Defensie neemt op dit moment nieuwe vrachtvliegtuigen in gebruik. Een van de laatste hoogbejaarde C-130-vrachtvliegtuigen waar de Belgische luchtmacht bijna 50 jaar mee vloog, zou daarom als eerbetoon worden tentoongesteld.

Dat leidde de voorbije maanden al tot een hoogoplopende ruzie tussen Vlaanderen en federaal defensieminister Ludivine Dedonder (PS) over de plaats waar dat vliegtuig terecht moest komen. Tegen de adviezen van de legerleiding besloot Dedonder de iconische C-130 op de luchtmachtbasis van het Waalse Beauvechain te stationeren, waar in de toekomst een nieuw luchtvaartmuseum komt. Nochtans was er veel voor te zeggen om het toestel op de militaire luchthaven van Melsbroek te laten, waar ook een luchtvaartmuseum is.

“Bij boer Charel”

De commotie over de laatste rustplaats van de C-130 is intussen niet gaan liggen, integendeel. Donderdag is het toestel effectief naar Beauvechain gebracht, waarna beelden opdoken van de plaats waar het toestel nu gestald is. Onder meer Kamerleden Theo Francken (N-VA) en Jasper Pillen (Open Vld) reageren bijzonder gepikeerd en spreken van een schande: het iconische vrachtvliegtuig staat volgens hen op een “patattenveld” gestationeerd. Volgens anderen is het toestel op het erf van de beruchte “boer Charel” beland, verwijzend naar de rommelige parkeerplek die de C-130 kreeg toegewezen. “Het lijkt wel een containerpark”, klinkt het nog.

Het War Heritage Institute (WHI) van Defensie beklemtoont dat deze standplaats tijdelijk is, totdat er op de Waalse luchtmachtbasis een nieuw luchtvaartmuseum verrijst. “Het terrein ziet er bovendien wat omgeploegd uit omdat er net gras is ingezaaid.” Nog volgens het WHI zal de locatie er vanaf 11 juli veel netter bijliggen, “de datum vanaf wanneer geïnteresseerden het vliegtuig kunnen bezoeken”.