg en te tijdelijk van aard om de centrale bank van koers te laten veranderen. Het herstel schiet wortel, maar de onzekerheid is nog te groot om de groene vlag boven te halen, oordeelt de ECB. De bank zal in het kader van het pandemieprogramma ook de volgende maanden obligaties kopen in een tempo dat aanzienlijk hoger ligt dan in het begin van het programma. Ook het gewone inkoopprogramma van obligaties blijft lopen, en de depositorente blijft onveranderd. Kortom, de ECB houdt voet bij stuk en houdt ook in de zomer het gaspedaal diep ingedrukt. “Mijn besluit na onze beleidsvergadering van vandaag is dat we met vaste hand besturen. Ons beleid blijft onveranderd”, zei voorzitter Christine Lagarde tijdens de persconferentie.

Voor Lagarde blijft een van de prioriteiten de financieringsvoorwaarden in het eurogebied voldoende gunstig te houden. Lees: de rente op overheidsobligaties moet heel laag blijven, zodat overheden en bedrijven zich goedkoop kunnen financieren. Een rentestijging zou de handen binden van de overheden die met een expansief fiscaal beleid het herstel vleugels moeten geven. Zonder fiscale steunwielen zou het herstel omvallen, en zou het deflatiegevaar weer de kop opsteken, wat de ECB te allen prijze wil vermijden. “Gunstige financieringsvoorwaarden zijn essentieel voor het herstel. Een volgehouden stijging van de rentevoeten zou een risico inhouden”, zegt Lagarde.

In het voorjaar dreigde een hogere Amerikaanse langetermijnrente ook de Europese rentevoeten hoger te duwen, waarop de ECB reageerde door het aankooptempo van overheidsobligaties in het pandemieprogramma op te voeren. Ook vorige maand kroop de langetermijnrente in Europa wat hoger, maar de ECB is bereid om een rentestijging ofwel geen kans te geven, ofwel prompt de kop in te drukken. Dat doet ze dus door het pandemisch inkoopprogramma flexibel in te zetten. Dat programma was in het leven geroepen om de deflatoire impact van de coronacrisis te counteren en kwam boven op het normale inkoopprogramma dat al langer liep. Het pandemieprogramma loopt zeker nog tot maart 2022, voor een totaal van 1850 miljard euro. De ECB zegt dat die enveloppe niet volledig hoeft gebruikt te worden, als het lukt om ook met minder de gunstige financieringsvoorwaarden te beschermen. Is er meer nodig, dan kan het bedrag ook opgevoerd worden.

Inflatie onder doelstelling

De ECB kan dit agressieve beleid alleen maar volhouden als de inflatie onder controle blijft. Vooral onder impuls van de hogere energieprijzen is de inflatie tot boven 2 procent gestegen. De volgende maanden zal de inflatie wellicht boven 2 procent kamperen. Daar kan de ECB mee leven. Over heel 2021 verwacht de ECB een inflatie van 1,9 procent. In 2022 en 2023 verwacht ze een inflatie van respectievelijk 1,5 en 1,4 procent. De kerninflatie, die geen rekening houdt met de energieprijzen, blijft dit jaar hangen op 1,1 procent. “Voor de inflatieontwikkelingen houden we vooral de dienstensector in de gaten, goed voor 60 procent van de economie. De grootste input in de dienstensector is arbeid, maar we zien heel beperkte loonstijgingen. Er is nog bijzonder veel reserve op de arbeidsmarkt.”

De inflatie zou de volgende jaren dus ruim onder de eigen doelstelling van bijna 2 procent blijven. Ook de voorbije jaren slaagde de ECB er meestal niet in om haar mandaat waar te maken. Waarom duwt de ECB het gaspedaal dan niet verder in? “Het herstel wint vaart en sinds december stijgt de kerninflatie lichtjes. De onderliggende inflatiedruk neemt dus wat toe. Onze ‘vaste hand’ is daarom de juiste beleidskoers”, zegt Lagarde, die er ook op wijst dat de ECB de risico’s voor de economie als ‘evenwichtig’ inschat. Dat betekent dat de Europese economie ook aangenaam kan verrassen de volgende kwartalen, in het spoor van de versoepelingen. In de raad van bestuur waren er daarom stemmen om het tempo van het pandemisch inkoopprogramma wat terug te schroeven. Wellicht halen de haviken in september hun slag thuis, op voorwaarde dat het herstel doorzet. Voor dit jaar verwacht de ECB een groei van 4,6 procent in het eurogebied. In 2022 en 2023 rekent de ECB op een groei van 4,7 en 2,1 procent. Christine Lagarde: “We zijn iets optimistischer geworden in vergelijking met maart dankzij het sterke herstel in het tweede kwartaal. De vaccinatiecampagne loopt vlot, en de versoepelingen laten een herneming in de dienstensector toe. De industrie blijft intussen op toerental.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content