De koning is met congé - VDC

Louis van Dievel kijkt als marketeer, "verkoper van gebakken lucht", met een guitige blik naar de kleine en grote actualiteit van de week. Deze week past hij op het paleis terwijl de koninklijke familie op verlof is.

'Voilà, mijnheer Van Dievel, dit is uw aanstelling tot onderkoning en hier zijn de sleutels van het Paleis.' Koning Filip keek nog even rond. Was hij niets vergeten? ' Wilt u iedere morgen de brievenbus leegmaken? En vergeet u niet om de geraniums te soigneren? Het gietertje staat onder de pompsteen. Enfin, u kent het hier ondertussen wel en ons Mathilde heeft u een to do lijstje gegeven, geloof ik.' Van buiten klonk ongeduldig getoeter. De koning schrok op en wierp een snelle blik door het raam. Half op de stoep voor het Paleis stond een met fietsen beladen gezinswagen in de Belgische kleuren te wachten, met de koningin, de prinsessen en de prinsjes aan boord. 'De koters worden ongeduldig,' verontschuldigde de vorst zich schaapachtig. Ik drukte hem eerbiedig de hand. 'Het paleis en het Rijk zijn in goede handen,' verzekerde ik hem, 'ik wens u een schone vakantie toe.'

Enigszins sloffend en met ietwat gebogen schouders begaf het staatshoofd zich naar de wachtende gezinswagen. De koningin zwaaide naar mij. De zwaantjes trapten hun motocyclettes in gang. Ik keek op mijn horloge. Als het verkeer een beetje meezat, zou de koninklijke familie nog voor het avondeten de koninklijke stacaravan op camping La Patrie in Durbuy kunnen betrekken. En had ik tot eind augustus het Rijk voor mij alleen, letterlijk en figuurlijk.

Vierklauwens

Het had niet veel gescheeld of wij van VDC hadden zelf ook onze boîte gesloten voor de rest van de zomer.
'Is er nieuws van het Paleis?' waren iedere ochtend de eerste woorden die Dinska, Brab en ikzelve tot elkander richtten.
Neen dus.
Het leek erop dat wij van VDC voor het eerst in acht jaar zelf met congé zouden gaan, in plaats van op het Paleis en de Natie te passen, een traditie die nog door de voorganger van koning Filip, de oude koning Albert, in het leven was geroepen. En waarover nog nooit klachten zijn gekomen, dat dient toch wel onderstreept, ook niet van de kant van de N-VA! De Wetstraat lag er immers stil en verlaten bij. Wat zouden wij elektriciteit en moeite verspillen aan een permanentie waarop niemand een beroep zou doen. Net hadden wij bij referendum beslist om onze koffers te pakken, toen er toch een hofmaarschalk van de Franse taalrol aan de fraaie smeedijzeren poort van onze modeste villa verscheen. Met de bede, nee het verzoek, nee het bevel, gericht aan mij persoonlijk, om vierklauwens naar de hoofdstad te ijlen, alwaar de koning op mij wachtte. Vierklauwens is geen gemakkelijk woord voor een Franstalige, ik kan het u verzekeren. Maar zo stond het op zijn papiertje.

Vlindernetten

Bij aankomst aan het Paleis was ik getuige van een wel zeer merkwaardig tafereel. Kroonprinses Elisabeth zat met een gezicht als een donderwolk op de trappen, wijl meerdere lakeien in livrei, gewapend met oudmodische, vergeelde vlindernetten, "iets" achterna zaten in de voortuin van het Paleis. Maar hoe aandachtig ik ook toekeek, ik kon het "iets" niet thuisbrengen.
'Hoi Liesje, wassup?' sprak ik de kroonprinses op ongedwongen wijze aan.
'Ik ben Pokémons aan het vangen, ziet u dat niet?' antwoordde Elisabeth met een sarcasme dat niet spoorde met haar jeugdige leeftijd.
Het huilen stond haar nader dan het lachen.
'Nee,'antwoordde ik aarzelend, 'ik zie het niet.'
'De koning mijn papa vindt dat een kroonprinses niet zélf achter Pokémons aan moet zitten, want daar hebben wij personeel voor.'
Ze maakte een machteloos gebaar in de richting van de doelloos door elkaar rennende lakeien.
Er ging een steek door mijn hart. Maar wat kon ik doen? Kon ik de bevelen van het staatshoofd zomaar negeren, laat staan dwarsbomen?
'Psst,' zei ik ten langen leste, na zorgvuldig om mij heen te hebben gekeken, en stopte de kroonprinses stiekem mijn persoonlijke smartphone met ingebouwde Pokémonvanger toe. 'Straks wel teruggeven, niet vergeten!'
Ha, de lach die de bozigheid op het gelaat van de kroonprinses verdreef, zal ik wel nooit vergeten!

