Direct naar artikelinhoud
AnalysePFOS-vervuiling

Waarom gaan de alarmbellen nu pas af? Dit zijn de cruciale vragen voor de PFOS-onderzoekscommissie

Zwijndrecht staat in academische middens al tien jaar bekend als hotspot van PFOS-vervuiling door de 3M-fabriek daar.Beeld Joris Casaer

Een onderzoekscommissie in het Vlaams Parlement over de PFOS-vervuiling in Zwijndrecht is onvermijdelijk geworden. Over welke vragen moet die commissie zich buigen?

Waarom gaan de alarmbellen nu pas af?

Zwijndrecht staat in academische middens al tien jaar bekend als hotspot van PFOS-vervuiling door de 3M-fabriek daar. Toch begon de kwestie pas recent politiek te leven, nu de Oosterweel-werken gestart zijn en de vervuiling letterlijk werd bovengespit. 

Een van problemen is dat het dossier zich bevindt op het snijvlak van verschillende bevoegdheden binnen de Vlaamse regering: openbare werken, leefmilieu en volksgezondheid. Heeft die versnippering ertoe geleid dat niemand het dossier in handen nam? 

Wat daarbij opvalt, is dat Beke dinsdag in het parlement verklaarde dat zijn departement tot vorige week niet op de hoogte was van twee rapporten van OVAM uit 2016 en 2018. De openbare afvalstoffenmaatschappij had toen al onderzocht wat de milieuschade was op de site. “Hallucinant dat die info niet doorstroomde”, klinkt het ook bij N-VA. 

Het departement Zorg en Gezondheid zelf heeft er geen verklaring voor. “We hebben met OVAM de afspraak dat ze ons inlichten bij ernstige gezondheidsrisico’s”, zegt woordvoerder Joris Moonens. “Mogelijk hebben ze die inschatting gemaakt dat het risico beperkt was. De kennis over PFOS is de laatste jaren sterk geëvolueerd.”

Vorig jaar is er overigens ook al een stuurgroep opgericht, met daarin onder meer vertegenwoordigers van OVAM en het Agentschap Zorg en Gezondheid. Doel is de kennis over PFOS samen te brengen, te kijken welke sites potentieel vervuild zijn en welke risico’s de omwonenden lopen. Opvallend: daar zijn Zwijndrecht en 3M nog niet ter sprake gekomen.

Wat waren de afspraken tussen Oosterweel-bouwheer Lantis en 3M?

Lantis, het vroegere BAM, dat de bouwwerken van de Antwerpse ring uitvoert, heeft in 2017 een dading gesloten met 3M over wat er met de vervuilde grond moest gebeuren. De inhoud daarvan is niet bekend, zelfs niet bij minister Demir. Het was voor haar een van de redenen om op te roepen tot een onderzoekscommissie. 

Die dading gaat niet over het saneren van de grond, wel over de opslag en het transport. De bedoeling zou zijn om een deel van de grond op te slaan of in te kapselen op het terrein van 3M zelf. “Heeft de firma toen een relatief beperkt bedrag betaald, om niet te hoeven saneren?”, wil Groen-parlementslid Mieke Schauvliege weten. Het zou niet enkel de kostprijs drukken voor 3M, mogelijk heeft het voor Lantis ook tijdswinst opgeleverd bij de werken. Blijft de cruciale vraag wie finaal voor de sanering zal opdraaien: de Vlaamse overheid of toch 3M?

Werden de normen op maat gemaakt van de Oosterweel-werken?

Tot 2018 waren er in Vlaanderen geen bindende afspraken over wat er met door PFOS vervuilde grond moest gebeuren. Toen Lantis in 2017 zijn vergunning aanvroeg, was het aan het bedrijf zelf om in overleg met OVAM te bepalen wat mogelijk was. Samen met studiebureau Rots kwamen ze uit op een norm van 8 microgram per kilogram grond voor vrij gebruik. Tot 70 microgram per kilo kan die grond nog gebruikt worden voor bermen of de aanleg van wegen.

In 2018 kwamen er wel Vlaamse richtlijnen. Wat opvalt: die komen exact overeen met wat Lantis bedisselde. Die richtlijnen zijn een stuk soepeler dan bijvoorbeeld in Nederland, waar 3 microgram per kilogram het toegelaten maximum is voor álle hergebruik. Vlaanderen past sinds april dit jaar die grens ook toe voor ‘vrij gebruik’. Voor hergebruik in de bouw ligt die nog steeds op 70 microgram. Wel zijn de voorwaarden strikter geworden.

Volgens Lantis werden in de directe omgeving van de site concentraties gemeten van gemiddeld 30 tot 50 microgram. Met andere woorden: volgens de afspraken hoeft een deel van die grond niet gesaneerd te worden, maar hergebruikt worden. 

Alleen, metingen in het aanpalende natuurgebied Blokkersdijk pieken tot 1.000 microgram. Elders in de gemeente Zwijndrecht kwamen recente metingen uit op 39 tot 120 microgram. In Vlaanderen is de gezonde streefwaarde 1,5 microgram. “We zijn zeer verontrust”, aldus burgemeester André Van de Vyver (Groen).  

Een van de belangrijke vragen voor de onderzoekscommissie is hoe die normen tot stand zijn gekomen. Eens de vergunning is afgeleverd, blijven voor een lopend project de oude regels gelden. “Wat was de prioriteit destijds?”, vraagt Bruno Tobback (Vooruit) zich af. “De volksgezondheid of de kosten drukken voor het zo al dure Oosterweel-project?” 

Wat met de vorige ministers?

Oppositiepartijen Groen en Vooruit willen bij de onderzoekscommissie vooral inzoomen op de rol van de huidige en de vorige regering, zo blijkt uit de tekst die ze indiende. Ze willen uitpluizen wat er fout liep sinds de start van de werken van de Oosterweel-verbinding. De hele periode zaten ze in de oppositie.

CD&V en N-VA willen verder teruggaan. Wat was bijvoorbeeld de rol van het gemeentebestuur, dat al sinds de jaren 90 geleid wordt door de groenen? De vervuiling stopte in 2003, maar werd halfweg jaren 2000 aangekaart zowel op de gemeenteraad als in het Vlaams Parlement. De voorbije jaren is wel steeds duidelijker geworden hoe schadelijk PFOS wel is.

“Laten we hier vooral geen inquisitie van maken, daar hebben de mensen in Zwijndrecht niet veel aan”, reageert Willem-Frederik Schiltz (Open Vld). “Wel moeten op zoek gaan waar het fout liep hoe we snel kunnen ageren.”