Het Rode Plein in Moskou
AFP or licensors

"Misdaden tegen geschiedenis": rapport hekelt aanvallen op historici die verleden van Rusland in kaart brengen

"Crimes Against History", een nieuw rapport van de Internationale Federatie van de Mensenrechten, stelt dat mensenrechtenschendingen in Rusland tegen historici, activisten, journalisten die de geschiedenis in kaart willen brengen zijn toegenomen sinds 2014. "De manipulatie van de geschiedenis zit in een versnellingsproces", zegt geschiedenisprofessor Antoon De Baets (Universiteit van Groningen) in "De wereld vandaag". "Vooral door de toepassing van nieuwe wetten die de vrijheid inkrimpen en de vrije mening enorm muilkorven."

“Crimes Against History” (Engels voor "Misdaden tegen de geschiedenis"): die titel plakt op het nieuwe rapport van de Internationale Federatie van de Mensenrechten (FIDH).  Daarin wordt aangeklaagd dat de Russische overheid geschiedschrijvers en de vrije meningsuiting onder vuur neemt, om zo de controle op het historische narratief zoveel mogelijk in eigen handen te houden. De FIDH stelt vast dat mensenrechtenschendingen tegen onder andere historici, activisten en journalisten zijn toegenomen sinds 2014.

De FIDH kaart onder andere de situatie rond historicus Yuri Dmitriev aan. Sinds het begin van de jaren negentig heeft hij gewerkt aan het lokaliseren van de executieplaatsen van Stalins Grote Terreur en het identificeren van zoveel mogelijk van de begraven slachtoffers die ze bevatten. Hij werd in 2016 vals beschuldigd van het maken van pornografische foto's van zijn pleegdochter. Zijn collega's verklaarden van in het begin dat er niets van klopte en de overheid hem en zijn werk gewoon in diskrediet wilde brengen.

"Ons rapport is de eerste uitgebreide analyse van de manipulatie van het historisch geheugen in Rusland vanuit het oogpunt van de mensenrechtenwetgeving," zegt Ilya Nuzov, hoofd van de Oost-Europese en Centraal-Aziatische tak van de FIDH, die mee aan het rapport heeft gewerkt. "Onze bevindingen tonen aan dat de autoriteiten een klimaat van angst en repressie hebben gecreëerd voor alle onafhankelijke stemmen die werken aan het historisch verleden in Rusland. Dat doet denken aan de ergste praktijken uit de Sovjetperiode."

Beluister hieronder het gesprek met historicus Antoon De Baets (en lees verder onder de audio):

Volgens Antoon De Baets, professor geschiedenis aan de Universiteit van Groningen in Nederland, zijn misdrijven tegen de geschiedenis alle extreme vormen van censuur. "Hierbij wordt niet de boodschap, maar de boodschapper het doelwit."

"In de praktijk gaat het om een viertal vormen", legt De Baets uit in "De wereld vandaag" op Radio 1. "De eerste vorm is het vermoorden of doen verdwijnen van historici. Ten tweede worden die historici publiekelijk aangevallen, bijvoorbeeld door haatspraak, smaad of kwaadwillige rechtsvervolging. Daarnaast zijn er de opzettelijke vernietigingen van cultureel erfgoed. Ten laatste is er desinformatie, inclusief over genocides en massamoorden. Het verlengde daarvan is censuur van de geschiedenis."

Niet de boodschap, maar de boodschapper wordt het doelwit

Antoon De Baets, professor geschiedenis (Universiteit van Groningen)

Het FIDH-rapport beschrijft in het bijzonder hoe de regering de afgelopen jaren methodisch heeft geprobeerd om onafhankelijk werk op historisch gebied te ontmoedigen, terwijl ze actief haar eigen "historische waarheid" promootte, waarin de overwinning van de Sovjet-Unie in de Tweede Wereldoorlog centraal staat. 

Zo heeft Rusland in 2020 bijvoorbeeld het "officiële verhaal" van de oorlog verwerkt in de grondwet, die in strijd met de nationale en internationale wetgeving werd gewijzigd. In het rapport wordt ook gewezen op het feit dat Moskou heeft nagelaten "adequate materiële of symbolische herstelbetalingen te doen aan de slachtoffers van misdaden uit het Sovjettijdperk.

Manipulatie zit in een versnellingsproces

Antoon De Baets, professor geschiedenis (Universiteit van Groningen)

"Historici kunnen absoluut niet zomaar zeggen wat ze willen", bevestigt ook De Baets. "Het rapport bulkt van de voorbeelden van mensenrechtenschendingen tegen historici, journalisten en erfgenamen van de slachtoffers van de stalinistische repressie."

"Sinds 2014 is de manipulatie van de geschiedenis in dienst van de ideologie van de overheid en de rechtvaardiging van de macht. Die manipulatie zit in een versnellingsproces, vooral door de toepassing van nieuwe wetten die de vrijheid inkrimpen en de vrije mening enorm muilkorven."

Aanbevelingen

Het rapport formuleert een aantal aanbevelingen, zoals de invoering van wettelijke garanties en bescherming om de onafhankelijkheid van het werk van historici te waarborgen. Ook wordt voorgesteld historici officieel te erkennen als mensenrechtenverdedigers door speciale procedures van de Verenigde Naties. 

"Het is ook zeer belangrijk om de misdrijven te documenteren", zegt De Baets. "Daarnaast is het ook van belang wetgeving te vermijden die de inhoud van de geschiedenis bepaalt. De geschiedenis moet bepaald worden door verantwoord onderzoek, niet door de overheid of de rechter. Ten laatste moet men de bestaande wetgeving tegen haatspraak gebruiken om oproepen tot geweld te bestraffen."

Zorgwekkende ontwikkeling over de hele planeet

Antoon De Baets, professor geschiedenis (Universiteit van Groningen)

De bevindingen en aanbevelingen kunnen worden toegepast op andere gelijkaardige regimes. Het rapport haalt ook Wit-Rusland aan als voorbeeld, maar volgens De Baets gaat dit ook over landen als China, Polen, Turkije en Hongarije. "We moeten de alarmbellen luiden. Er is een zorgwekkende ontwikkeling over de hele planeet."

Meest gelezen