Nougatbollen

'Ik had er mij meer van voorgesteld, mijnheer Van Dievel,' sprak de vorst out of the blue toen ik voor zijn troon op een kussen was gaan zitten en op zijn orders wachtte.
'Van het koningschap, bedoelt u? Allez toe, u zit nog maar drie jaar op de troon.'
'Ik heb dat geïdealiseerd omdat ik zo lang moest wachten,' vervolgde Filip, 'maar in de realiteit heb ik niets te zeggen. Niks. Nada. Nougatbollen!'
Het verbaasde mij die laatste populaire uitdrukking uit de mond van de vorst te horen.
'Weet u wat, mijnheer Van Dievel? Wat ik u ga zeggen zal u misschien choqueren, maar het is wel de waarheid. Zelfs onze Laurent had koning kunnen worden, ge moet er niets voor kunnen.'
Ik wist bij god niet wat zeggen.
'Al die universitaire diploma's, die militaire brevetten, al die bijscholing, al die avondlessen, al die zelfstudie, allemaal voor niets. Ik was beter een dommerik gebleven, juist gelijk u weet wel.'
'U hebt wel een schone pree,' durfde ik op te werpen.
De vorst haalde zijn schouders eens op.
'En u hebt er een schone vrouw en een mooi gezin aan over gehouden, aan uw streven om koning te worden.'
'Ja, en artrose in mijn rechterarm van naar mijn onderdanen te zwaaien,' grommelde het staatshoofd.

Met de plaasteren arm

'Ik wilde eigenlijk dit jaar thuis blijven en in de hof werken,' verklaarde de koning na een lange stilte zijn laattijdig beroep op de diensten van VDC. 'Ge hadt ons Mathilde en de kadeeën moeten horen toen ik dat zei, ze beten bijna mijn neus af. Die willen écht met vakantie, zoals alle Belgen. En daarbij, we zouden hier zelf hebben moeten koken en kuisen want de vakbond van de lakeien heeft mij drie weken collectieve congé payé afgeperst.'
Een uur lang legde de vorst zijn ziel bloot. Iets waarover ik niets kan en wil voort vertellen, wegens het colloque singulier. U moet dat maar eens opgoogelen, gelijk ze zeggen.
En daardoor kon hij toch met een enigszins verlicht gemoed met vakantie vertrekken, in zijn nieuwe kaki driekwart broek.

Nog maar net had ik de koninklijke familie uitgezwaaid en mijn medewerkers Dinska en Brab telefonisch verzocht zich zonder dralen ten dienste van de onderkoning te komen stellen, toen er al gebeld werd aan de deur van het Paleis.
Een leurder, dacht ik, of een getuige van Jehova.
Maar het was Kristiaan met de Plaasteren Arm die zich toegang tot het Koninklijk Paleis wilde verschaffen.
'Ha, Dievel, zijt gij ook weer van de partij,' sprak de minister van Werk gemaakt joviaal, 'ik heb hier wat Koninklijke Besluitjes bij, zoudt ge die rap eens willen tekenen? Ge moet ze niet eens lezen, alles is al doorgesproken met de coalitiepartners.'
Uit zijn binnenzak haalde hij een mapje dat het opschrift "Voorstellen om de N-VA te jennen" droeg.
'Welzeker, heer Peeters, kom maar mee naar mijn bureau.'
Ik legde vriendelijk een hand op zijn schouder en dirigeerde hem naar een deur in de hoek van de troonzaal, waarachter zich - dat herinnerde ik mij nog zeer goed - de Koninklijke Vergeetput bevond.

Meest gelezen