Met de versoepelingen van de coronamaatregelen als mogelijke oorzaak dacht volgens Paul Warmenbol een aantal personen dat naast de Milagrohoeve een grote feesttent zou worden geplaatst. De opvallende constructie blijkt echter nodig voor hopplanten die er door hem werden gepoot.

“Aan de hoge palen hangen draden waarlangs hopranken naar boven kunnen groeien”, zegt Paul. “Het was de eigenaar van het terrein die me voorstelde hier dit hopveld met die palen- en dradenconstructie aan te leggen.”

Paul is als gepensioneerd architect al geruime tijd door het bierbrouwen begeesterd. Zijn eigen recepten laat hij elders in diverse streekbrouwerijtjes tot heerlijke dranken omzetten. In totaal heeft hij zo reeds negen bieren op zijn naam staan. Die worden onder meer in de biohoeve Milagro op de Groenenhoek te koop aangeboden.

“In samenspraak met de eigenaar van de hoeve ontstond het idee om tot een echt Aartselaars bier te komen”, gaat Paul verder. “Dus niet alleen door hier hop te kweken, maar ook door dat bier hier in de hoeve naast het veld te brouwen. Mijn gistingtanks en de nodige kuipen zijn al geleverd. Ik kan dus eerstdaags van start gaan. Mijn aanvraag bij de dienst Douane en Accijnzen is ondertussen ook al goedgekeurd.”

Het is de bedoeling om tegen het einde van de zomer met een eerste brouwsel klaar te zijn. Toch zal dit voorlopig nog gebeuren met eerder aangekochte hop. “Omdat het drie jaar vraagt vooraleer de hopranken volgroeid zijn. De hopweide is 400 vierkante meter groot en telt 105 planten. Die moeten voldoende hopbellen leveren om van dan af in mijn jaarlijks geplande productie te voorzien.”

Die productie is niet meteen gigantisch. De ketels zijn goed voor 100 liter wat zowat tien bakken bier per brouwsel voorstelt. De drie gistingtanks kunnen elk 250 liter bevatten. Deze kleine hoeveelheden maken het volgens Warmenbol makkelijk om met smaken te kunnen experimenteren. Naast de kleine brouwerij wordt ook gewerkt aan een proefruimte, waar zijn bieren kunnen gedegusteerd worden. “Maar dat is werk voor later, misschien pas in 2025”, rekent hij voor. JEF WIJCKMANS