Direct naar artikelinhoud
SportVoetbal

Waarom de Rode Duivels knielen tegen racisme en de Russen niet: er is een zaadje geplant

Waarom de Rode Duivels knielen tegen racisme en de Russen niet: er is een zaadje geplant
Beeld AFP

Knielen tegen racisme, en bij uitbreiding tegen alle soort van discriminatie, voor een voetbalmatch: het is een ‘beschavingsproces’, meent veranderingspsycholoog Herman Konings. ‘Net zoals supermarkten inzetten op duurzame en ecologische producten om de jongere klanten niet te verliezen, laat de UEFA dit toe om de supporters van de toekomst niet voor het hoofd te stoten.’ Of hoe een spontane actie toch iets meer wordt dan enkel symboliek.

“Eerlijk gezegd zie ik niet echt vooruitgang. Ik zie veel campagnes en dat soort zaken, maar echte acties worden niet ondernomen.” Dat zei Romelu Lukaku, doelpuntenmachine van de Rode Duivels, vorige week op CNN. Hij had het niet over acties met voet en bal, maar tegen racisme en discriminatie in het voetbal – het is een topic dat hem nauw aan het hart ligt. Dus zit Lukaku morgen in Kopenhagen, luttele tellen voor de aftrap en met de camera’s van de wereld op hem gericht op zijn knie. En met hem de tien andere Rode Duivels op het veld.

Het is een toeval, maar het begon ook in Kopenhagen: Denemarken-België, 5 september 2020. De Denen, toen nog met een kerngezonde Christian Eriksen op het veld, deden mee: knie op het gras, 30 seconden wachten en dan aftrappen. Toen Denemarken afgelopen weekend aan die bijna noodlottige EK-wedstrijd tegen Finland begon, was er opvallend genoeg van het antidiscriminatiesymbool geen sprake meer. 

Onverstoorbaar in Sint-Petersburg

In Sint-Petersburg deden de Belgen het wel opnieuw, en ze zullen dat blijven herhalen – hopelijk ook in de EK-finale. De Russen bleven staan, het volk in de tribunes boede, maar Lukaku en co zaten onverstoorbaar op hun knie. “Als je spelers uitjouwt omdat ze knielen, ben je deel van de reden waarom ze knielen”, tweette Gary Lineker, ex-Engels international en tegenwoordig ’s werelds beste voetbalpresentator. 

Ook opvallend: Lukaku hield als enige de rechterarm omhoog, de vuist gebald, het hoofd naar beneden. Voor de tien anderen was het knielen alleen al straf genoeg. Voor hen hoefde dat oude symbool van de Black Power-beweging niet – herinner u Tommie Smith en John Carlos op het podium van de 200m spurt op de Olympische Spelen van 1968 in Mexico. “Mij interesseert het niet wat ‘ze’ denken”, zei Lukaku eerder in Deviltime op VTM. “Ik vecht gewoon voor diversiteit. Ik vecht niet alleen voor de zwarte mensen. Ik vecht ook voor de vrouwen en voor holebi’s. Ik vecht voor eerlijkheid voor iedereen. Ik doe dat niet zomaar. Voor mij is het belangrijk dat mensen elkaar respecteren, los van huidskleur, geslacht, seksualiteit of geloof.”

De Engelsen knielden, de Kroaten niet.Beeld Photo News

Voorstel van De Bruyne

Ze zijn natuurlijk niet zomaar begonnen met dat knielen, de Rode Duivels. Lukaku, al zijn hele professionele carrière voelt hij het racisme langs de zijlijn en hij is niet beschroomd om daarover zijn gedacht te zeggen, had na een goal voor Inter Milan al geknield – het was zijn eerste goal na de tragische dood van George Floyd in Minneapolis, op 25 mei 2020. Toen het knielen in de Amerikaanse sporten ingang vond, bracht hij het mee naar Europa – en dus ook naar de nationale ploeg. “Daar is zelfs nooit discussie over geweest”, zegt perschef Stefan Van Loock van de voetbalbond.

Lukaku is misschien wel de voorvechter, maar heus niet de enige. Ook Kevin De Bruyne, nog even out met een kaakbreuk, vindt het zijn morele plicht om als voetballer een statement te maken over racisme. Sterker nog, het was De Bruyne die, als kapitein van Manchester City, in een Zoom-meeting met de andere kapiteins van de teams in de Engelse Premier League als eerste antwoordde op de vraag van Troy Deeney, de captain van Watford, of ze ‘iets’ konden doen rond racisme. “Laten we met ‘Black Lives Matter’ op onze rug spelen, in plaats van onze naam”, zei De Bruyne. Zijn voorstel werd aanvaard. Een ander voorstel kwam van de Ier David McGoldrick, spits met gemengd bloed bij Sheffield United, en dat houdt nog altijd stand: knielen voor de match.

Slappe koord

Ondertussen woedt de discussie of het mág, op het EK voetbal. Of dat het gepast is. Victor Orbán, Hongaars premier, vindt het “onbegrijpelijk”. Het hoeft niet te verbazen dat Ronaldo en de Portugezen in Boedapest niet knielden. De Nederlanders hebben erover gediscussieerd en besloten niet te knielen. In Rusland, Kroatië en Slovakije was het zelfs geen discussie waard: ze blijven altijd staan. De Zwitsers knielen mee als de tegenstander het voorstelt. De Engelsen en de Welshmen knielen altijd.

Zowel Zwitserland als Wales ging op de knie. Maar de Zwitsers doen het enkel als de tegenstander het voorstelt.Beeld AFP

“De kracht zit hem in het feit dat het initiatief voor het knielen van de voetballers zelf is gekomen”, zegt cultuursocioloog Walter Weyns (UAntwerpen). “De UEFA en de voetbalbond hebben al tal van initiatieven genomen en campagnes bedacht, maar dat blijft iets dat van bovenaf komt. Dat voelt al snel als een poging om het imago op te poetsen. Als rolmodellen als Lukaku zoiets doen, is het authentiek: hij heeft er zelf mee te maken en heeft er zich al dikwijls over uitgesproken. Het is wel dansen op een slappe koord, want het blijft in zekere zin een politieke boodschap. En als er iets is waar sportbonden, en al zeker de UEFA, ver weg van willen blijven, dan is het van politieke statements. Dat de UEFA het toelaat, is misschien nog wel het opmerkelijkst van alles.”

Beschavingsproces

Of het knielen werkelijk iets kan betekenen in de strijd tegen racisme – en bij uitbreiding tegen alle vormen van discriminatie, zoals Lukaku zegt – is nog maar de vraag. Feit is: er is een zaadje geplant en de discussie helpt op zijn minst om het thema op de agenda te houden. “De UEFA kon niet anders dan het toelaten, onder druk van het beschavingsproces”, stelt veranderingspsycholoog Herman Konings en hij maakt een bijzondere vergelijking om zijn punt kracht bij te zetten: “In de Delhaizes en Carrefours promoten ze nu ook lokale producten, omdat ecologie en duurzaamheid in de samenleving borrelt – en al zeker bij de jongere generaties, die de klanten van de toekomst zijn. Voor de UEFA is dat niet anders: de jongere generaties die nu voetbal kijken, zijn veel meer betrokken bij de diversiteitsvraagstukken dan hun ouders en grootouders. De UEFA weet dat zij de supporters voor de volgende tien, twintig, dertig jaar zijn en die willen ze nu niet kwijt.” (SSL)