Direct naar artikelinhoud
WedstrijdverslagBelgië - Italië (1-2)

Italië te sterk, te slim, te goed, te gehaaid: waarom België verloren heeft

Romelu Lukaku heeft het lastig tegen de Italianen in München.Beeld Photo News

Net als vijf jaar geleden eindigt het Europees kampioenschap voor de Rode Duivels in de kwartfinale. Ook zoals in Frankrijk (toen in de groepsfase) was Italië te sterk, te slim, te goed, te gehaaid voor een weliswaar gehavend België. Deze Azzurri zijn samen met Engeland favoriet voor de eindwinst.

Het was een hoogst aantrekkelijke kwartfinale en met afstand de mooiste en meest intense wedstrijd van Euro 2021, maar op een vrijdagavond in juli in München eindigt het toernooi van Robert Martínez en zijn Rode Duivels, het is niet anders. Hoewel de Italiaanse overwinning door nooit afgevende Belgen nog in gevaar kwam, was Italië al bij al superieur aan de bal. Het Belgische voetbal heeft met dat nieuwe cynisme en klinische voetbal een stuk minder balbezit en moest zich tevreden stellen met een aantal counters.

Ook Italië speelt een ander voetbal dat de nationale ploeg uit de laars nog nooit heeft gespeeld: met lef, aanvallend, hoog storend, tikkend, een mengeling van het betere Nederland en Spanje, gekruid met Italiaanse efficiëntie. Al in de eerste helft wisten de Belgen hoe laat het was en hoe moeilijk het zou worden om deze wedstrijd over de streep te trekken.

Geen krimp

Eerst was er Nicolò Barella van Inter die zich door de statische defensie wurmde en de bal voorbij Thibaut Courtois ramde (0-1). Vervolgens liep Lorenzo Insigne van Napoli Youri Tielemans net voor rust voorbij en krulde de bal vintage Insigne voorbij Courtois (0-2). Het lot van de Belgen leek al te vroeg bezegeld, maar een plotse actie van een tot dan anonieme Jérémy Doku leverde een strafschop op. Het leek een levenslijn voor de Duivels, maar behalve goeie voetballers hadden de Italianen ook een prima doelman en bij moment ook het nodige geluk.

Op de World Cup slaagde België erin om twee doelpunten achterstand op te halen en knokte zich zo naar de kwartfinale. Maar dat was tegen Japan. Tegen Italië met twee doelpunten in het krijt staan, dat was andere koek. Ondanks die snelle aansluitingstreffer net voor de rust, en een offensiefje erna, gaven de Azzurri geen krimp. Integendeel, ze domineerden ook het grootste deel van de tweede helft. Hun kwalificatie voor de halve finale tegen Spanje was ruim verdiend.

Teleurstelling bij Witsel, Benteke en anderen.Beeld Pool via REUTERS

De Rode Duivels waren niet op volle kracht. Zoals verwacht startte Kevin De Bruyne, ondanks de door een drieste Portugees gehavende enkel. Ook zoals verwacht na de laatste berichten die vanuit Tubeke en München doorsijpelden startte Eden Hazard niet. Zijn contractuur zal wel een verrekking zijn geweest en spelen was te riskant. Hij zat zelfs niet op de bank als joker en in zijn plaats geen Yannick Carrasco maar Doku.

De bedoeling van die zet (als Hazard niet kon spelen) was te verklaren: Doku is voorin tegen de oudere verdedigers van Italië een potentiële gesel met zijn snelle dribbels. Hij begon goed, zakte daarna weg, maar was tegen het einde van de eerste helft de gevaarlijkste Rode Duivel en dat bleef hij in de tweede.

Bij de Italianen speelde Giorgio Chiellini in de driemansdefensie. Hij vormde zijn vaste Juventus-duo met Leonardo Bonucci. Dat was geen goed nieuws voor Romelu Lukaku, want die had nog nooit kunnen scoren tegen die twee. Nu lukte dat wel, maar het was op strafschop. Voorin verraste bondscoach Roberto Mancini min of meer met Frederico Chiesa in de basis.

Sterke Donnarumma

Vreemd genoeg hadden de Rode Duivels de betere kansen in de eerste helft. De eerste tien minuten waren ze zelfs de baas. Daarna nam Italië het initiatief over. Ze scoorden al op het kwartier op een standaardfase, maar het doelpunt werd afgekeurd voor buitenspel.

Daarna was België twee keer aartsgevaarlijk op tegenaanval, met Lukaku en De Bruyne, maar telkens stond de Italiaanse doelman Gianluigi Donnarumma in de weg. Italië had het meeste balbezit, soms tot 60 procent, en doordat Italië zo hoog op het veld stoorde en België vastzette, pikte het veel tweede ballen op. Ze veroverden in de eerste 45 minuten 25 ballen op de helft van de Belgen.

Gianluigi Donnarumma plukt een hoge bal in de zestien.Beeld AP

De tweede helft begonnen de Belgen zoals ze de wedstrijd waren begonnen, met een middenlaag tot zelfs laag blok, in de hoop op een counter. Dat leverde twee levensgrote kansen op die door Lukaku – met excuses voor de harde realiteit – werden verkwanseld. Het geweer werd pas van schouder verander met nog een kwartier op de klok.

Dat was het moment dat beide ploegen nogal wat wissels doorvoerden. De Italianen verloren twee spelers met spierletsels en de Belgen brachten Nacer Chadli in, die na één rush al naar de kant moest voor Dennis Praet. Het zware seizoen dat begin augustus en aan één stuk doorging tot nu eiste zijn tol. Dries Mertens kwam in de ploeg voor Tielemans en De Bruyne zakte een rijtje. Net als in de vorige erg belangrijke wedstrijden was De Bruyne zelden bepalend.

Vooral Italië speelde de wedstrijd uit in een onuitgegeven formatie. Het trok zich aanvankelijk niet terug maar moest de laatste tien minuten toch wijken. België had dan wel iets meer de bal, aan kansen geraakte het nauwelijks nog. Alleen Doku was nog heel even gevaarlijk na een mooie rush. Ondanks zeven minuten blessuretijd kregen de Duivels geen deftige aanval meer in elkaar. Na de Portugezen, de Duitsers en de Fransen zijn ook de Rode Duivels naar huis. Verdienstelijk, maar wie zo weinig aan de bal wil komen, moet nu eenmaal beter afwerken en minder weggeven.