Direct naar artikelinhoud
InterviewActrice Sietse Remmers

‘Ik had een springplank gekregen, maar het zwembad bleek opeens leeg’

Sietse Remmers.Beeld Jeroen Berends

De kans bestaat dat u nog nooit van Sietse Remmers (31) hebt gehoord. Dat is logisch: de pas afgestudeerde actrice heeft amper de kans gekregen om op een podium te staan. Met uitzondering van die ene avond in mei, toen ze in naam van het open kunstenaarsplatform State of the Arts een Ultima in ontvangst mocht nemen – een cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap. Sietse vertelde er over honger lijden in coronatijden. ‘Hoe hebben we het deze maand weer voor elkaar gekregen?’

Het geldbedrag van die Ultima bedroeg 10.000 euro. Voelde het wrang om zo’n som in ontvangst te nemen, terwijl je zelf al meer dan een jaar je job niet kunt doen en zwarte sneeuw ziet?

Sietse Remmers: “De mensen van State of the Arts hadden mij als spreekbuis gevraagd, net omdat ze het te wrang vonden om zelf op die prijsuitreiking aanwezig te zijn. Het valt moeilijk te rijmen dat je een avond lang de Vlaamse cultuur zit te prijzen, terwijl je de Vlaamse artiesten in de kou laat staan. Ik ben blij dat ik die boodschap heb kunnen overbrengen. Ik vond het tenenkrullend om Vlaams minister van Cultuur Jan Jambon te horen zeggen: ‘Ik hoop dat mensen nu thuis zitten te kijken naar de Ultima’s en denken: die prijs wil ik ook ooit winnen.’ Hoe out of touch kun je zijn?! Het is haast onmogelijk om nog een projectsubsidie te krijgen – hij is het kunstenaarsstatuut aan het uitkleden – en dan zou zo’n Ultima opeens wél een doel zijn?”

Jij bent één van de kunstenaars die tussen de mazen van alle netten viel in de coronacrisis. Je kon op geen enkele premie of vergoeding aanspraak maken.

Remmers: “Ik heb dikke pech gehad, omdat ik als Nederlander in België woon en werk. De Nederlandse en Belgische overheden wezen naar elkaar: geef jij haar maar geld. Er bestond wel een kansje dat ik in aanmerking zou komen voor een leefloon, maar die uitkering ligt zo laag dat je er niet van kunt leven. Ik zag het niet zitten om voor die erbarmelijk lage som mijn dierbare vrijheid te moeten inleveren.”

Waarom ben je hier theater komen studeren?

Remmers: “Ik ben een economische vluchteling: drama studeren is door de cultuurbezuinigingen in Nederland te duur geworden. Ik kan alleen hopen dat Vlaanderen niet dezelfde toer opgaat: in Nederland merk je er nu al de gevolgen van. Je raakt basisstructuren kwijt die niet zo makkelijk weer op te bouwen zijn. Alsof je een oerbos kapt en denkt: ach, we kunnen altijd weer een nieuw boompje planten.

“Maar door wat ik in Nederland heb zien gebeuren, ben ik wel heel inventief geworden. Ik ga er bij voorbaat van uit dat ik niet op subsidies moet rekenen, dat ik de centen voor mijn voorstellingen zelf bij elkaar zal moeten zoeken. Dat is wellicht ook waarom ik het voorbije jaar heb overleefd.”

Hoe ben je daarin geslaagd?

Remmers: “Met kleine beetjes van overal: ik kreeg wat steun van SOS Relief, familie stuurde me geld om boodschappen te doen, en sommige opdrachtgevers betaalden me alsnog een deel van de geannuleerde cursus die ik zou geven. Anders had ik de touwtjes nooit aan elkaar kunnen knopen.”

Dankzij het geld van SOS Relief kon je één maand huur betalen.

Remmers: “SOS Relief is een tool voor bemiddeling: zit je in hoge financiële nood en heb je een bepaald bedrag nodig – bijvoorbeeld voor je huur of je energierekening – dan kun je je aanmelden op het platform. Mensen die iets kunnen missen, kunnen dat geld dan anoniem storten. Ook de 10.000 euro van de Ultima-award werd in dat fonds gestopt.”

Hoe heb je de rest van de maanden je huishuur weten te betalen?

Remmers: “Mijn huisgenoot is gitarist. Het voorbije jaar hebben we een paar keer naar elkaar gekeken: ‘Hoe hebben we het deze maand in godsnaam weer voor elkaar gekregen?’ We snapten het zelf ook niet goed. Begrijp me niet verkeerd: ik heb echt niet alleen maar thuis zitten wachten naast de telefoon tot Ivo van Hove of Guy Cassiers zouden bellen – dat doe ik nooit. Ik ben meteen proactief op zoek gegaan naar online-opdrachten om les te geven. Zo kwam er toch een beetje geld binnen.”

