Direct naar artikelinhoud
Voor u uitgelegdVaccins

De ene heeft meer last van de eerste prik, de andere van de tweede. Maar is er ook echt een verschil?

De ene heeft meer last van de eerste prik, de andere van de tweede. Maar is er ook echt een verschil?
Beeld Wannes Nimmegeers

Met duizenden staan we dezer dagen in de rij om ons coronavaccin te gaan halen. Gespreksonderwerp nummer één daarbij zijn ongetwijfeld de bijwerkingen. De ene heeft meer last van de eerste prik, de andere van de tweede. Maar is er ook echt een verschil? En waar ligt dat dan aan?

Hoeveel bijwerkingen zijn er al gemeld?

Volgens het laatste overzicht van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) zijn er sinds de start van de vaccinatiecampagne in ons land 20.535 bijwerkingen gemeld, op 6,3 miljoen vaccinaties. 63 procent daarvan werd als ‘niet ernstig' gecatalogiseerd.

Wat zijn de meest voorkomende bijwerkingen?

De overgrote meerderheid van de bijwerkingen zijn mild, van korte duur en vergelijkbaar bij de vier vaccins die momenteel op de markt werden gebracht (Pfizer, Moderna, AstraZeneca en Johnson & Johnson). Denk daarbij aan griepachtige verschijnselen als vermoeidheid, hoofdpijn, temperatuurverhoging en spierpijn. Daarbij kan je last hebben van een pijnlijke en soms wat gezwollen plek op de plaats waar het vaccin werd ingeënt. “Deze reacties zijn gekende bijwerkingen en zijn in de bijsluiter beschreven”, zegt het FAGG. “Dit zijn normale reacties die wijzen op de activatie van het immuunsysteem. Ze verdwijnen meestal na enkele dagen.”

Zeldzamer zijn koorts en misselijkheid: in totaal werden er 4.200 van deze bijwerkingen gemeld. Ze worden als ‘ernstig’ beschouwd omwille van tijdelijke arbeidsongeschiktheid of de onmogelijkheid om het huis te verlaten als gevolg van koorts, spierpijn, onwel voelen en reacties ter hoogte van de injectieplaats.

Het aantal overlijdens na vaccinatie ligt momenteel op 170, maar in slechts 4 gevallen is er een waarschijnlijk verband tussen de vaccinatie en het overlijden. 

Heb je echt meer last van de tweede prik, en waarom is dat dan zo?

Volgens het FAGG worden bij de mRNA-vaccins (Pfizer/BioNTech en Moderna) vaker bijwerkingen gemeld na toediening van de tweede dosis, terwijl ze bij AstraZeneca vaker worden gemeld bij de eerste dosis. Het klopt dus dat je van Pfizer en Moderna meer last kan hebben van de tweede prik, zegt vaccinologe Isabel Leroux-Roels (UZ Gent).

Het verschil ligt aan het type vaccin. “Bij mRNA-vaccins zoals Pfizer en Moderna nemen de bijwerkingen inderdaad duidelijk toe na de tweede dosis, in vergelijking met na de eerste dosis. Bij het vaccin van AstraZeneca, dat gemaakt werd op basis van een ‘verbouwd’ verkoudheidsvirus, is het net omgekeerd. De klachten zelf zijn over het algemeen heel vergelijkbaar: koorts, vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid en rillingen.”

Reden is dat een mRNA-vaccin een immuunrespons op gang brengt door het lichaam te laten zien hoe het virus eruit ziet. Bij de tweede inenting gebeurt dat opnieuw, maar ondertussen is je lichaam gewaarschuwd en kan het daardoor heftiger reageren, aangezien ook de immuunrespons hoger is. 

Bij het vectorvaccin van AstraZeneca daarentegen wordt je lichaam als het ware een klein beetje ziek gemaakt, waarna het lichaam antistoffen gaat aanmaken en kan reageren met bijwerkingen. Bij de tweede inenting is je lichaam dan al meer gewend aan de stoffen uit het vaccin, waardoor het net milder reageert.

Waarom krijg je bijwerkingen?

Lichte bijwerkingen na een vaccinatie zijn normaal. Ze maken duidelijk dat je immuunsysteem reageert op het virus. “De bijwerkingen die kunnen optreden na een inenting, zijn een resultaat van de natuurlijke respons van ons immuunsysteem”, legt professor Johan Neyts, viroloog aan de KU Leuven uit. “Het zijn de ‘eerste wachters’ van ons immuunsysteem die een reactie ontwikkelen. Daarna wordt de weerstand op een natuurlijke wijze verder opgebouwd. Door een klein stukje van het virus aan te bieden aan het immuunsysteem, geven we het de kans om zich te trainen en klaar te staan op het moment dat ‘de vijand’ aanvalt.”

“Echt ziek kan je er bovendien niet van worden”, benadrukt hij. “Er zit géén virus in een vaccin, enkel een stukje van de kenmerkende spike-eiwitten waarmee ons immuunsysteem zich kan trainen.” Dat spike-eiwit is enkel het ‘uitsteeksel’ dat aan het oppervlak van het virus ligt, niet het virus zelf. “Het kan dus geen Covid-19 veroorzaken”, klinkt het.