Direct naar artikelinhoud
NieuwsWetenschap

Oudste geval van de pest gevonden bij een jager-verzamelaar die 5.000 jaar geleden stierf

Schedel van de man die ongeveer 5.000 jaar geleden de pest had.Beeld Dominik Göldner, BGAEU

In de tanden en oorbotjes van een 5.000 jaar oude jager-verzamelaar ontdekten Duitse wetenschappers erfelijk materiaal van de pestbacterie. De vondst – de oudste pestbesmetting tot nog toe – laat zien dat de bacterie al 2.000 jaar eerder om zich heen greep dan werd aangenomen.

Hoewel de pestbacterie (Yersinia pestis) niet meer wereldwijd slachtoffers maakt, is onderzoek naar de ziekteverwekker nog steeds relevant. Want de wijze waarop deze bacterie zich ontwikkelde en in de Middeleeuwen pandemieën veroorzaakte, zegt iets over hoe ziekteverwekkers van dieren kunnen overspringen op de mens – net als nu is gebeurd bij de coronapandemie.

De resten van de prehistorische jager-verzamelaar werden al aan het eind van de 19de eeuw opgegraven door een archeoloog in het noorden van Letland. Na de Tweede Wereldoorlog waren de botjes een tijd zoek, maar in 2011 werden ze teruggevonden. Toen onderzoekers onlangs het dna van de jager-verzamelaar analyseerden, stuitten ze op erfelijk materiaal van de pestbacterie.

Zorgvuldig begraven

Hoewel de man onmiskenbaar de pest had, was zijn ziektegeval vermoedelijk geen onderdeel van een epidemie, beargumenteren de onderzoekers in het vakblad Cell Reports. De man was zorgvuldig alleen begraven in plaats van met een hele groep medeslachtoffers, wat erop duidt dat hij niet stierf aan een besmettelijke ziekte die zijn hele gemeenschap bedreigde.

Pas duizenden jaren later, toen de bacterie zich steeds meer aanpaste aan de mens, werd de pest steeds ernstiger en besmettelijker. Op haar hoogtepunt, in de Middeleeuwen, roeide de ziekte ruim eenderde van de Europese bevolking uit. Toen had de pestbacterie inmiddels een gen ontwikkeld dat ervoor zorgde dat de bacterie ook in de maag van een vlo kon overleven. Daardoor sprong hij makkelijker op mensen over.

Rechtstreeks van een knaagdier

De jager-verzamelaar kreeg de pest waarschijnlijk rechtstreeks van een knaagdier. Bijvoorbeeld doordat hij werd gebeten of doordat hij zelf een knaagdier opat. Het knaagdier in kwestie kan goed een bever zijn geweest, de soort die bij opgravingen in Letland het vaakst werd gevonden.

Martijn Huijnen, hoogleraar ­bioinformatica aan het Radboud Universitair Medisch Centrum Nijmegen, zegt dat de analyse grondig is uitgevoerd. “Het is interessant dat de onderzoekers ­zoveel pest-dna hebben kunnen vinden, 5.000 jaar na het overlijden van het slachtoffer en 145 jaar na opgraving van de botjes. Bovendien drukt dit onderzoek ons met de neus op de feiten: ­zoönosen (ziekteverwekkers die van dier op mens overdraagbaar zijn, red.) zijn al duizenden jaren belangrijke ziekteverwekkers,” aldus Huijnen.

Als volgende stap moeten onderzoekers volgens hem het er­felijk materiaal op fossielen van knaagdieren uit die tijd analyseren om vast te stellen of deze bacteriestam inderdaad van knaagdieren afkomstig is. Ook kunnen ze dan bepalen of het toen inderdaad om afzonderlijke gevallen ging en niet om een pestepidemie.