Geen beroep tegen hoofddoekenvonnis MIVB
De Brusselse regering heeft beslist dat de MIVB niet in beroep gaat tegen het hoofddoekenvonnis. Het management van de MIVB krijgt als opdracht om na sociaal overleg een gewijzigd arbeidsreglement voor te stellen.
‘Neutraliteit van het personeel, een versterkte governance, een rustig kader, een open en participatief parlementair debat.’ De uitnodiging bij de impromptu persconferentie van Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) kort na de middag gaf meteen weg hoe behoedzaam de Brusselse regering zich een weg uit het hoofddoekendossier rond de MIVB heeft gezocht.
• Raakt tijdbom onder Brusselse regering op tijd ontmijnd?
Die nam een vrouw niet in dienst omdat ze een hoofddoek draagt. Nadat de vertegenwoordigers van PS, Ecolo en Groen in het beheerscomité van de MIVB een hoger beroep nipt onmogelijk gemaakt hadden, is de zaak een regeringskwestie geworden. Défi-voorzitter François De Smet dreigde zelfs met ‘het heroverwegen van verdere regeringsdeelname’. De MR stookte de kwestie op vanuit de oppositie.
• Magnette neemt stevige bocht over de hoofddoek
Zo’n vaart loopt het niet, alhoewel het hoger beroep er effectief niet komt. ‘De Brusselse regering, die een beroepskwestie naar aanleiding van een gerechtelijk geschil moest beslechten, besliste om deze gelegenheid aan te grijpen om op grond van duidelijke en coherente principes het pad te effenen om de gemoederen te bedaren,’ klinkt het nu in een regeringsverklaring waarin elk woord door de meerderheidspartners op een weegschaaltje werd gelegd. Vervoort las de verklaring voor tijdens de persconferentie maar wilde achteraf geen enkele vraag beantwoorden. Het tekent de gevoeligheid.
• De hoofddoek, een twistappel die sinds 1830 zit ingebakken
Voor wat de MIVB betreft, is het nu aan het management van het overheidsbedrijf om na sociaal overleg een gewijzigd arbeidsreglement voor te stellen, zo luidt het compromis. ‘Het verbod van levensbeschouwelijke tekens is de regel en voor iedereen die een (dwingende) gezagsfunctie uitoefent of die in direct contact komt met het publiek, geldt de exclusieve neutraliteit. Voor functies die niet onder die noemer vallen, kunnen afwijkingen worden ingevoerd. Die moeten op initiatief van de algemene directie worden gedetailleerd.’
• Ihsane Haouach: ‘Ik moet er zelf ook over waken dat ik geen vooroordelen heb’
Verder zal er ‘een gepast wettelijk kader worden voorgesteld om proselitisme op de werkvloer van de Brusselse overheidsdiensten en -bedrijven te verbieden, met uitzondering uiteraard van syndicale activiteiten’. Het Brussels parlement zal gevraagd worden om snel een debat over de neutraliteitskwestie bij de openbare diensten op te starten.
‘De Brusselse regering wil bijdragen tot een sereen debat en dito besprekingen over een onderwerp dat al veel te lang zorgt voor moeilijkheden en spanningen in onze maatschappij,’ besluit de verklaring. ‘Brussel streeft er als gewest met een open blik op de wereld naar om het debat te voeren en de benadering te baseren op duidelijke principes. Op die manier wil het aantonen dat zeer belangrijke waarden als de neutraliteit van de openbare dienstverlening perfect te verzoenen zijn met een dynamisch en open personeelsbeheer. Een personeelsbeheer dat inclusiever is voor vrouwen, een gelijke toegang van vrouwen en mannen tot werk bevordert en proactief bijdraagt tot de vervrouwelijking van de openbare diensten.’