De week is slecht begonnen voor de cryptomunten. Ze hebben maandag terrein moeten prijsgeven nadat China’s hardhandige optreden tegen BTC-miners zich heeft uitgebreid naar de provincie Sichuan.
Bitcoin dook maandag naar een dieptepunt van 32.288 dollar, maar steeg opnieuw lichtjes tot 32.981 dollar net voor 10 uur ’s ochtends. Desalniettemin was er sprake van een daling van bijna 8 procent in slechts een paar uur. Zoals vaak het geval is, heeft de cryptoster andere digitale munten in zijn kielzog meegesleurd.
Zijn grootste rivaal, Ethereum, leed er nog meer onder. De op een na grootste cryptomunt daalde tot onder de grens van 2.000 dollar. De laatste keer dat dat gebeurde was op 23 mei. Omstreeks 10 uur ’s ochtends was de munt opnieuw 2.020 dollar waard. Ondanks die bescheiden herstelbeweging was de waarde gezakt met 10 procent.
Hetzelfde geldt voor Dogecoin, die ook ongeveer 10 procent moest inleveren om tegen het midden van de ochtend verhandeld te worden tegen iets meer dan 0,25 dollar.
Offensief in Sichuan
Meer dan de helft van de Bitcoinproductie in de wereld vindt plaats in China, waar energie erg goedkoop is. Maar sinds enige tijd heeft Peking besloten om veel strengere regels op te leggen, en wel om meerdere redenen.
Het laatste offensief van de Chinese macht: de provincie Sichuan. De regionale ontwikkelings- en hervormingscommissie van Sichuan en het energiedepartement van Sichuan hebben vrijdag gezamenlijk geëist dat 26 lokale Bitcoinmijnen binnen 48 uur worden gesloten. Die termijn was afgelopen zondag dus verstreken.
Afgelopen nacht werd de levering van energie aan deze bedrijven volledig stopgezet, aldus de Chinese media. Het nieuws deed snel de ronde op sociale media.
Een voormalige Bitcoinproducent bevestigde aan AFP dat “alles werd stilgelegd” en dat er controles worden uitgevoerd om er zeker van te zijn dat “we inderdaad de activiteiten stilleggen en de machines verwijderen”.
(mah)
Lees ook:
