Weinig concurrentie voor ultraconservatief Raisi bij de Iraanse presidentsverkiezingen

Ebrahim Raisi © Getty

De Iraniërs trekken op 18 juni naar het stemhokje om een nieuwe president te kiezen, maar echt spannend lijkt het niet te gaan worden. Er is onder de bevolking weinig animo voor de verkiezingen, wat zich wellicht zal vertalen in een erg magere opkomst en dat speelt doorgaans vooral in de kaart van de conservatieven.

Zeven kandidaten kregen groen licht om bij de presidentsverkiezingen – de dertiende sinds de revolutie van 1979 – op te komen. Het gaat om vijf ultraconservatieven en twee hervormingsgezinden.

De 60-jarige Ebrahim Raisi, die in 2017 nog 38 procent van de kiezers wist te overtuigen, geldt als de grote favoriet. Hij leidt de gerechtelijke autoriteit in Iran en staat bekend als aartsconservatief. Raisi, van wie vermoed wordt dat zijn ambities hoger reiken dan het presidentschap, werd in 1960 in Masshad, in het noordoosten van het land, geboren. De hardliner is allesbehalve een onbesproken figuur. Na de revolutie stapte hij in de magistratuur en bekleedde hij van 1985 tot 1988 de functie van viceprocureur in Teheran, een positie die hem linkt aan de duizenden executies in Iran van politieke gevangenen in de jaren tachtig.

Huidig president Hassan Rohani doet geen nieuwe gooi naar het presidentschap. Hij heeft al twee ambtstermijnen achter de rug en mocht zich daarom niet meer herkiesbaar stellen. De president beschikt in Iran maar over een beperkt arsenaal aan bevoegdheden en het is vooral de geestelijke leider van Iran, ayatollah Ali Khamenei, die de touwtjes stevig in handen heeft. Onder meer daarom lijken de presidentsverkiezingen in Iran over het algemeen maar voor weinig enthousiasme te zorgen bij de bevolking, al zal dit jaar ook de coronacrisis, die een rem zet op de openbare bijeenkomsten, wellicht een rol spelen.

De grootschalige diskwalificatie van kandidaten zou het kiespubliek eveneens kunnen ontmoedigen om een stem uit te brengen. Daarnaast zorgt de zware economische en sociale crisis – veroorzaakt door de herinvoering van de Amerikaanse sancties na het vertrek van de Verenigde Staten uit het internationaal atoomakkoord en nog versterkt door de gevolgen van de pandemie – al langer voor heel wat onvrede en ontgoocheling bij de Iraniërs. Zo werden in de winter van 2017-2018 en in november 2019 nog twee protestbewegingen met geweld neergeslagen.

De kiescampagne valt samen met de onderhandelingen in Wenen om de nucleaire deal uit 2015 weer op de rails te krijgen en de Amerikaanse sancties op te heffen, maar het lijkt bijzonder onwaarschijnlijk dat er op zeer korte termijn een doorbraak komt in deze discussies.

Grote favoriet

Dat de uiterst conservatieve Ebrahim Raisi de grote favoriet is, heeft in hoofdzaak te maken met een gebrek aan valabele tegenkandidaten. Nadat de machtige Raad der Hoeders van de Grondwet, die belast is met het toezicht op de verkiezingen, maar liefst 98 procent van de potentiële kandidaten die een gooi naar het presidentschap wilden doen, als ongeschikt heeft afgewezen, lijkt Raisi zich weinig zorgen te moeten maken. Aan ultraconservatieve zijde krijgt hij onder meer concurrentie van generaal en oud-bevelhebber van de Revolutionaire Wacht, Mohsen Rezaee, maar die nam eerder (in 2009 en 2013) al zonder veel succes deel aan de presidentsverkiezingen. Ook voormalig secretaris van de Hoge Nationale Veiligheidsraad Saeed Jalili was in 2013 al kandidaat, en behaalde toen slechts 11,4 procent van de stemmen. De andere twee ultraconservatieven in de race, Amir-Hossein Ghazizadeh Hashemi en Alireza Zakani, genieten bij het grote publiek weinig bekendheid. Hetzelfde geldt voor de twee hervormingsgezinde kandidaten: ex-gouverneur van de centrale bank Abdolnaser Hemmati en oud-vicepresident Mohsen Mehralizadeh. Zij maken bovendien zelfs geen aanspraak op de steun van de belangrijkste hervormingsgezinde coalitie.

Ayatollah Ali Khamenei riep zijn landgenoten, na enkele oproepen uit het buitenland om de verkiezingen te boycotten, inmiddels wel op om het spel van ‘de vijanden van de islam’ niet mee te spelen en op 18 juni massaal naar de stembus te trekken. De kandidaten kregen op hun beurt het dwingende advies om het enkel over de economie te hebben. Khamenei uitte ook kritiek op de strenge ballotage van de presidentskandidaten door de Raad der Hoeders, waarvan zes van de twaalf leden nochtans rechtstreeks door hem werden benoemd. Onder meer voormalig Iraans president Mahmoud Ahmadinejad, oud-parlementsvoorzitter Ali Larijani en huidig vicepresident Eshaq Jahangiri werden door de Raad van het lijstje met kandidaten geschrapt.

Naast een president kiezen de Iraniërs op 18 juni ook nieuwe gemeenteraden. Op 25 juni staat een tweede ronde gepland tussen de twee presidentskandidaten die de meeste stemmen hebben behaald, indien geen van beiden bij de eerste poging een absolute meerderheid behaalt.

Partner Content