Veel acteurs hebben zich van hun meest creatieve kant getoond: er zijn nog nooit zoveel livestreams en podcasts de wereld ingestuurd.

Remmers: “Ik heb niet zoveel livestreams gedaan. Een lezing hier en daar, maar dat was het dan ook.”

Je hebt dus heel zuinig geleefd.

Remmers: “Ik werk in de kunsten, dus ik leef al jaren spaarzaam. Ik heb geluk: ik heb geen hoge hypotheek, geen auto, geen kinderen. Dat maakte het iets makkelijker om rond te komen. Ik heb ook nooit honger geleden of moeten aankloppen bij Feed the Culture, de voedselbank voor mensen uit de cultuursector die zelfs geen geld meer hebben om eten te kopen. Mijn grootste zorg was mijn laptop: die is al vrij oud en voor een nieuwe heb ik geen geld. Elke dag knijp ik ’m: zou hij het vandaag begeven?”

Toen corona uitbrak en de cultuursector op slot ging, had je net je debuutvoorstelling klaar.

Remmers (knikt): Het temmen van de feeks. Er was veel animo voor: het publiek was enthousiast en er zouden programmatoren komen kijken. Opeens viel dat allemaal weg. Ik wist niet of ik nog ooit zo’n kans zou krijgen. Ik had een springplank gekregen, maar het zwembad bleek opeens leeg, zo voelde het. Dat was zo triest. (Krijgt het moeilijk) Sorry, maar ik was er echt trots op: het was mijn droomproject.

“Mijn carrière zag er best veelbelovend uit, toen ik vorig jaar afstudeerde. Tot mijn eigen verbazing was ik zelfs al deels aan het werk als actrice en theatermaker, maar toen werd dat hele lanceerplatform opeens vanonder mijn voeten weggeslagen. Ik zal de naweeën nog lang voelen. Dit jaar heb ik dan wel overleefd, maar ik ben er nog lang niet.”

In het slechtste geval zitten we straks met een verloren generatie acteurs en actrices.

Remmers: “Die kans bestaat. Doorgroeien van opkomend talent naar gevestigde waarde werd sowieso al elk jaar moeilijker, maar nu is het ei zo na onmogelijk.”

Zijn er al klasgenoten afgehaakt als acteur en taarten gaan bakken?

Remmers: “Niet dat ik weet. Er zijn er wel die eieren voor hun geld hebben gekozen en meer les zijn gaan geven. Lesgeven is een prachtig vak. Ik doe het zelf ook graag, alleen zou ik het jammer vinden als ik daarnaast niet meer kon acteren.”

Het voorbije jaar woog zwaar op je. Heb je hulp gezocht?

Remmers: “Ja. Gelukkig worden die dingen wel terugbetaald. Dat is ook wel typisch voor onze maatschappij: in plaats van geld te besteden aan mensen achteraf oplappen, zouden we beter voorkomen dat mensen zo diep wegzakken dat ze hulp nodig hebben. Net zoals veel kunstenaars haal ik mijn geluk vooral uit mijn werk, terwijl je daar maar in beperkte mate controle over hebt – dat heeft deze crisis nu wel bewezen. Door met iemand te gaan praten zie ik dat nu in. Daar iets aan veranderen, dát is nog wat anders.”

Je hebt het voorbije jaar je geluk moeten tappen uit andere vaatjes?

Remmers: “Ja, en dat is niet per se gelukt (lacht). Ik heb het dag per dag moeten aanpakken. Zagen we het echt niet meer zitten, dan deden mijn huisgenoot en ik het gekke dansje van David Brent uit The Office in onze woonkamer. Dat helpt altijd.”

Als alle gecancelde en opgeschoven voorstellingen straks alsnog worden gespeeld, dan komt er een massa theater aan.

Remmers: “De laatste keren dat ik speelde, voelde ik dat het publiek snakte naar theater. Ik kan echt niet wachten om nieuwe voorstellingen te gaan maken.”

Toch niet over corona?

Remmers (lacht): “Nee, veel te saai. Ik denk eerder aan een voorstelling over hoe moeilijk houdbaar democratie is in een wereld van fake news en deepfakes. En dat dan allemaal opgehangen aan Julius Caesar en de bestorming van het Capitool: ik kijk er nu al naar uit. Maar eerst maar even opnieuw vaste grond onder de voeten krijgen.”

Corona heeft in elk geval pijnlijk duidelijk gemaakt dat cultuur helemaal achteraan in de rij komt.

Remmers: “Het is schrijnend. De Nederlandse minister Hugo de Jonge zei in het parlement: ‘Je hoeft niet naar het theater. Je kunt ook thuis een mooie dvd opzetten.’ Dat zegt toch alles over hoe er naar cultuur wordt gekeken? Aan het begin van deze crisis hoopte ik nog dat we hier met een betere, groenere, rechtvaardigere, minder individualistische maatschappij uit zouden komen. Die hoop heb ik stilaan opgeborgen, maar ik geef niet op.”

© Humo